WFT Vermogen artikelen Flashcards

1
Q

Hoe moet een geschiktheidsverklaring verstrekt worden?

A

Een geschiktheidsverklaring mag zowel op papier als digitaal aan de klant worden verstrekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat moet bij een onafhankelijk advies over beleggingsfondsen in het kader van de MiFID?

A

Bij een onafhankelijk advies worden verschillende beschikbare beleggingsfondsen en producten afgewogen. Daarbij mag het advies zich niet beperken tot beleggingsfondsen of producten die zijn uitgegeven of verschaft door de beleggingsonderneming zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt een geschiktheidstoets in?

A
In de inventarisatiefase moet een adviseur vaststellen of de klant de risico’s van beleggen begrijpt. 
De adviseur beoordeelt bij de klant:
• zijn financiële situatie;
• risicobereidheid;
• de beleggingsdoelstellingen; en
• zijn kennis en ervaring.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een geschiktheidsverklaring?

A

Hierin wordt ook onderbouwd waarom het advies
aansluit op de wensen en doelstellingen van de klant. Onder advies verstaan we hier ook het overgaan tot het kopen of verkopen van een portefeuille.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe vaak moet een adviseur een geschiktheidsverklaring opstellen?

A

1 x per jaar ingaan op de vraag of de manier van beleggen nog past bij de voorkeur en doelstelling van de klant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke regels zijn er bij de MiFID m.b.t. de communicatie?

A

Alle communicatie moet nu worden vastgelegd, ook communicatie die geen veranderingen aanbrengt in de beleggingsportefeuille.
Bewaartermijn is 5 jaar.

Elke drie maanden moet er gerapporteerd worden. Bij 10% of meer verlies bericht naar klant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke voorwaarden gelden er voor het niet verschuldigd zijn van schenkbelasting bij een ongelijke vermogensverdeling?

A

De goedkeuring geldt alleen als de partner die voorafgaand aan het huwelijk het meeste vermogen had, recht heeft op:
• minimaal de helft van de waarde van de gemeenschap; en
• maximaal dezelfde vermogensgerechtigdheid hebben als dat hij had voor het huwelijk. Kortom: zijn aandeel in het totale vermogen mag niet groter worden, zijn vermogen zelf wel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat geld m.b.t. de vergoedingsrecht?

A

Er ontstaat alleen een vergoedingsrecht als een van de partners vanuit het privévermogen investeert in een zaak (zoals de woning) van de andere partner of in een gezamenlijke zaak.

Berekenen:
Investering / oorspronkelijke waarde = vergoedingsrecht.

Vergoedingsrecht x waarde bij scheiding = vergoeding bij scheiding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer vallen de regels m.b.t. ex-kankerpatiënten onder de vragengrens?

A

Bij een ORV geldt de voorwaarde dat hij stopt voordat de verzekerde 71 jaar oud is.
Bij een uitvaartverzekering moet de verzekerde jonger dan 61 zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke termijnen gelden voor het aangeven van kanker bij ex-kankerpatiënten?

A

Boven 21 toen vastgesteld werd: min 10 jaar ziektevrij.
Onder 21 toen vastgesteld werd: min 5 jaar ziektevrij.

Verzekeraars mogen wel vragen naar de klachten als gevolg van kanker.

Er zijn kankersoorten waarvoor afwijkende termijnen gelden, hiervoor is een lijst op internet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe lang is partneralimentatie verschuldigd vanaf 1-1-2020?

A

De duur van de partneralimentatie wordt beperkt tot de helft van de duur van het huwelijk, met een maximum
van 5 jaar. Deze termijn geldt alleen voor nieuwe alimentatieverplichtingen vanaf 1 januari 2020.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bij huwelijken langer dan 15 jaar geldt een langere partneralimentatieduur. Waarvan is de duur afhankelijk?

A
  • De alimentatiegerechtigde is maximaal 10 jaar jonger dan de op dat moment geldende AOW-gerechtigde leeftijd. Deze doelgroep heeft recht op maximaal 10 jaar partneralimentatie.
  • Alimentatiegerechtigden tussen 50 en 57 jaar en ouder hebben recht op 10 jaar partneralimentatie. Deze uitzondering vervalt voor nieuwe gevallen vanaf 2027.
  • Alimentatiegerechtigden die jonger zijn dan 50 jaar, hebben recht op maximaal 5 jaar partneralimentatie. Voor deze doelgroep geldt dus geen uitzondering.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tot wanneer duurt het partneralimentatie als het jongste kind onder 12 jaar is?

A

De partneralimentatie duurt maximaal tot het jongste kind 12 jaar is geworden. De alimentatieperiode kan dan dus maximaal 12 jaar duren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe zit het met de aftrekbaarheid van partneralimentatie in box 1?

A

Aftrekbaar in box 1, maar het tarief daalt wel sinds 2020.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de gevolgen m.b.t. inkomstenbelasting bij tijdelijke verhuur van een gedeelte of volledige eigen woning?

A

De woning valt in box 1 en de huur is voor 70% belast in box 1.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke belastingregels gelden er m.b.t. langdurig verhuur van volledige eigen woning?

A

Woning valt in box 3, huur is onbelast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke belastingregels gelden er m.b.t. langdurig verhuur van gedeelte van eigen woning?

A

Woning valt deels in box 1, het verhuurde deel in box 3. Huur is onbelast.

Als kamerverhuurvrijstelling geldt:
woning valt in box 1 en huur is onbelast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

In welke mate wordt de zelfstandigenaftrek afgebouwd?

A

In 2021 met €360 per jaar, vanaf 2028 met €110 per jaar tot een bedrag van €3240 in 2036.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat veranderd er m.b.t. het aftrektarief van partneralimentatie?

A

Voor inkomens boven €68.507 kunnen vanaf 2021 slechts aftrekken tot 43%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe vaak moet er een Uniform Pensioenoverzicht (UPO) beschikbaar zijn voor een (gewezen) deelnemer?

A

1 x per jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe vaak moet een pensioenuitvoerder het UPO actief verstrekken aan de deelnemer?

A

1 x per jaar als geen mijn omgeving, in x per 5 jaar als wel mijn omgeving.

22
Q

Hoe lang van tevoren moet een pensioengerechtigde worden geïnformeerd over een korting op de pensioenuitkering?

A

3 maanden.

23
Q

Wat houdt Mijnwaardeoverdracht.nl in?

A

Op mijnwaardeoverdracht.nl kan een deelnemer eenvoudiger een individuele waardeoverdracht van zijn opgebouwde pensioen regelen.
De deelnemer kan zijn pensioenregelingen vergelijken en de gevolgen van overdracht zien.

De overdracht is gratis.

24
Q

Kan elk pensioen via Mijnwaardeoverdracht.nl overgedragen worden?

A

Nee, moeten wel aangesloten zijn bij de website en dekkingsgraad van zowel oude als nieuwe moet 100% zijn.

25
Q

Welk probleem speelde in het verleden bij expirerende lijfrenten van emigranten?

A

Een uitkerende lijfrente werd gezien als een nieuwe overeenkomst. De nieuwe overeenkomst valt onder het toezicht in het woonland van de emigrant. verzekeraars werkten meestal niet mee aan het uitvoeren ervan.

26
Q

Sinds maart 2018 is er een oplossing voor emigranten wiens lijfrentekapitaal expireert, waardoor het aankopen van een direct ingaande lijfrente mogelijk is. Hoe is dit opgelost?

A

De oplossing is dat de periodieke uitkering onder bepaalde voorwaarden gezien wordt als voortzetting van de bestaande overeenkomst.

27
Q

Emigranten met een expirerende lijfrente konden in veel gevallen geen direct-ingaande lijfrente-uitkering ontvangen. Vaak werden zij door de verzekeraar gedwongen om tot afkoop over te gaan. Wat is hiervan het gevolg?

A

Zij zijn dan in één keer inkomstenbelasting verschuldigd over de waarde van de lijfrente. Daarnaast was vaak revisierente verschuldigd.

28
Q

Sinds maart 2018 is er een oplossing voor emigranten bij wie het lijfrentekapitaal expireert, waardoor het aankopen van een direct ingaande lijfrente mogelijk is.

Voor welke lijfrenten geldt dit?

A

zowel voor een gerichte lijfrente als voor een kapitaalverzekering met een lijfrenteclausule

29
Q

Wat geldt m.b.t. de ingangstermijn van een oudedagsverplichting?

A

De oudedagsverplichting mag op zijn vroegst 5 jaar vóór de AOW-leeftijd ingaan en uiterlijk 2 maanden ná AOW-leeftijd..

Als de ODV wordt uitgekeerd vanaf 5 jaar voor de AOW-leeftijd, bedraagt de uitkeringsduur 25 jaar. De periode van uitkering vóór de AOW-leeftijd wordt opgeteld bij de uitkeringsduur van 20 jaar.

30
Q

Is het, fiscaal gezien, toegestaan om een ODV om te zetten in een lijfrente vóór uitkeringsfase?

A

Ja, de gehele ODV mag voortgezet worden in een bancaire of verzekerde lijfrente. De ingangsdatum is dan flexibeler, tot max 5 jaar na AOW-leeftijd.

Gedeeltelijk mag ook, maar dan moet resterend gedeelte ODV wel in 20 jaar uitgekeerd worden.

31
Q

Is het, fiscaal gezien, toegestaan om een ODV om te zetten in een lijfrente tijdens uitkeringsfase?

A

Dit kan, mits aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
• De volledige waarde wordt omgezet in een lijfrente.
• De belastinginspecteur moet vooraf toestemming geven.
• De dga moet voldoen aan de voorwaarden van het lijfrenteproduct.

Gedeeltelijk mag niet!

32
Q

Wanneer verwijs je een dga door naar een expert m.b.t. zijn ODV?

A

Als hij meer wil weten over de gevolgen van zijn ODV bij overlijden, scheiding en beëindiging van zijn vennootschap.

33
Q

Wat voor gevolgen zijn er voor overbruggingslijfrenten en pensioenen door de temporisering verhoging AOW-leeftijd?

A

Moeten stoppen als AOW leeftijd behaald wordt, anders niet fiscaal zuiver. Tenzij voldaan wordt aan bepaalde voorwaarden.

34
Q

Voor welke doelgroep is een PEPP met name interessant?

A

Voor werknemers die werken en leven in de verschillende lidstaten van de Europese Unie.

35
Q

In welke pijler bevindt het PEPP zich na invoering?

A

De Raad van de Europese Unie (EU) heeft op 14 juni 2019 ingestemd met het Pan Europees Persoonlijk Pensioenproduct (PEPP). Hiermee komt een nieuw aanvullend product voor vrijwillige pensioenopbouw in de derde pijler.

36
Q

Wat is het doel van een PEPP?

A

Het doel van dit product is om meer concurrerende producten op de Europese pensioenmarkt te krijgen. Door de concurrentie te vergroten, hebben consumenten meer keuzemogelijkheden.

37
Q

Waarom wordt het te bereiken ouderdomspensioen sinds september 2019 weergegeven in meerdere bedragen?

A

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vindt het belangrijk dat deelnemers meer dan nu inzicht krijgen in hun te verwachten pensioen. Daarnaast moet het duidelijk zijn dat dit ook meer of minder kan worden.

38
Q

Mijnpensioenoverzicht en het UPO zijn uitgebreid met meerdere scenariobedragen. Op welke pensioenregelingen zijn de verschillende scenariobedragen inzichtelijk?

A

De verschillende scenariobedragen worden weergegeven bij beschikbare premie- en uitkeringsovereenkomsten.

39
Q

Vanaf september 2019 moet het te bereiken pensioen op www.mijnpensioenoverzicht.nl in drie scenario’s worden weergegeven. Welke drie scenario’s zijn dit?

A

Een optimistisch, verwacht en pessimistisch scenario.

40
Q

Waarom wordt pensioen onder normale omstandigheden gekort op een WW-uitkering?

A

Doordat pensioen, net als een WW-uitkering, wordt gezien als een inkomensvervangende uitkering vanwege werkeloosheid.

41
Q

Welke uitzonderingen zijn er op de regel m.b.t. het korten van een WW-uitkering door pensioen uitkering?

