Woordenschat Flashcards

1
Q

inconvenience

A

ongemak (het)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

inheritance

A

erfgoed (het)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

education

A

opleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

mediocre

A

matig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

unintentional

A

onbedoeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

presumption

A

vermoeden (het)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

matter/affair

A

aangelegenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wing

A

vleugel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

height

A

hoogte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

length

A

lengte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

width

A

breedte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

weight

A

gewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

strength

A

sterkte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

weakness

A

zwakheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

adult

A

volwassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

eagle

A

arend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

duck

A

eend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

in connection with

A

in verbond met

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

to order

A

bestellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

angry

A

boos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

livid

A

razend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

everything was ok?

A

alles naar wens geweest?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

affordable

A

betaalbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

just/only

A

slechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
thin/sparse
dun
26
fat
dik
27
permitted
toegestaan
28
banned
verboden
29
pedestrian
voetganger
30
vehicle
voertuig
31
by any chance
toevallig
32
design
ontwerp (het)
33
to establish/set up
oprichten
34
mist
mist
35
to fit
passen
36
available
beschikbaar
37
fairly
behoorlijk
38
add
toevoegen
39
remove
verwijderen
40
increase
toenemen
41
decrease
afnemen
42
supervision
toezicht
43
to appear
verschijnen
44
threatened
bedreigd
45
to defeat
verslaan
46
memory
geheugen (het)
47
distinguish oneself
zich onderscheiden
48
distinguish/tell apart
onderscheiden
49
distinction
onderscheid (het)
50
difference
verschil (het)
51
of course
uiteraard
52
essentially
wezenlijk
53
importance
belang (het)
54
education
onderwijs (het)
55
-ish, -esque
achtig
56
as soon as
zodra
57
threaten
dreigen
58
indication
aanduiding
59
in short
kortweg
60
to apply, to be valid
gelden
61
development
ontwikkeling
62
original
oorspronkelijk
63
virtually, almost
vrijwel
64
understand
verstaan
65
grasp
begrijpen
66
object
voorwerp (het)
67
rarely, seldom
zelden
68
not seldom
niet zelden
69
often
dikwijls
70
often
vaak
71
shift/move aside
verschuiven
71
exclusively
uitsluitend
72
influx
toestroom
73
relationship
verhouding
74
upwards
opwaarts
75
upwards
omhoog
76
downwards
naar beneden
77
to consider
beschouwen
78
size
maat/grootte
79
smaller size
mindere mate
80
growth
groei
81
to warn
waarschuwen
82
to adjust
aanpassen
83
complete
volledig
84
least populated
dunst bevolkt
85
just a bit more than
net ietsje meer dan
86
to get to know someone
leren kennen
87
to meet
ontmoeten
88
story
verhaal (het)
89
the most controversial topic
het meest omstreden onderwerp
90
to announce
aankondigen
91
applause
applaus (het)
92
clearly
duidelijk
93
stay calm
wees gerust
94
ratio
verhouding
95
in the near future
in de nabije toekomst
96
hospitable
gastvrij
97
flat, boring
plat
98
exciting
spannend
99
to permit
vergunning
100
soon (quickly)
gauw
101
annoying
vervelend
102
inconvenient, difficult
lastig
103
surpising
verrassend
104
surprise
verrassing
105
current
heudig
106
past
verleden (het)
107
to ensure, to care for
zorgen
108
fierce
heftig
109
hypothetical
hypothetisch
110
to afford
veroorloven
111
monotonous
eentonig
112
various
gevarieerd, allerlei
113
solution
oplossing
114
boring
saai
115
wage, salary
loon (het)
116
trifle (something small)
