woordenschat folder 2 ned-eng Flashcards
1
Q
erkenning
A
acknowledgement
2
Q
een bijdrage
A
an entry
3
Q
een gevolg, een effect
A
an impact
4
Q
vervreemde,
A
to alienate
5
Q
vastleggen
A
to capture
6
Q
beweren
A
to claim
7
Q
aanleveren, presenteren
A
to deliver
8
Q
mogelijk maken
A
to facilitate
9
Q
lanceren
A
to launch
10
Q
zijn oorsprong vinden
A
to originate
11
Q
voorkomen dat
A
to prevent from
12
Q
vereisen
A
to require
13
Q
opsporen, natrekken
A
to trace
14
Q
opsporen
A
to track down
15
Q
oplossen, ontcijferen
A
to unscramble
16
Q
naderbekijken
A
to zoom in on
17
Q
in het oog springend
A
eye-catching
18
Q
ongeletterd
A
illiterate
19
Q
gewoon, simpel
A
mundane
20
Q
oppervlakkig
A
shallow
21
Q
hoogst, uiterst
A
highly
22
Q
in goede en slechte dagen
A
for better or for worse
23
Q
ondanks
A
in spite of
24
Q
er zeer goed uitzien
A
to look good in your prime
25
mijn hart gaat sneller slaan
my heart skips a beat
26
afnemen
on the decrease
27
toenemen
on the increase
28
de vereiste kwaliteit hebben
up to scratch
29
bovendien, daarenboven
besides, furthermore, moreover
30
een algoritme, een vaste reeks van
an algorithm
31
een mix, een mengeling
a blend
32
vastzetten
consolidation
33
een standaardinstelling
a default setting
34
een afleiding
a distraction
35
een ondernemer
een entrepreneur
36
een weefsel
a fabric
37
geslacht
gender
38
vrouwenhaat
misogyny
39
een roofdier
a predator
40
een risico-investeerder
a venture capitalist
41
erkennen
to acknowledge
42
beweren
to assert
43
toegeven
to concede
44
bedenken
to conceive
45
overstemmen
to crowd out
46
verbreken, overtreden
to breach
47
in staat stellen
to enable
48
voeden, stimuleren
to foster
49
overbrengen
to get across
50
vervaardigen
to manufacture