woordenlijst deel 7 Flashcards
opgenomen worden in een groter geheel; in de samenleving
integratie(s)/ geïntegreerd, integreren
geërgerd, geïrriteerd, geprikkeld, humeurig
kregelig
beroepsplicht om te zwijgen over dingen die je weet uit privésfeer van anderen
beroepsgeheim(en)
speciaal, in het bijzonder, met bepaalde kenmerken
specifiek/ de specificiteit
blijvend volhouden
volhardend/ de volharding, volharden
eenzaam, alleen, geïsoleerd
solitair/ solo
vastberaden, flink, aanpakkend, daadkrachtig
doortastend
van pas, als gelegen, komen, geschikt
opportuun/ de opportuniteit, de opportunist
een ingesteldheid hebben om de kansen te grijpen
opportunistisch/ de opportuniteit, de opportunist
belastend, wat iemand in opspraak kan brengen (negatief kan zijn voor iemand)
compromitterend
iemand die met iemand anders contact onderhoudt
correspondent(en)/ corresponderen
met iemand van op een (verre) afstand informatie uitwisselen via brieven, email
corresponderen/ de correspondent
kort
beknopt
aanvullen met recente informatie
updaten/de update
volledig uitgedroogd (landschap)
verdord
de bovenhand nemen, sterker zijn dan de andere
domineren/ de dominant
een prijs krijgen
bekroond worden/ bekronen, de bekroning
uitzoeken hoe iets precies in elkaar zit, oncijferen
ontrafelen/ de ontrageling
op een korte of beknopte manier beschrijven met woorden
kort schetsen/ de schets
zich geleidelijk ontwikkelen
evolueren/ de evolutie
het einde
afloop, aflopen/ aflopen
iemand die graag in een stad woont,verblijft
stadsmus(sen)
sober, pover, weinig, talrijk
karig
iets bereiken, winnen of behalen, net voor iemand anders
wegkapen