Wiskundige en trigonometrische functies Flashcards

1
Q

Berekent de som

A

SUM(getal1;getal2;…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

telt cellen bij elkaar op die aan een bepaald criterium voldoen

A

SUMIF(criteriumbereik, criterium; optelbereik)
vb.
=SUMIF(range, criteria, [sum_range])

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

telt cellen bij elkaar op die aan meerdere criteria voldoen

A

SUMIFS
krachtigere versie van SUMIF en kan je meerdere cirteria in plaats van slechts één
=SUMIFS(sum_range, criteria_range1, criteria1, [criteria_range2, criteria2], …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rond correct af

A

ROUND
ROUND(getal;aantal decimalen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

rondt naar boven af

A

ROUNDUP
ROUNDUP(getal;aantal decimalen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

rondt naar onder af

A

ROUNDDOWN
ROUNDDOWN(getal; aantal decimalen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geeft een willekeurig getal tussen 0 en 1

A

RAND

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

geeft een willekeurig geheel getal tussen de opgegeven onder en bovengrens

A

RANDBETWEEN
RANDBETWEEN(laagste;hoogte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

RAN

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly