werkcolleges Flashcards

1
Q

waarom is flagelline een goed molecuul om te kiezen voor het triggeren van een immuunrespons?

A

het is geconserveerd DNA (dus muteerd weinig, omdat het belangrijk voor de fitness is en random mutaties ervoor zorgen dat er fouten ontstaan in de ontwikkeling van de flagel?)

het is op het celoppervlak

een flagel is iets wat niet voorkomt bij plantencellen, dus de plant weet sws dat het niet lichaamseigen is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar worden effectoren door type III en type IV secretiesystemen geïnjecteerd?

A

in de apoplast of het cytoplasma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat betekend het als bij een GUS reposter system het deel blauw kleurt?

A

dat betekend dat daar genexpressie is van het onderzochte gen, het kleurt blauw omdat het GUSgen (dat gekoppeld is aan het gewenste gen) na expressie het enzym GUS maakt, wat het substraat X-gluc splitst.

een van de producten daarvan is een indigo kleurstof, wat de plaats waar genexpressie van GUS plaatsvind een blauwe kleur geeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voor welke groep MOs is 16s rDNA amplicon sequencing?

A

voor bacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

naar welke regios wordt gekeken bij de 16S regio?

A

hypervariabele regio’s, dit is handig omdat je zo diversiteit tussen verschillende bacteriën kan identificeren. de regio’s zijn V3-V7.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het probleem met mitochondria en chloroplasten bij het analyseren van het plant microbioom?

A

deze organellen waren ooit prokaryoten die zelfstandig leefden, hierdoor hebben ze dezelfde 16S rDNA marker, waardoor je resultaten voor een groot deel zullen bestaan uit mito/chloro data.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat voor soort molecuul is een Nod-factor/Myc-factor?

A

een acylated lipochitooligosacharide (LCO)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

met welke twee stoffen komen Nod- en Myc-factoren overheen? hoe kan de plant onderscheid maken?

A

met chitine en peptidoglycaan. de plant kan onderscheid maken tussen symbiosevorming en PTI reactie doordat er variatie is in de co-receptor tussen symbiose en immuunrespons (SYMRK vs BAK1) en ook een kleine variatie in de LysM domeinen.

wanneer NFR1 en NFR5 teveel gestimuleerd worden kan alsnog de defense pathway aangezet worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe heeft Rhizobium sp. NGR234 zo’n brede hostrange?

A

de bacterie produceerd verschillende Nod-factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe kan je de kans verlagen dat de belager de resistentie doorbreekt? (als je resistentiegenen in een plant kan inbrengen)

A

door het gewas op kleinere schaal te produceren

door verschillende soorten resistentiegenen in te brengen>kans dat de belager op verschillende punten het DNA tegelijkertijd muteert is zeer klein.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly