Wiskunde Flashcards

defienities

1
Q

verzameling

A

Een verzameling is een groepering van dingen of objecten met een gemeenschappelijk kenmerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

deelverzameling

A

A is een deelverzameling van B als en slechts als alle elementen van A ook tot B behoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

geen deelverzameling

A

A is geen deelverzameling als en slechts als er minstens één element van A bestaat dat niet tot B behoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

doorsnede van A en B

A

De doorsnede van A en B is de verzameling van de elementen die tot A en B behoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

unie van A en B

A

De unie van A en B is de verzameling van de elementen die tot A of B behoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verschil van A en B

A

het verschil van A en B is de verzameling van de elementen die tot A maar niet tot B behoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zijde

A

Een zijde is een lijnstuk dat twee opeenvolgende hoekpunten verbindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

midden van een lijnstuk

A

het midden van een lijnstuk is het punt op het lijnstuk dat even ver van de grenspunten van dat lijnstuk ligt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

veelhoek

A

een veelhoek is een vlakke figuur die alleen door lijnstukken begrensd is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

diagonaal

A

Een diagonaal is een lijnstuk dat twee niet-opeenvolgende hoekpunten verbindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoek

A

Een hoek is een vlakke figuur bepaald door twee halfrechten met het zelfde grenspunt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ribbe

A

Een ribbe is een zijde van een zijvlak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

nulhoek

A

Een nulhoek is een hoek van 0°.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

scherpe hoek

A

Een scherpe hoek is een hoek die groter is dan de nulhoek en kleiner is dan 90°.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

rechte hoek

A

Een rechte hoek is een hoek van 90°.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gestrekte hoek

A

Een gestrekte hoek is een hoek van 180°.

15
Q

stompe hoek

A

Een stompe hoek is een hoek die groter is dan 90° en kleiner dan 180°.

16
Q

inspringende hoek

A

Een inspringende hoek is een hoek die groter is dan 180° en kleiner is dan 360°.

17
Q

volle hoek

A

Een volle hoek is een hoek van 360°.

18
Q

E hoekensom driehoek

A

De som van de hoeken in een driehoek is 180°.

In ^^ ABC : â(A)+B^+^C=180°

19
Q

bissectrice of deellijn

A

De bissectrice van een hoek is de rechte door het hoekpunt die de hoek in twee gelijke hoeken verdeelt.