What mediates the link between childhood maltreatment and depression? The role of emotion dysregulation, attachment and attributional style – Schierholz (2016) Flashcards

1
Q

Wat veroorzaakt kindermishandeling in het brein?

A

o Kindermishandeling veroorzaakt waarschijnlijk bepaalde neuro-endocrine en neuro anatomische veranderingen waardoor je kwetsbaarder bent voor depressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn volgens ander onderzoek de 3 mediatoren voor kindermishandeling?

A

 Emotie-regulering moeilijkheden, gehechtheid en attributiestijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • Emotie-regulering moeilijkheden
A

o Kindermishandeling leidt tot emotie-regulering problemen zoals problemen met labelen van affectieve toestanden, lage emotionele acceptatie en preferentieel gebruik van maladaptieve emotieregulering strategieën.
o Emotie-regulering problemen leiden dan weer tot depressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  • Gehechtheid
A

o Kindermishandeling leidt tot depressie doordat de vroege hechtingsrelaties verstoort worden
 Er is een relatie tussen kindermishandeling en onveilige hechting
o Vroege hechtingsrelaties voorspellen gedrag, gedachten, gevoelens bij interpersoonlijke relaties in volwassenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Attributiestijl
A

o Ervaringen van hulpeloosheid kunnen leiden tot depressieve, inferentiele stijlen die worden gekenmerkt door een tendens om negatieve levensgebeurtenissen toe te schrijven aan interne, stabiele oorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

o Er worden verschillende hypothesen getest. welke?

A

 Kindermishandeling leidt tot meer depressie
 Relatie tussen kindermishandeling en depressie wordt gemedieerd door emotieregulatie problemen, onveilige hechting en depressieve attributiestijlen
 Mediatoren hebben een indirecte invloed op relatie tussen kindermishandeling en depressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de belangrijkste resultaten?

A
  • Er werd een correlatie gevonden tussen kindermishandeling ernst en depressie ernst en het aantal depressieve periodes (hypothese 1)
  • De scores werden significant beïnvloed door de 3 mediatoren (hypothese 2)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Krachten van dit onderzoek?

A

Steekproef is groot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Limitaties?

A

 Cross-sectioneel onderzoek (er is longitudinaal onderzoek nodig)
 Zelfrapportage (lage betrouwbaarheid/validiteit)
 Er moet nog aangetoond worden of de resultaten repliceerbaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was ook interessant aan dit onderzoek over depressieve personen die meer bloot werden gesteld aan kindermishandeling hadden meer beperkingen in..

A

begrijpen/accepteren van emoties, zich inlaten met doelgericht gedrag, beheersen van impulsief gedrag en gebruiken van passende vaardigheden voor emotieregulatie
o Ook sneller de neiging te ontsnappen van nabijheid/intimiteit in relaties
o Schreven vaker negatieve levensgebeurtenissen toe aan interne gebeurtenissen (depressieve attributiestijl)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat werd er, ondanks de limitaties, ook in dit onderzoek gevonden als mediatoor naast emotie-regulatie problemen, vermijdende gehechtheid, depressieve attributiestijl?

A

PTSS symptoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly