Woordenschat 003 Flashcards
1
Q
Le gout
A
de smaak
2
Q
croquant
A
krokant
3
Q
lβensemble
A
het geheel
4
Q
entier
A
heel
5
Q
decorer
A
versieren
6
Q
coller
A
kleven
7
Q
chauffer
A
opwarmen
8
Q
refroidir
A
afkoelen
9
Q
le frigo
A
de koelkast
10
Q
le congelateur
A
de diepvriezer