A
  • als het gaat om de pensioenuitkering die al wordt ontvangen vóór werkloosheid;
  • als het gaat om de pensioenuitkering die wordt ontvangen voorafgaand aan het dienstverband waaruit de WW-uitkering komt;
  • Is de WW-uitkering al een keer gekort? Dan gebeurt dit niet nogmaals.
42
Q

In de uitkeringsfase moeten de periodieke uitkeringen uit een lijfrente voldoen aan voorwaarden.

Welke voorwaarden zijn dit?

A

de periodieke uitkering moet vast en gelijkmatig zijn

43
Q

Een klant mag kiezen voor een kortere rentevastperiode dan de uitkeringsduur. De hoogte van de periodieke uitkeringen zijn vooraf niet vastgelegd.

Aan welke voorwaarde moet worden voldaan?

A

Na afloop van de rentevast periode moet de aanbieder een nieuwe annuïtaire berekening voor de nieuwe rentevastperiode maken.

44
Q

Op welke manier kan een lijfrentebeleggingsrecht voldoen aan de voorwaarde dat de periodieke uitkeringen vast en gelijkmatig moeten zijn?

A

door aan het begin van de uitkeringsfase het aantal beleggingseenheden vast te zetten

45
Q

De Belastingdienst heeft duidelijk gemaakt hoe een vaste en gelijkmatige periodieke uitkering werkt bij een lijfrente.

Welke lijfrente voldoet aan de voorwaarden?

A

Een bancaire lijfrente met een variabele rente.

46
Q

Welke verandering is er m.b.t. het box 2 tarief?

A

In 2021 stijgt het tarief t.o.v. 2020 naar 26,90%

47
Q

Welke verandering is er m.b.t. vennootschapsbelasting?

A

De eerste schijf stijgt tot 395.000. Het tarief blijft 15%. tweede schijf 25%.

48
Q

Wat geldt bij het afkopen van lijfrente bij langdurende arbeidsongeschiktheid?

A

Koopt een belastingplichtige zijn lijfrente af door langdurige arbeidsongeschiktheid? Dan hoeft hij alleen revisierente te betalen over het deel van het afkoopbedrag dat hoger is dan het wettelijk maximum. Het wettelijk maximum is € 42.460,- in 2021. Een belastingplichtige betaalt dan geen revisierente meer over het volledige afkoopbedrag.

49
Q

Wat geldt bij te veel gestort in een lijfrente dan fiscaal toegestaan?

A

Als een belastingplichtige meer stort in een lijfrente dan fiscaal is toegestaan, kan de belastingplichtige het te veel betaalde bedrag laten terugstorten.

Er kunnen zich twee situaties voordoen:

Te veel gestort, maar niet meer dan € 2.269,-. De belastingplichtige kan het te veel meteen terug laten storten.
Te veel gestort, meer dan € 2.269,-. Er is toestemming nodig van de belastinginspecteur. De inspecteur geeft een ‘verklaring geruisloze terugstorting’ af voor de te hoge storting. Dan wordt niet alleen het bedrag boven deze € 2.269,- teruggestort, maar alles wat te veel is gestort.

50
Q

Bij welke aanbieders kan je terecht voor een alimentatielijfrente?

A

zowel bij verzekeraars, banken als beleggingsinstellingen

51
Q

Behoudt het overgangsrecht per 1 januari 2021 op een zuivere saldolijfrente?

A

Nee, in het Belastingplan 2020 is afgesproken het overgangsrecht laten vervallen voor de zuivere saldolijfrenten per 1 januari 2021. Dat zou betekenen dat deze lijfrenten overgaan van box 1 naar box 3. Voor deze overgang zou een afrekenverplichting plaatsvinden over de waarde op 31 december 2020.

52
Q

Op welke wijze wordt een hybride lijfrente belast?

A

Het overgangsrecht op deze lijfrenten houdt in dat de uitkeringen worden belast in box 1 volgens de saldomethode uit de Wet IB 1964. Deze saldomethode houdt in dat alleen belasting moet worden betaald als er meer wordt uitgekeerd dan er aan premie is betaald.