WOll proef 3 Flashcards

1
Q

accommodatie

A

aanpassing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

appeasementpolitiek

A

idee van Engeland en Frankrijk om hitler zijn gang te laten gaan om geen oorlog te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anschluss

A

de inlijving van Oostenrijk bij Duitsland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

antisemitisme

A

jodenhaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

April-/meistakingen

A

staking tegen de gedwongen tewerkstelling van Nederlandse arbeiders in Duitsland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Arbeidseinsatz

A

de gedwongen tewerkstelling van Nederlandse arbeiders in duitsland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Blitzkrieg

A

bliksemoorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

collaboratie

A

meewerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dawesplan

A

Amerikaans plan om geld te lenen aan Duitsland zodat Duitsland de herstelbetaling kon betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dolkstootlegende

A

het idee dat Duitsland WOl had verloren omdat democraten, joden, communisten en socialisten hun hadden verraden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dolle Dinsdag

A

veel nederlanders gingen feest vieren omdat ze dachten dat het voorbij was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Einsatzgruppen

A

specialen eenheden om joden te doden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Endlösung

A

eindoplossing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Entartete Kunst

A

term die werd gebruikt door de nazi’s voor ongewenste kunst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Erfüllungspolitik

A

het idee dat Duitsland zich aan de bepaling van het Verdrag van Versailles zou houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

fascisme

A

politieke stroming met bepalen kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Februaristaking

A

algemene staking in februari

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

führer

A

Duits woord voor leider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

genocide

A

een moord op een heel volk

19
Q

Holocaust

A

systematische moord op 6miljoen joden en miljoenen andere mensen die door de nazi’s als tegenstanders gezien werden

20
Q

Hongerwinter

A

hongersnood in het westen van nederland in de winter van 1944-1945

21
Q

Kristallnacht

A

gewelddadige aanval op joden in Duitsland, Oostenrijk-hongarije en sudenteland

22
Q

Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO)

A

landelijk netwerk van verschillende onderduikorganisaties

23
Q

Lebensraum

A

levensruimte

24
Q

interbellum

A

de tijd tussen WOl en WOll

25
Q

Machtigingswet

A

wet die hitler 4 jaar lang alle macht gaf

26
Q

Market Garden

A

plan van geallieerden om bij Arnhem een brug over de rijn te veroveren

27
Q

nationaalsocialisme

A

fascistische politieke stroming met belangrijke kenmerken

28
Q

nazi’s

A

aanhangers van de NSDAP

29
Q

Nederlands Arbeidsfront

A

Nederlandse arbeidsorganisatie die onder controle stond van de Duitsers

30
Q

Nederlandse Unie

A

Organisatie tijdens de Duitse bezetting van Nederland die met de Duitsers wilde samenwerken

31
Q

Neurenberger Wetten

A

wetten die joden het staatsburgerschap van Duitsland ontnamen

32
Q

niet-aanvalsverdrag

A

verdrag waarin is afgesproken elkaar niet aan te vallen

33
Q

NSB

A

nationaal socialistische beweging

34
Q

NSDAP

A

nationaal socialistische Duitse arbeiders partij

35
Q

parlementaire democratie

A

Een bestuursvorm waar gekozen volksvertegenwoordigers in het parlement beslissingen nemen over het land.

36
Q

propaganda

A

Reclame voor een politiek doel

37
Q

Republiek van Weimar

A

bestuursvorm in duitsland

38
Q

rijkscommissaris

A

Vertegenwoordiger van het Duitse gezag in bezette gebieden

39
Q

rijksradio

A

Nederlandse radio-omroep die onder controle stond van de Duitsers

40
Q

shoah

A

De systematische moord op 6 miljoen Joden en miljoenen andere mensen die door de nazi’s als tegenstanders gezien werden

41
Q

spoorwegstaking

A

Staking in 1944 om ervoor te zorgen dat de verbindingslijnen van het Duitse leger bemoeilijkt werde

42
Q

totalitair

A

De staat is overal aanwezig en bepaalt alles

43
Q

V1’s en V2’s

A

Vliegende bommen en raketten die aan het eind van de oorlog door Duitsland gebruikt werden

44
Q

verdrag van Versailles

A

Vredesverdrag dat officieel een einde maakte aan WO I

45
Q

verzet

A

Je ergens tegen verzetten

46
Q

vrijkorpsen

A

Gewapende rechtse groepen die linkse tegenstanders en Joden aanvielen