Wetten van Mendel

Question 1

uniformiteitswet

Answer 1

bij kruising van 2 homozygoten die slechts in 1 kenmerk verschillen, instaan hybriden die allen hetzelfde uiterlijk kenmerk hebben

Question 2

reciprociteitsregel

Answer 2

het maakt niet uit of men bij kruising van 2 planten of dieren voor een bepaald kenmerk een vader of moeder neemt

Question 3

kwadraat van Punnett

Answer 3

combinatieschema

allelen V. x allelen M.

Question 4

splisingswet

Answer 4

bij kruising van 2 heterozygote. die slecht 1 kenmerk verschillen, ontstaan nakomelingen met een verschillend uiterlijk volgens een vast fenotypische verhouding van 3:1 bij een dominante / recessieve overerving

Question 5

intermediair kenmerk

Answer 5

mengvorm van 2 allelen

geen enkel domineert

Question 6

onafhankelijkheidswet

Answer 6

bij kruising van 2 homozygoten die in meer dan 1 kenmerk verschillen, worden deze kenmerken onafhankelijk van elkaar overgeërfd

Question 7

letale allelen

Answer 7

allelen die in homozygoot genotype geen levensvatbaar individu opleveren

deel nakomelingen niet of dood geboren

Question 8

multiple allelen

Answer 8

allelen waarvan er per gen meer dan 2 voorkomen

ABO-bloedgroepensysteem

Question 9

pleiotropie of polyfenie

Answer 9

1 gen verantwoordelijk voor meer dan 1 kenmerk

albinisme

Question 10

polygenie

Answer 10

interactie tussen genen waarbij meerdere genen samenwerken voor 1 fenotypisch kenmerk

oogkleur
huidskleur
lichaamslengte

Question 11

cryptomerie

Answer 11

interactie tussen genen waarbij het ene gen het effect van een ander gen beïnvloedt

bij sommige genotypen blijft de aanwezigheid van 1 vd genen verborgen (aka cryptomeer)