worden ppt pre intermediate Flashcards
1
Q
bedenken
A
think up
2
Q
bezoek
A
visit
3
Q
boos
A
angry
4
Q
brutaal
A
cheeky
5
Q
dekken
A
cover
6
Q
doen
A
doing
7
Q
dromen
A
dreams
8
Q
eerder
A
earlier
9
Q
gewend
A
accustomed
10
Q
grap (de)
A
joke
11
Q
helemaal
A
absolutely
12
Q
hoewel
A
although
13
Q
machteloos
A
powerless
14
Q
maken
A
to make
15
Q
noemen
A
to call
16
Q
ontslag (het)
A
dismissal (it)
17
Q
onzeker
A
insecure
18
Q
oordeel (het)
A
judgment (it)
19
Q
populair
A
popular
20
Q
serie (de)
A
series (the)
21
Q
traditioneel
A
traditional
22
Q
vertrouwen (het)
A
trust (it)
23
Q
afhankelijk
A
dependent
24
Q
breedte (de)
A
width (the)
25
daarnaast
in addition
26
doorgaan
continue
27
gaar
overcooked
28
gewoonte (de)
habit
29
hoeveelheid (de)
quantity(s)
30
kleed (het)
dress (it)
31
lepel (de)
spoon
32
mengen
mix
33
opvallen
stand out
34
recept (het)
recipe (it)
35
staart (de)
tail
36
toetje (het)
dessert (it)
37
ui (de)
onion
38
uitzondering (de)
exception(s)
39
versieren
decorate
40
verstand
mind
41
verstoren
disrupt
42
vocht (het)
moisture (it)
43
voeding (de)
nutrition (the)
44
zomaar
just like that
45
de omgeving
the environment
46
beschermen
protect
47
de jeugd
the youth
48
ingewikkeld
complicated
49
een hekel hebben
to hate
50
de waarde
the value
51
het afval
the waste
52
verhuizen
to move house
53
het doel
the goal
54
opkomen voor
stand up for
55
gevaarlijk
dangerous
56
merken
to notice
57
nauwelijks
hardly
58
flink
considerable
59
de regel
the rule
60
veroorzaken
to cause
61
klagen
complain
62
vervelend
annoying
63
gebruiksaanwijzig
instructions for use
64
kwetsbaar
vulnerable
65
wennen aan
get used to
66
vertrouwen
to trust
67
moeite hebben met
have difficulty with
68
lichamelijk
physically
69
het ontslag
the dismissal
70
roeren
stirring
71
wennen
to get used to
72
ontslag krijgen
get fired
73
ongerust
worried
74
de bestemming
the destination
75
onmiddellijk
immediately
76
Gaat uw gang!
Go ahead!
77
beschadigen
damage
78
begeleiden
coach
79
verbieden
prohibit
80
het lichaam
the body