kleinigheid (het)
117
relation
betrekking
118
resource
middel (het)
119
daily routine
de dagelijkse sleur
119
make known
bekend maken
120
ferry
vierboot
121
toy
speelgoed (het)
122
toy (playground equipment)
speeltuig (het)
123
accompaniment, guidance
begeleiding
124
license plate
nummerboord
125
to enlarge, enrich
uitbreiden, verrijken
126
freight
vracht
127
truck
vrachtwagen
128
to request
verzoeken
129
to prepare
voorbereiden
130
to delay
vertragen
131
to endure, to tolerate
verdragen
132
mistake (something for something else)
aanzien
133
evade/dodge
ontwijken
134
parting/farewell
afscheid (het)
135
alienated
vervreemd
136
peak
hoogtepunt, top
137
reasonable
redelijk
138
as it were
als het ware
139
float
drijven
140
for the first time in my life
voor het eerst in mijn leven
141
doubt
twijfel
142
to be confused
in de war zijn
143
doesn't matter
het maakt niet uit
144
sure
zeker weten
145
this belongs to me
dit is van mij
146
this is part of me/belongs to me
dit hoort bij mij
147
to experience
ervaren
148
soon
straks
149
vulnerable
kwetsbaar (zijn VOOR)
150
to save
opslagen
151
shirt
hemd (het
152
to come from something
afkomstig van
153
forgiveness
vergiffenis
154
to forgive
vergeven
155
confirm, validate
bevestigen
156
obvious
dat ligt voor de hand
157
gradually, slowly
langzamerhand
158
recently
onlangs
159
to experience
beleven
160
conscience
geweten (het)
161
to kill
vermoorden, doden
162
match
wedstrijd
163
atmosphere
sfeer
164
hostile
vijandig
165
to strike
staken
166
because of this
hierdoor (daardoor)
167
prisoner
gevangene
168
to take place
plaatsvinden
169
reluctant, reticent
terughoudend
170
react
reageren
171
invitation
uitnodiging
172
that sounds fantastic
dat lijkt me fantastisch
173
travel around
rondreizen
174
attention
attentie
175
the one (person)
degene (wil degene met de rode auto de auto zo snel mogelijk weghalen?)
176
freedom of expression
de vrijheid van meningsuiting
177
contemporary
hedendaagse
178
most likely
waarschijnlijk
179
to flee
ontvluchten
180
under supervision
onder begeleiding
181
curious
nieuwsgierig
182
almost impossible
vrijwel onmogelijk
183
everywhere
overal
184
opposers
tegenstanders
185
I love chocolate
ik ben dol over chocola
186
that simply won't happen
dat gaat simpelweg niet gebeuren
187
on top of that
bovendien
188
serious
eerlijk
189
since then
sindsdien
190
because of that
daardoor
191
to commit
plegen/gepleegd (een moord plegen)
192
to stage a coup
een staatsgreep plegen
193
it is difficult to come by
het is ver te zoeken
194
prison sentence
celstraf
195
overwhelming
overweldigend
196
appointment
afspraak
197
world stage
het wereldtoneel
198
stage
het toneel
199
honest
eerlijk
200
unclear/unknon
onduidelijk
201
opposite
het tegenoverstelde
202
crowd
menigte
203
haggle/negotiate
afdingen
204
suddenly
opeens, plotseling
205
To permit
Vergunnen, toestaan
206
To suffer
Lijden
207
Policy
Beleid (het)
208
Contribution
Bijdrage
209
To receive
Ontvangen
210
To perform a task
Een taak uitvoeren
211
Secretly
Heimelijk
212
Secret operation
Geheime operatie
213
Secret
Geheim (het)
214
To spend
Besteden, uitgeven
215
Imagine
Voorstellen
216
Damage
Schade
217
To cause
Aanrichten, veroorzaken
218
Astonishingly
Verbijsterend genoeg
219
Poll
Peiling
220
The double
Het dubbele
221
Closer
Nader
222
Emphasis
Nadruk
223
Disguised
Vermomd
224
To state
Vermelden
225
Far from everyone
Langs niet iedereen
226
Jealous
Jaloers
227
To leave
Aftrekken (ook vertrekken als het over treinen of vluchten gaat)
228
To approve
Keuren
229
To fight
Bestrijden
230
To wipe
Vegen
231
To change
Veranderen, wijzigen, afwisselen
232
To exchange
Ruilen
233
To offer
Aanbieden
234
Public broadcasting
De publieke omroep/het publiek bestel
235
To base/to be based
Stoelen/gestoeld zijn
236
Body of thought/belief system
Gedachtegoed
237
The press
De pers
238
Bármely
Nauwelijks; amper
239
As the successor of
Ter vervanging van
240
Beautiful
Fraai (mooi)
241
Bear the risk
Het risico dragen
242
The program (radio, tv)
De aflevering
243
I live in
Ik ben woonzaam in
244
Nearby
Vlakbij, dichtbij
245
Not as much as you would think
Niet zo veel als je zou verwachten
246
Verdedigen
To defend (in court)
247
Boeiend
Fascinating