herkansing Flashcards

1
Q

Waarvoor gebruikt men het ARP protocol?

A

Voor het vertalen van een Ip-Adres naar een Mac-Adres

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is NAT?

A

een techniek voor het vertalen van IP-adressen tussen publieke en private
netwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het Rip protocol?

A

Een distance-vector routing protocol dat wordt gebruikt door routers om
routinginformatie uit te wisselen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het RIPv2 protocol?

A

Een verbeterde versie van RIP die classless routing ondersteunt,
multicast gebruikt voor het verzenden van routingtabellen en
mogelijkheden biedt voor authenticatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het Interior gateway
routing protocol?

A

Een routingprotocol dat wordt gebruikt binnen een enkel autonoom
systeem (AS).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het OSPF protocol?

A

Open Shortest Path First, een link-state routingprotocol dat wordt
gebruikt in IP-netwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het IS-IS protocol?

A

Intermediate System to Intermediate System, een link-state
routingprotocol dat in veel opzichten lijkt op OSPF.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is EIGRP

A

Enhanced Interior Gateway Routing Protocol, een geavanceerd
afstandsvectorprotocol voor routing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is BGP?

A

Border Gateway Protocol, een routingprotocol dat wordt gebruikt om
routinginformatie tussen verschillende autonome systemen (AS) uit te
wisselen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is IGBP?

A

Internal Border Gateway Protocol, een implementatie van BGP binnen
een autonoom systeem (AS).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is eBGP?

A

External Border Gateway Protocol, een implementatie van BGP tussen
verschillende autonome systemen (AS).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is GRE?

A

Generic Routing Encapsulation, een protocol dat wordt gebruikt om
datapakketten te encapsuleren en te routeren over een IP-netwerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is MPLS?

A

Multi Protocol Label Switching, een techniek die wordt gebruikt om
datapakketten efficiënt door een netwerk te routeren aan de hand van
labels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het OSI-Model

A

Het Open Systems Interconnection-model is een conceptueel raamwerk dat
de communicatie tussen verschillende computersystemen mogelijk maakt.
Het bestaat uit zeven lagen die elk specifieke functies en protocollen
hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een processor?

A

Een processor is een elektronische schakeling die verantwoordelijk is voor
het uitvoeren van instructies en het verwerken van gegevens in een
computer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een CPU?

A

De Central Processing Unit (CPU) is het deel van een computer dat de
instructies van een programma uitvoert door rekenkundige en logische
bewerkingen op gegevens uit te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de van neumann architectuur

A

Een architectuur die wordt gebruikt in computersystemen waarbij het
geheugen en de processor samen in één eenheid zijn geïntegreerd en het
geheugen zowel instructies als gegevens bevat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een ALU?

A

De Arithmetic Logic Unit (ALU) is het deel van de CPU dat verantwoordelijk
is voor het uitvoeren van rekenkundige en logische bewerkingen, zoals
optellen, vermenigvuldigen en booleaanse vergelijkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de CU?

A

De Control Unit (CU) is het deel van de CPU dat verantwoordelijk is voor
het beheren en coördineren van de activiteiten van andere onderdelen van
de CPU.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de memory?

A

Het geheugen in een computer waarin instructies en gegevens worden
opgeslagen voor verwerking. Het kan ook worden aangeduid als registers,
vooral bij kleinere embedded systemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een bus?

A

Een gemeenschappelijke verbinding die wordt gebruikt voor communicatie
tussen verschillende componenten in een computersysteem, zoals input,
output en geheugen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de Wet van Moore

A

Een observatie dat het aantal transistors op een geïntegreerde schakeling
ongeveer elke twee jaar verdubbelt, wat heeft geleid tot de snelle groei en
vooruitgang in de computertechnologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is CISC?

A

Complex Instruction Set Computer (CISC) is een type computarchitectuur
waarbij de processor complexe instructies kan uitvoeren die meerdere
stappen vereisen om te voltooien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is RISC?

