vocabulary folder 1 eng-ned Flashcards
1
Q
an adult
A
een volwassene
2
Q
a collocation
A
een vaste uitdrukking
3
Q
a concept
A
een idee, een begrip
4
Q
over-indulgence
A
misbruik
5
Q
a syndrome
A
een ziektebeeld, een syndroom
6
Q
to anticipate
A
uitkijken naar
7
Q
to deprive of
A
ontnemen, beroven van
8
Q
to evoke
A
uitlokken
9
Q
to smirk
A
grijnzen
10
Q
to yearn
A
hunkeren, smachten
11
Q
dreaded
A
beangstigend, gevreesd
12
Q
utter
A
totaal, uiterst
13
Q
eventually
A
uiteindelijk
14
Q
smugly
A
zelfvoldaan
15
Q
an application
A
een aanvraag, een kandidatuur
16
Q
an encouragement
A
een aanmoediging
17
Q
to cherish
A
koesteren
18
Q
to cope with
A
het hoofd bieden, aankunnen
19
Q
to overindulge in
A
overmatig gebruiken
20
Q
to submit
A
uploaden
21
Q
to tidy up
A
opruimen, schoonmaken
22
Q
providing
A
op voorwaarde dat
23
Q
an achiever
A
een hoogvlieger, een uitblinker
24
Q
an antic
A
een frats, een streek
25
a CEO
een afgevaardigd bestuurder, een bedrijfsleider
26
a sibling
een broer of zus, een bloedverwant
27
a singularity
een unieke positie
28
a trait
een karaktertrek
29
to exceed
overtreffen, overstijgen
30
to seduce
bekoren, verleiden
31
to subscribe to
akkoord gaan met
32
contented
tevreden, voldaan
33
controversial
omstreden
34
cooperative
bereid tot samenwerken
35
entitled
rechthebbend, gemachtigd
36
entrepreneurial
ondernemend
37
laid back
ontspannen, rustig
38
lenient
mild, toegeeflijk
39
precocious
vroegrijp
40
reliable
betrouwbaar
41
conversely
aan de andere kant
42
hence
vandaar, daarom
43
thus
op die manier, zo
44
to rule the roost
de plak zwaaien, de baas spelen
45
to bounce of the walls
wild zijn, tegen de muren oplopen
46
to get lost in the shuffle
uit de boot vallen
47
a barrister
een advocaat
48
to chuck
neerwerpen
49
to mend
verhelpen, verbeteren
50
to moan
kermen, zuchten
51
to outsource
uitbesteden
52
to revolve
draaien
53
challenging
uitdagend
54
gobsmacked
stomverbaasd
55
firm
hard, strikt
56
surrogate
vervangende
57
unruly
ongedisciplineerd
58
to run a tight ship
de touwtjes strak in handen houden
59
a rant
een tirade, een donderpreek
60
remorse
spijt, wroeging
61
a truce
een bestand, een wapenstilstand
62
to convey
overbrengen
63
to spank
64
to spark
uitlokken
65
hilarious
grappig, hilarisch
66
in hindsight
achteraf gezien