woordenschat karel ende elegast

Question 1

adagium

Answer 1

spreekwoord, spreuk

Question 2

afrorisme

Answer 2

korte, pittige spreuk

Question 3

assimileren, assimilatie

Answer 3

in zich opnemen, zich aanpassen

Question 4

biografie, biografisch

Answer 4

levensbeschrijving van individuele personen

Question 5

conformeren, conformisme, conformistisch

Answer 5

gelijkvormig maken, laten overeenkomen

Question 6

declareren, declaratie, declaratief

Answer 6

verklaren

Question 7

denigreren, denigrerend

Answer 7

met minachting spreken van, tekortdoen aan de waarde van

Question 8

differentiëren, deferentie, diffirentieel

Answer 8

onderscheid maken

Question 9

discrepantie

Answer 9

tegenstrijdig, tegenspraak

Question 10

homogeniseren, homogeniteit, homogeen

Answer 10

van dezelfde aard maken

Question 11

inferioriseren, infeoriteit, inferieur

Answer 11

minderwaardig

Question 12

integreren, integratie, integraal

Answer 12

gelijkwaardig opnemen van een andere bevolkingsgroep

Question 13

inventie, inventief

Answer 13

vindingrijk

Question 14

legitimeren, legimitatie, legitiem

Answer 14

bewijzen dat men de persoon is voor wie men zich uitgeeft

Question 15

marge, marginaal

Answer 15

in maatschappelijk opzicht onbelangrijk geacht en daardoor veronachtzaamd en vergeten

Question 16

periferie, perifeer

Answer 16

buitenkant, rand, grens

Question 17

recalcitrant

Answer 17

geneigd om zich te verzetten, onwillig, weerspanning

Question 18

segregeren, segregatie

Answer 18

afzondering, sociale scheiding van bevolkingsgroepen in een land met gemengde bevolking apartheid

Question 19

suprematie

Answer 19

oppermacht

Question 20

territorium, territoriaal

Answer 20

gedrag dat zich uit in het afbakenen en verdedigen van eigen grondgebied