A

Reduced Instruction Set Computer (RISC) is een type computarchitectuur
waarbij de processor een eenvoudige instructieset heeft en elke instructie
in één klokcyclus kan worden uitgevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is de van neumann-cycle

A

De Von Neumann-cyclus, ook wel de Fetch-Decode-Execute-cyclus
genoemd, is een proces dat wordt herhaald in een Von Neumanncomputerarchitectuur. Het omvat het ophalen (Fetch) van instructies uit
het geheugen, het decoderen (Decode) van de instructies en het uitvoeren
(Execute) ervan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is een instruction set

A

Een instruction set is een verzameling instructies die een processor kan
begrijpen en uitvoeren. Het bepaalt de mogelijkheden en functies van de
processor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is een compiler

A

Een compiler is een softwareprogramma dat programmeercode vertaalt
van een programmeertaal naar de machinetaal die door de processor kan
worden begrepen en uitgevoerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

wat is een interpreter

A

Een interpreter is een softwareprogramma dat programmeercode regel
voor regel vertaalt en direct uitvoert, zonder voorafgaande vertaling naar
machinetaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

wat is cache

A

Een cache is een klein, snel geheugen dat wordt gebruikt om veelgebruikte
instructies en gegevens tijdelijk op te slaan, zodat ze sneller toegankelijk
zijn voor de processor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat zijn clock cycle

A

Een clock cycle, ook wel klokcyclus genoemd, is de kleinste tijdeenheid in
een computerprocessor. Het wordt gedefinieerd door de frequentie van de
systeemklok en regelt de timing van instructie-uitvoering en
gegevensverwerking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is de pipeline?

A

Pipelining is een techniek waarbij meerdere instructies tegelijkertijd door
verschillende stadia van de processor worden verwerkt. Het verhoogt de
verwerkingssnelheid door overlapping van instructie-uitvoeringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

wat is parallel processing

A

Parallelle verwerking is een methode waarbij meerdere processors of
rekenkernen samenwerken om taken gelijktijdig uit te voeren. Het kan de
algehele prestaties en snelheid van een computersysteem verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is multithreading

A

Multithreading is een techniek waarbij een programma of proces meerdere
threads of uitvoeringsstromen heeft die gelijktijdig kunnen worden
uitgevoerd. Het maakt efficiënt gebruik van de processor door taken
parallel uit te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

wat is virtual memory

A

Virtueel geheugen is een geheugensysteem waarbij een deel van de harde
schijfruimte wordt gebruikt als aanvulling op het fysieke RAM-geheugen.
Het stelt het besturingssysteem in staat om meer programma’s en
gegevens te laden dan fysiek geheugen mogelijk zou maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat zijn twisted pairs?

A

Twisted pair is een type bekabeling bestaande uit 4 koperparen die om
elkaar heen zijn ‘getwist’. Het is voorzien van kunststof en metalen folie
mantels ter bescherming tegen externe invloeden. Verschillende soorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat is UTP?

A

Een type kabel zonder afscherming tegen elektromagnetische interferentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Wat is STP?

A

Een type kabel met afscherming tegen elektromagnetische interferentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wat zijn crosskabels

A

Een cross-kabel is een type twisted pair bekabeling waarbij de pinnen aan
het ene uiteinde verbonden zijn met de tegenovergestelde pinnen aan het
andere uiteinde. Dit maakt het mogelijk om directe verbindingen tussen
twee apparaten tot stand te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Wat zijn straightkabels

