Wk 1: Flashcards
Wat is een rechtshandeling idzv art. 3:33 BW?
‘Een op rechtsgevolg gericht wil die zich door verklaring heeft geopenbaard.’ Impliceert dat het rechtgevolg moet zijn beoogt dus wijzigen/ontstaan/tenietgaan rechtsrelatie. Wil en verklaring moeten overeenstemmen.
Wat blijkt er uit HR Blauuboer/Berlips?
Relativiteitsbeginsel; verbintenissen gelden in primo alleen tussen partijen en hebben ergo dus geen absolute werking. Rechtsopvolger algemene titel treedt als het ware in schoenen van voorganger dus dan wél gebonden aan verbintenissen van voorganger, rechtsopvolger onder bijzondere titel ib. niet.
Relativiteitsbeginsel, relatieve werking verbintenissenrecht
Wat zijn de beginselen uit het contractenrecht?
- Contractvrijheid: men is ib. vrij om zich te verbinden op welke wijze dan ook
- Beperkingen -> mededingsrecht/bescherming zwakkere partij
- Pacta sund servanda -> afspraak = afspraak, consequenties verbonden aan niet nakoming
Wat is het verschil tussen een rechtshandeling en een feitelijke handeling?
Rechtshandeling is gericht op het wijzigen van een rechtsverhouding.
Verklaring idvz art. 3:37 Bw
Uitdrukking van beginsel van consensualisme: verklaring kan in beginsel op elke manier geschieden behoudens wettelijke uitzonderingen.
Ontvangstheorie: een tot een bepaalde persoon gerichte wil moet deze persoon hebben beriek om haar werking te hebben. Brief op mat, email in postvak, mondeling terstond
-> risicocorrectie: indien te wijtten aan eigen schuld = telt niet
Is intrekking van een verklaring (3:37) mogelijk, wanneer?
Mogelijk mits intrekking ontvanger eerder/tegelijkertijd bereikt -> 1e verklaring heeft juridisch gezien nooit bestaan.
Hoe komt een ovk totstand?
- Ovk komt tot stand door aanbod en aanvaarding (6:217)
- Sprake van aanbod en een aanvaarding -> beide zijn rh (3:35 jo. 3:33) & verklaringen (3:37)
- A&A dient van beide wil overeen te stemmen met verklaring
- Aanbod = voorstel om ovk aan te gaan -> dient voldoende bepaald te zijn (enkele aanvaarding maakt ovk) en gericht te zijn tot persoon/personen.
- Aanvaarding = ja zeggen
- 6:221 -> schriftelijk aanbod tijdig aanvaard, mondeling terstond
- 6:224 -> indien eigen schuld niet tijdig bereiken wordt geacht ovk tot stand gekomen op tijdstip waarop deze zonder fout zou zijn ontvangen
- 6:225 -> sprake van significante verandering (bijv. lagere prijs) dan is dan een nieuw aanbod!!!
Wat is een openbaar aanbod?
Uitnodiging tot onderhandeling door bijv. advertentie, koper kan dan bieden. Verkoper kan bod afwijzen/accepteren indien sprake van een individueel bepaalde zaak waarbij de persoon van de koper belangrijk is.
Hoe vervalt een aanbod?
- Het wordt verworpen
- Door tijdsverloop
a. Termijn gesteld en het termijn is verlopen
b. 6:221 1&3 -> mondeling = onmiddelijk aanvaarden, schriftelijk = binnen een redelijk termijn - Herroeping: rh waarbij je verklaard dat het aanbod niet meer geldig is
Wanneer is herroeping mogelijk?
In beginsel mogelijk tenzij het aanbod onherroepelijk is door termijn of optie (6:219 lid 1&3) ZOLANG NIET AANVAARDT/AANVAARDINGSVERKLARING VERZONDEN
Uitzondering: vrijblijvend aanbod, die mag ook na aanvaarding mits onverwijld herroepen
Wat is het verschil tussen herroeping en intrekking?
- Intrekking kan voor elke verklaring. Herroeping alleen voor aanbod.
- Intrekking kan zolang eerder/tegelijk aangekomen met 1e verklaring. Herroeping kan zolang het aanbod niet is aanvaard/verstuurd.
- Bij intrekking heeft het aanbod nooit bestaan, bij herroeping vervalt het aanbod.
Wat blijkt er uit HR Bunde/Erckens?
Of er een ovk is gesloten en wat daarvan de inhoudt is hangt af van waar partijen over en weer op mochten vertrouwen ex. art. 3:33. Rol kan spelen 1) een opvatting logischer dan andere 2) vaststaande technische betekenis 3) deskundige bijstand 4) te rijmen met het beoogde resultaat.
Wilsvertrouewensleer, vertrouwensbescherming art. 3:35
Wat houdt de vertrouwensbescherming uit art 3:35 in?
Gerechtvaardigd vertrouwen van wepa wordt beschermd. Dit betekend dat wepa mag vertrouwen dan wil = verklaring Vertrouwen is NIET gerechtvaardigd indien wepa feiten/recht kende of behoorde te kennen (evt. onderzoeksplicht)
Uitzonderding ogv r&b
Wilsvertrouwensleer
In welke gevallen kan er worden beroepen op art. 3:33?
Bij het 1) ontbreken van duidingswil (misverstand) en het 2) ontbreken van handelingswil (verspreking/verschrijving)
1) Ontbreken van duidingswil (art. 3:35 jo 3:11 jo HR Bunde)
i. Art. 3:35 -> Het vertrouwen dient gerechtvaardigd te zijn naar omstandigheden, belangen en kundigheid partijen
ii. Art. 3:11 -> Onderzoekplicht, indien met twijfelt/behoorde te twijfelen aan overeenstemming wil met verklaring dient er te worden nagegaan of dat werkelijk zo is.
iii. HR Bunde -> Is ovk tot stand gekomen? Wat was logischer/vaste technische betekenis/bijstand/meer te rijmen?
2) Ontbreken van handelingswil (art. 3:35 jo. 3:11)
i. Art. 3:35 -> Gerechtvaardigd vertrouwen
ii. Art. 3:11 -> Onderzoeksplicht
wilsvertrouwensleer
Wat is volmacht 3:60 ?
In naam van principaal handelingen verrichten. Hieruit komt naar voren dat 1) men handelt in hoedanigheid vertegenwoordiger 2) zich gedraagt als vertegenwoordiger dit 3) kenbaar is voor 3e.