Woordenstroom 5 + 6 Flashcards

1
Q

Bekritiseren

A

Aan de kaak stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

willekeurig

A

Arbitrair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bevlogen

A

geïnspireerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

blauwdruk

A

schets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

boud

A

dapper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

corrumperen

A

corrupt maken, omkopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

desolaat

A

verlaten, woest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

dissident

A

andersdenkend -> mening verschillend van publieke opinie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

etnisch

A

mbt een volk, bevolkingsgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

euforie

A

extreem gevoel van vreugde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

expansief

A

uitbreidend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

forum

A

openbare plaats om te discussiëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gegriefd

A

beledigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

genuanceerd

A

rekening houdend met verschillende aspecten van iets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gepeperd

A

duur, prijzig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gerenommeerd

A

met een goede naam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

globaliseren

A

wereldwijd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

gratie

A

genade, kwijtschelding van straf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

grimas

A

grijns, gelaatsuitdrukking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

hypocrisie

A

schijnheiligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

imperialisme

A

streven v/e staat naar sterke uitbreiding vh grondgebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

infantiel

A

kinderachtig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

irrigatie

A

kunstmatige bevloeiing, toevoer v water (aan gewassen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

lemma

A

titelwoord in woordenboek, encyclopedie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

lethargie

A

doffe onverschilligheid, lusteloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

lucratief

A

winstgevend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

malafide

A

onbetrouwbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

manifest

A

openbare verklaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

melancholie

A

zwaarmoedig, ernstige neerslachtigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

muze

A

dichterlijke inspiratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

nettiquette

A

gedragsregels op internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

nomineren

A

kandidaat stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

notoir

A

algemeen bekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

obsceen

A

goor, vies, gemeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

oeuvre

A

gehele werk v/e kunstenaar

36
Q

onbaatzuchtig

A

zonder er zelf voordeel uit te willen halen

37
Q

onder curatele staan

A

niet eigen beslissingen mogen nemen zonder toestemming van een toezichthoudende

38
Q

paternalisme

A

vaderlijk optreden

39
Q

onverbloemd

40
Q

progressief

A

regelmatig toenemend, vooruitgang boekend

41
Q

repertoire

A

alle nummer van een artiest

42
Q

repliek

43
Q

rigoureus

A

heel streng

44
Q

sceptisch

A

twijfel uitdrukkend

45
Q

sequentie

A

opeenvolging

46
Q

stagneren

A

tot stilstand komen

47
Q

taxonomie

48
Q

thesis

A

proefschrift

49
Q

tutoyeren

A

met ‘jij’ en ‘jou’ aanspreken

50
Q

valuta

A

betaalmiddel, munteenheid

51
Q

verkwanselen

A

verspillen, verbrassen

52
Q

vicieuze cirkel

A

gang v zaken waardoor je steeds terugkomt op situatie die je wou verlaten

53
Q

zelfgenoegzaam

A

tevreden met zichzelf

54
Q

adaptatie

55
Q

allure

A

indrukwekkende uitstraling

56
Q

arrangeren

A

regelen, in een bepaald patroon

57
Q

balie

A

advocatuur

58
Q

beslommering

A

bezorgdheid

59
Q

bureaucratie

A

ambtenaarsheerschappij

60
Q

canon

A

geheel v teksten, beelden.. dat het referentiekader v/e cultuur vormt

61
Q

claim

A

aanspraak, eis

62
Q

cultiveren

A

ontwikkelen

63
Q

defilé

A

optocht, stoet

64
Q

distilleren

A

afleiden, zuiveren

65
Q

dito

A

zoals tevoren, eerder genoemd

66
Q

drastisch

A

krachtig en ingrijpend

67
Q

ensceneren

A

in scène zetten

68
Q

extrapoleren

A

veralgemenen

69
Q

fiscus

70
Q

gedateerd

71
Q

onontbeerlijk

71
Q

impliceren

71
Q

geraffineerd

A

listig, uitgekookt, gezuiverd

72
Q

officieus

A

half officieel, informeel

73
Q

maskeren

A

ervoor zorgen dat iets niet opvalt

74
Q

poneren

A

voordragen, aanvoeren

75
Q

postuleren

A

als geldig aanvaarden, zonder dat er bewijs is

76
Q

schromelijk

A

in heel erge mate

77
Q

schuttingwoord

A

beledigend woord

78
Q

sitcom

A

komische serie met vaste groep personages in alledaagse situaties

79
Q

stroken met

A

overeenstemmen met

80
Q

substantieel

A

essentieel, aanzienlijk

81
Q

subtiel

A

bijna niet merkbaar

82
Q

tactvol

A

voorzichtig, zonder te kwetsen

83
Q

toedichten

A

toeschrijven

84
Q

zich profileren

A

aandacht op zichzelf vestigen, karakteriseren