Week7 Blad 2 Flashcards

1
Q

Wie was de Eerste Keizer van China?

A

Qin

Qin is de dynastie die de eerste keizer van China voortbracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat introduceerde de Eerste Keizer voor het hele rijk?

A

Een uniforme munt, vaste maten en gewichten, en een netwerk van wegen

Deze veranderingen hielpen bij de centralisatie van het rijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat was het doel van de eerste versie van de Grote Chinese Muur?

A

Om de Mongolen buiten te houden

De muur werd gebouwd als een defensieve maatregel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurde er met de geleerden van Confucius onder het bewind van de Eerste Keizer?

A

Ze werden gedood en hun boeken werden verbrand

Dit was een poging om de invloed van Confucianisme te onderdrukken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe lang regeerde de Tweede Keizer van China?

A

Vier jaar

Zijn regering eindigde in 206, toen hij tot zelfmoord werd gedwongen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat eindigde de Qin-dynastie?

A

Opstanden tegen het bewind van de legalistische ministers

Dit leidde tot de erkenning van de opstandelingenleider als keizer in 202.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat was de naam van de dynastie die volgde op de Qin-dynastie?

A

De Handynastie

De Handynastie gaf China voor twee millennia zijn politieke en maatschappelijke vorm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurde er met het legalisme onder de Handynastie?

A

Het verdween

De Handynastie introduceerde een systeem dat minder afhankelijk was van legalistische principes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat opende de Zijdeweg?

A

De verbinding tussen China, Centraal-Azië en het Middellandse Zeegebied

Dit contact begon rond 120 en leidde tot een bloeiende handel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was de politieke situatie in India tot het eind van de vierde eeuw?

A

Politiek versnipperd

De invloed van het Perzische Rijk was nog merkbaar, maar had zijn grenzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wie trok in 327 over het Hindoe Koesjgebergte?

A

Alexander de Grote

Zijn invasie leidde tot politieke veranderingen in Noord-India.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat stichtte Chandragoepta Maurya in het Ganges dal?

A

Een gecentraliseerd rijk

Dit gebeurde als gevolg van de politieke opstand die volgde op Alexanders invasie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat was het gevolg van Alexanders invasie voor de Indische vorsten?

A

Ze gaven zich over

Dit gebeurde voornamelijk in het noorden van India.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke invloed had Alexander de Grote op India?

A

Griekse invloed in astronomie, astrologie, architectuur en medische kennis

Deze invloed was zichtbaar in verschillende aspecten van de Indische cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurde er rond 270 met koning Asoka?

A

Hij bekeerde zich tot het vreedzame boeddhisme

Asoka preekte over vredelievendheid en maakte boeddhisme de overheersende godsdienst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat was de eerste missionerende godsdienst in de geschiedenis?

A

Boeddhisme

Het boeddhisme leende zich goed voor expansie over andere gebieden.

17
Q

Wat was de reactie op de dood van koning Asoka?

A

Een terugkeer van de brahmanen en een afname van het boeddhisme

Concurrentie tussen brahmanen en boeddhisten leidde tot een schriftelijke overlevering van veda’s.