A

Een straight-kabel is een type twisted pair bekabeling waarbij de pinnen
aan het ene uiteinde op dezelfde pinnen aan het andere uiteinde zijn
aangesloten. Dit wordt gebruikt voor verbindingen tussen een apparaat en
een netwerkpoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

wat zijn categorieën twisted pairs

A

Twisted pair kabels worden ingedeeld in categorieën, waarbij een hogere
categorie een betere kwaliteit en hogere (potentiële) doorvoersnelheid
biedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

wat is een coax kabel

A

Coax-kabel is een type kabel dat bekend is vanuit de televisiewereld. Het
wordt gebruikt voor televisie- en kabelradio-aansluitingen. Het wordt ook
gebruikt voor internetverbindingen, zoals aangeboden door Ziggo.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

wat zijn glasvezelkabels

A

Glasvezelkabel bestaat uit een kern van glasvezel, een reflecterende laag en
een buitenmantel ter bescherming. Het wordt gebruikt voor snelle
internetverbindingen en kan hogere snelheden over langere afstanden
bieden dan andere bekabelingstypen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

wat zijn multimode kabels

A

Multimode kabel is een type glasvezelkabel dat voornamelijk wordt
gebruikt in gebouwen. Het kan verschillende snelheden ondersteunen,
afhankelijk van de gebruikte interface.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

wat is veiligheid

A

Hoewel het licht dat door een glasvezelkabel wordt gestuurd onzichtbaar is
voor het menselijk oog, betekent dit niet dat het onschadelijk is. Men moet
niet recht in een glasvezelkabel of -interface kijken, omdat het schadelijk
kan zijn. Zorg voor de juiste veiligheidsmaatregelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

wat is POF?

A

POF staat voor Plastic Optic Fiber. Het is een type optische vezelkabel
waarbij voor het verzenden van signalen een LED-diode wordt gebruikt in
plaats van een laser. Dit maakt het minder krachtig en soms zichtbaar, maar
niet altijd schadelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

wat zijn connectors

A

Glasvezelkabels kunnen verschillende soorten connectors hebben aan elk
uiteinde. Bij de installatie is het belangrijk om de juiste connectors te
gebruiken die compatibel zijn met de apparatuur waarmee de kabel wordt
verbonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Wat is WEP?

A

Wired Equivalent Privacy, of WEP is een door de IEEE 802.11 gespecificeerde methode om berichten die via een draadloze verbinding worden verstuurd te versleutelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Wat is Block en stream?

A

Block-encryptie versleutelt data in grote blokken, terwijl stream-encryptie
elke bit afzonderlijk versleutelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Wat is scattering?

A

Het uiteenvallen van het signaal wanneer het tegen bepaalde objecten of
oppervlakken botst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Wat is absorberen?

A

Het gedeeltelijk opnemen van het signaal door een object, waardoor niet
alles teruggereflecteerd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Wat is dispersie?

A

Het afbuigen van het licht in de glasvezel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Wat is een equipment room?

A

Een ruimte waarin backbone-bekabeling, telefoonsystemen,
stroombeveiliging, LAN-apparatuur, servers en data-opslagapparatuur zich
bevinden. Er zijn verschillende soorten equipment rooms, zoals Main
Equipment Room (MER), Satellite Equipment Room (SER), en Distribution
Equipment Room (DER).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Wat is de main enquipment room

A

De centrale ruimte in een bedrijfsgebouw waar de servers staan en waar de
backbone-bekabeling begint. Het verbindt alle andere equipment rooms in
het gebouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

wat is satellite equipment

A

Een ruimte waar patchkasten staan om verbindingen te verdelen op een
etage. Het bevindt zich vaak dicht bij een afdeling of bedrijf dat
gebruikmaakt van de apparatuur in deze ruimte. Meerdere Satellite
Equipment Rooms zijn verbonden met de Main Equipment Room

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

wat is distribution equipment

A

Een ruimte waar bekabeling en afdelingsprinters worden geplaatst. Het
dient vaak als de ruimte waar bekabeling per etage wordt gekoppeld. Het
bevat switches en andere netwerkapparatuur die via panelen onderling zijn
verbonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

wat is draadloos?

A

Een techniek op de Physical layer waarbij gebruik wordt gemaakt van
elektromagnetische golven in een ander frequentiespectrum, ook wel
radiofrequenties genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Wat is modulatie?

A

Het toevoegen van een signaal aan een draaggolf, waarbij de natuurlijke
sinus van de draaggolf wordt gewijzigd om informatie te koppelen.
Verschillende vormen van modulatie zijn frequentiemodulatie,
amplitudemodulatie en fasemodulatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Wat is MIMO?

A

Multiple Input Multiple Output (MIMO) is een technologie die
gebruikmaakt van meerdere antennes om gelijktijdig meerdere
datastromen te verzenden en ontvangen. Het maakt gebruik van spatial
division multiplexing (SDM) voor een hogere doorvoer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

Wat is CSMA/CA?

A

Carrier Sense Multiple Access with Collision Avoidance (CSMA/CA) is een
protocol voor gegevensoverdracht in draadloze communicatie. Het
controleert het medium op verkeer en vermijdt botsingen. Het wordt
gebruikt in IEEE 802.11 WLAN.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

Wat is scattering?

A

Het versplinteren van het signaal wanneer het tegen bepaalde objecten of
oppervlakken botst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

Wat is refractie

A

Het afbuigen van het signaal door een object, vooral buiten in gebieden
met verschillende temperaturen en vochtigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

Wat is diffractie

A

Het buigen van het signaal om een object heen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

Wat is absorptie

A

Het (deels) opnemen van het signaal door een object.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
64
Q

Wat is een antenne

A

Een component die een elektrisch signaal omzet in een elektromagnetische
golf en vice versa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
65
Q

wat is een directionele antenne

A

Een antenne die een gericht signaal uitzendt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
66
Q

Wat is wifi 6?

A

Ook bekend als 802.11ax, een wifi-standaard met een doorvoersnelheid
van 574 tot 9608 Mbps.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
67
Q

Wat is wifi 6e

A

Een uitbreiding van wifi 6 naar de 6 GHz-band voor hogere snelheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
68
Q

Wat is wifi 7?

A

Ook bekend als 802.11be, een toekomstige wifi-standaard met meerdere
frequentiebanden en hoge snelheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
69
Q

Wat is mesh-topologie?

A

Een netwerktopologie waarbij alle knooppunten samenwerken om
gegevens te verspreiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
70
Q

Wat is monitor mode?

A

Een modus waarin een draadloze interface al het draadloze verkeer kan
opvangen zonder te associëren met een access point.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
71
Q

Wat is MITM ap?

A

Een access point dat tracht clients te misleiden en al hun verkeer te
kopiëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
72
Q

Wat is een initialisatievector?

A

Een willekeurige set nummers gebruikt in cryptografie om de tekstafleiding
uit versleutelde tekst moeilijker te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
73
Q

Wat is een CPU?

A

De processor is de kerncomponent van een apparaat die de functionaliteit
ervan mogelijk maakt.
63) Physical layer De fysieke laag van het

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
74
Q

Wat is de physical layer?

A

De fysieke laag van het netwerkmodel die verantwoordelijk is voor de
overdracht van ruwe bits.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
75
Q

wat is aanpassen

A

Niet gespecificeerd in de gegeven dia’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
76
Q

Wat is de datalink layer?

A

r De datalinklaag is de tweede laag van het netwerkmodel en omvat
protocollen voor switchen en routeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
77
Q

Wat is switching?

A

Het doorsturen van netwerkpakketten op layer-2 van het OSI-model.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
78
Q

Wat is routing?

A

Het doorsturen van netwerkpakketten op layer-3 van het OSI-model.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
79
Q

Wat is packet switching?

A

Een vorm van switching waarbij elk pakket afzonderlijk wordt doorgestuurd
op basis van een MAC-adrestabel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
80
Q

Wat is multilayer switching?

A

Switching op meerdere lagen (2, 3 en 4) van het OSI-model.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
81
Q

Wat is VC switching?

A

Virtual Circuit-switching in WAN-topologieën waarbij vooraf een pad wordt
opgebouwd naar de bestemming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
82
Q

Wat is WAN switching?

