Week2

Question 1

Wat zijn de twee belangrijkste protocollen op de transport layer

Answer 1

Tcp en udp

Question 2

Hoe noem je een unieke combinatie van IPdressen en Poortnummers

Answer 2

Socket

Question 3

Welke header is groter TCP of UDP?

Answer 3

Tcp

Question 4

Welk systeem is meer betrouwbaat TCP of UDP

Answer 4

TCP

Question 5

Welk systeem maakt gebruik van de 3-way handshake

Answer 5

TCP

Question 6

Wat houd de 3 -way handshake in?

Answer 6

Host a stuurt bij het opzetten van de verbinding een sequencenummer x mee. Host B ontvangt het en stuurt zijn eigen sequencenummer Y en de bevestiging meeterug.

Question 7

Waarvoor dient flow control

Answer 7

Flow control zorgt dat de ontvanger niet overladen word met data

Question 8

Waarvoor dient Congestion Control

Answer 8

Congestion Control controlleerd de bandbreethe.

Question 9

Welke is fair? Tcp of UDP?

Answer 9

TCP

Question 10

Welke 2 architecturen zijn er?

Answer 10

Server-based
Peer-to-Peer netwerk (p2p)

Question 11

Heeft een server-based netwerk een vast ip of een verschillend ip

Answer 11

Fixed ip adress( vast)

Question 12

Wat is horizontal scalling

Answer 12

Meer servers naast elkaar plaatsen

Question 13

Wat is Vertical scaling?

Answer 13

De capaciteit van een server vergroten

Question 14

Wat betekent dhcp?

Answer 14

Dynamic host Configuration Protocol

Question 15

Wat betekend dns?

Answer 15

Domain name systeem

Question 16

Wat betekent http?

Answer 16

Hypertext transfer protocol

Question 17

Wat betekend IMAP?

Answer 17

Internet message access protocol

Question 18

Wat betekend LDAP?

Answer 18

Lightweight directory acces protocol

Question 19

Wat betekend ntp?

Answer 19

Network time protocol

Question 20

Wat betekend smtp?

Answer 20

Simple mail transfer protocol

Question 21

Waarvoor dient dhcp?

Answer 21

Voor het uitdelen van ip adressen

Question 22

Waar staat CIA voor?

Answer 22

Confidentiality Integrity Availability