Woordjes Flashcards
huisnummer
número
adres
dirección
1e/2e achternaam
1er/ 2^0 apellido
een fijne verassing hebben
tener una sorpresa agradable
de sleutel kwijtraken
perder el llave
te veel geld uitgeven
gastar demasiado
hoefden mensen niet met euro’s te betalen
la gente no tuvo que pagar en euros
gingen we op vakantie
fuimos de vacaciones
was ik in Praag
estuve en praga
kocht ik een computer
me compre un ordenador
vorig jaar
El año pasado
in 2009
en 2009
twee jaar geleden
hace dos años
een paar dagen geleden
hace unos días
vorige week
la semana pasada
afgelopen maandag
el lunes (pasado)
Gisteren
Ayer
Ja, een goedkoop t-shirtje
Si, una camiseta muy barata
Heb je gister iets goeds en goedkoops gekocht?
Compraste algo bueno y barato ayer?
Tien jaar geleden
Hace diez años
Wanneer zijn jullie getrouwd?
Cuándo os casastéis?
Drie jaar
Tres años
Hoe lang verbleef je in Chile?
Cuanto tiempo estuviste en Chile?
In Mei 2010
En mayo de 2010