Woordenlijst 2 Flashcards
Thuis
Home
Uur
Hour
Veel
Many
Wakker
Awake
Avond, de
The evening
Dag, de
The day
Door de week
Through the weekend
Gisteren
Yesterday
Kiezen
To choose
Maand, de
The month
Middag
Afternoon (12am-18pm)
Morgen
Tomorrow
Morgen, de
The morning
Nacht, de
The night (12pm-06am)
Ochtend, de
The morning
Of
Or
Rijden
Drive/ride
S’ avonds
In the/during the evening
S’middags
In the/during the afternoon
S’ morgens
In the/during the mourning
S’nachts
In the/during the night
S’ochtends
In the/during the mourning
Sporten
To play sports
Tussen de middag
Meio dia/ hora de almoço
Vanavond
This evening
Vanmiddag
This afternoon
Vanmorgen/vanochtend
This morning
Volgend
Next
Vorig
Previous/the last
Vrij
Free
Week, de
The week
Weekend, het
The weekend
Aflopen
To end something
Alweer
Again/already
Collega, de
O colega
Eten
Eat
Feest, het
A festa
Graag
Please/like to
Half
Half
Hoe laat
How late
Klaar
Ready/done
Lezen
Read
Over (kwart over twee)
Past
al
Already
Beste
Dear (i)
Geboren
Born
Precies
Exactly/precisely
Hartelijk gefeliciteerd
Happy Birthday
Programma, het (tv)
The program
Tijd, de
The time
Hartelijke Groeten, de
Kind regards
Verjaardag, de
Aniversário
Het bericht
The message
Jarig
Birthday
Voor (vijf voor acht)
Before/For
Jong
Young
Vriendin
Friend
Kalender, de
Calendar
Station
Station
Lieve
Dear
Tot
Till
Vaak
Often
Oud
Old
Vakantie
Vacation
Pas (pas 19)
Only 19
Toch (dat is toch niet oud)
Are you?
Ziekenhuis, het
The Hospital
Tot (tot zaterdag)
Until
Vieren
Celebrate
Wanneer
When
Wc, de
Toilet
Worden
To become