Woorden met d of t Flashcards

1
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

HON…

A

D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

ZWAR…

A

T

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

VIJAN…

A

D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

HON…

A

D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

VRIEN…

A

D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

FLUI…

A

T

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

MAN…

A

D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

HON…

A

D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

KAN…

A

T

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

RAN…

A

D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

BAN…

A

D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

LAN…

A

D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

KOR…

A

T

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

KAS…

A

T

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

ROO…

A

D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

ZOE…

15
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

MON…

16
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

BLIN…

17
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

STRAN…

18
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

VEL…

19
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

GRON…

20
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

BLAAS…

21
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

KIN…

22
Q

Maak het woord af.
Kies uit d of t.
Lees dan het hele woord.
(Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.)

BA…

23
Maak het woord af. Kies uit d of t. Lees dan het hele woord. (Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.) LO...
T
24
Maak het woord af. Kies uit d of t. Lees dan het hele woord. (Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.) RUN...
D
25
Maak het woord af. Kies uit d of t. Lees dan het hele woord. (Tip: als je het woord langer maakt, hoor je welke letter het moet zijn.) STUN...
T