Woordenboek Flashcards
1
Q
Uitleggen
A
لشرح
2
Q
Zenuwachtig
A
متوتر
3
Q
Noemen
A
ذكر
4
Q
Voorbeelden
A
أمثلة
5
Q
Aangeven
A
تشير
6
Q
Solliciteren
A
تطبيق
7
Q
Bespreken
A
مناقشة
8
Q
Armoede
A
الفقر
9
Q
Klasgenoten
A
زملاء الصف
10
Q
Praktijk lokaal
A
غرفة التمرين
11
Q
Arbo arts
A
Als ben je ziek je moet naar arbo arts
12
Q
مطار
A
Luchthaven
13
Q
سكة قطار
A
spoor weg
14
Q
الحريه
A
Vrijheid
15
Q
حديقة الحيوانات
A
Dierentuin