Woordenschat 1ste sem cap. 5 - 6 Flashcards
a (ab, abs)
+abl: van, door
accipere
- aannemen; vernemen, horen; goedkeuren
- io, accepi, acceptum
(5de klasse: capere)
addicere
- toevoegen
- io, addieci, addiectum
(5de klasse: capere)
alius
- ander
- alia, aliud; alterius (alius) vnw
an?
- of (soms)?
- vragend partikel
apud
+acc: bij
aspicere
- aankijken; onderzoeken, overwegen; bemerken
- io, aspexi, aspectum
(5de klasse: capere)
at
- maar
- voegwoord
audire
- horen, luisteren, vernemen
- io, audivi, auditum
(4de klasse: audire)
autem
- maar, daarentegen; verder, voorts
- voegwoord
capere
- innemen; bereiken; veroveren; bevatten; begrijpen
- io, cepi, ceptum
(5de klasse: capere)
cedere
- gaan; uitdraaien op; resulteren; +abl. of BWB verwijdering wijken voor; weggaan; +acc of +dat: iets aan iemand toestaan
- o, cessi, cessum
(3de klasse: agere)
compos
+ gen/abl: volkomen meester van; in volle bezit van
- compos, compos; compotis
(2de klasse: vetus)
convenire
- samenkomen; ontmoeten; overeenkomen; +dat. passen bij; +ad/in + acc gelden voor
- io, conveni, conventum
(4de klasse: audire)
cupere
- verlangen, wensen; +dat iemand genegen zijn
- io, cupivi, cupitum
(5de klasse: capere)
cur?
Waarom? vragend bijwoord
deindi/dein
vervolgens, daarna
ecqui
- bijvoeglijk: wel enig?
- ecqua, ecquod; eccuius
vragend vnw
ecquis
- wel iemand, wel iets?
- ecquae, ecquid; eccuius
vragend vnw
efficere
- tot stand brengen, uitvoeren; afleiden, concluderen
- io, effeci, effectum
(5de klasse: capere)
facere
- maken, doen; +acc+acc maken tot, aanstellen als; +acc+gen (aliquid magni) (iets hoog) achten, schatten, (grote) waarden hechten aan (iets); +bijwoord (bene) zich (goed) gedragen; +ab/cum +abl aan iemands zijde staan; + (ut +) conj bewerkstelligen, maken dat
- io, feci, factum
(5de klasse: capere)
fugere
- enk ond.: vluchten, verbannen worden; +acc ontvluchten, mijden
- io, fugi, fugiturus
(5de klasse: capere)
habitare
- wonen, bewonen
- o, avi, atum
(1ste klasse: vocare)
iacere
- werpen, slingeren; uiten; bouwen
- io, ieci, iactum
(5de klasse: capere)
iam
al, dadelijk, voortaan bijwoord
inops
- arm, nutteloos; +gen: behoeftig aan
- inops, inops; inopis
(2de klasse: vetus abl op i)
invenire
- vinden, aantreffen, ontdekken
- io, inveni, inventum
(4de klasse: audire)
mittere
- zenden; werpen; uiten; vrijlaten; opgeven
- o, misi, missum
(3de klasse: agere)
nam
want, namelijk, inderdaad
nihil (nil)
- niets
- nullius rei
- onbepalend vnw
nonne
- (positief antwoord verwacht) niet? toch wel?
- vragend bijwoord
num
- (negatief antwoord verwacht) dan? toch niet?
- vragend bijwoord
parere
- baren; verwerven; veroorzaken; uitvinden
- io, peperi, partum
(5de klasse: capere)
per
+acc: gedurende, door
petere
- gaan naar; streven naar, vragen; aanvallen
- o, ivi/ii, itum
(3de klasse: agere)
ponere
- leggen, plaatsen; rangschikken; (kunstwerk/gebouw): opstellen, oprichten, opgeven
- o, posui, positum
(3de klasse: agere)
potissimum
vooral, voornamelijk (bijwoord)
potius
liever, eerder (bijwoord)
quaerere
- zoeken; vragen; onderzoeken; verlangen; trachten te verwerven
- o, quaesivi, quaesitum
(3de klasse: agere)
quaeso, quaesumus
+ ut + conj: ik verzoek dat, alsjeblieft
defect werkwoord
quam
partikel na comparatief: dan
quam
na tam: als (betr bijw)
quam?
hoezeer? (vragend bijw)
quando?
wanneer? (vragend bijw)
qui?
hoe? (vragend bijw)
(bijvoeglijk) welk? (quae, quod)
qui
- die dat
- quae, quod; cuius
(betr bijw)
quia
+ind omdat
quid?
wat? waarom? waartoe? (vragend bijw)
quinam
(bijvoeglijk) welke dan toch?
quaenam, quodnam; cuiusnam
(vragend vnw)
quinque
vijf
quis?
zelfstandig: wie? wat?
quae, quid
quisnam
(zelfstandig) wie dan toch?
quaenam, quidnam; cuiusnam
(vragend vnw)
quomodo
hoe? (vragend bijw)
quoque
ook, verder
rapere
- haastig grijpen; rukken; snel veroveren
- io, rapui, raptum
(5de klasse: capere)
recipere
- terugnemen, herwinnen, ontvangen; met reflexief vnw terugwijken; iets (+acc) op zich (ad se) nemen
- io, recepi, receptum
(5de klasse: capere)