Geschiedenis Flashcards

begrippen

1
Q

de continuïteit

A

als er iets of nauwelijks iets verandert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de historicus

A

wetenschapper die het verleden bestudeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de historische bron

A

een bron die informatie geeft over het verleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de historische ruimte

A

de plaats waar iets zich afspeelde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de hypothese

A

een veronderstelling die je gaat onderzoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de maatschappelijke domeinen

A

menselijke activiteiten op politiek, sociaal, economisch en cultureel vlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de onderzoeksvraag

A

een vraag die een wetenschapper stelt en waar hij door onderzoek een antwoord op geeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de periode

A

een afgebakend tijdvlak op een tijdlijn, op basis van kenmerken die typerend zijn voor die periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de primaire bron

A

een historische bron die afkomstig is uit de periode die wordt onderzocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de reconstructie

A

nabootsing van hoe iets is geweest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de secundaire bron

A

een historische bron die informatie haalt uit een andere bron en later tot stand komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de tijdrekening

A

een telsysteem om de tijd weer te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de verandering

A

als er iets verandert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly