Wordlist 1 Flashcards
1
Q
nakatira
A
Leef (waar leef je)
2
Q
nagsasalita
A
speaking
3
Q
Pagmasdan
A
Observeren bekijken
4
Q
mata
A
ogen
5
Q
maintindihan
A
begrijpen
6
Q
langit
A
hemel
7
Q
ningning
A
licht schijnen op ene oppervlakte
8
Q
labis
A
te veel
9
Q
bumaba
A
naar beneden komen
10
Q
bumababa
A
naar beneden gaan
11
Q
iniibig
A
geliefd
12
Q
magtiwale
A
vertrouwen
13
Q
ikaw lang
A
alleen jij
14
Q
halik
A
kus
15
Q
labi
A
lippen