A

Het switchen van frames over een Wide Area Network.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
83
Q

Wat is LAN switching?

A

Het switchen van frames over een Local Area Network.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
84
Q

Wat is circuit switching?

A

Het vormen van een vooraf bepaald pad van bron naar bestemming voor
alle frames met dezelfde bron en bestemming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
85
Q

Wat is een HUB?

A

Een apparaat zonder intelligentie dat frames naar alle poorten doorstuurt,
behalve de poort waar het frame vandaan kwam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
86
Q

Wat is een mac adrestabel?

A

Een tabel waarin MAC-adres en poortcombinaties worden opgeslagen voor
het doorsturen van frames.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
87
Q

Wat zijn switchtaken?

A

Taken van een switch, zoals filtering, segmentatie, monitoring en
beveiliging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
88
Q

Wat zijn SPAN-porten?

A

Een poort die wordt gebruikt voor het kopiëren en monitoren van verkeer
van andere poorten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
89
Q

Wat is store and forward?

A

Een methode waarbij een frame volledig wordt opgeslagen voordat een
forwardingbeslissing wordt genomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
90
Q

Wat is cut through?

A

Een methode waarbij alleen het bestemmings-MAC-adres in het geheugen
wordt geplaatst voordat het frame wordt doorgestuurd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
91
Q

Wat is fragment-free

A

Een methode waarbij de eerste 64 bytes van een frame in het geheugen
worden geplaatst voordat het wordt doorgestuurd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
92
Q

Wat is host routing?

A

Routing op basis van de route tabel in de host.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
93
Q

Wat is een AD-Hoc netwerk?

A

Een dynamisch netwerk met een variabele infrastructuur, gekenmerkt door
een dynamische topologie en beperkte energievoorziening per node.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
94
Q

Wat is een gateway?

A

Een router die fungeert als een verbindingspunt tussen twee verschillende
netwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
95
Q

Wat is een routingproces

A

Het proces van het doorsturen van netwerkpakketten op een router.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
96
Q

waarvoor dient een routingprotocol?

A

Een protocol dat wordt gebruikt door routers om informatie uit te wisselen en routes te bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
97
Q

Wat is een routetabel

A

Een tabel met informatie over netwerkbestemmingen en de bijbehorende uitgaande interfaces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
98
Q

wat zijn statische routes?

A

Routes die handmatig geconfigureerd en beheerd worden door de netwerkbeheerder. Ze zijn veilig en onveranderlijk, tenzij gewijzigd door de beheerder zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
99
Q

wat zijn dynamische routes

A

Routes die automatisch worden bepaald door routingprotocollen. Ze zijn eenvoudig en flexibel, waarbij het routingprotocol de juiste en beste routes zoekt en automatisch verwijdert wanneer een netwerk niet meer bereikbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
100
Q

Wat zijn metrics?

A

Maatstaven die worden gebruikt om de afstand naar een buurnetwerk te bepalen. Dit kan worden uitgedrukt in bandbreedte, vertraging, belasting, betrouwbaarheid, MTU, enz.

101
Q

Wat is Administrative distance (AD)

A

Een waarde die aangeeft hoe betrouwbaar een routingprotocol of een statische route is. Routes met lagere AD worden als betrouwbaarder beschouwd en hebben voorrang bij het kiezen van de beste route.

102
Q

Wat is een vlan?

A

Een logisch geïsoleerd netwerk dat is gecreëerd door het groeperen van switchpoorten. Het beperkt broadcast-verkeer en verbetert de netwerkbeveiliging door het creëren van meerdere geïsoleerde netwerken binnen een fysiek LAN.

103
Q

Wat is Trunking?

A

Het transporteren van frames met meerdere VLAN-tags over een verbinding tussen switches. Hierdoor kunnen frames van verschillende VLAN’s efficiënt worden getransporteerd tussen switches.

104
Q

Wat is een Vlan-tag

A

Een specifiek veld (12-bit VLAN-ID) in het Ethernet-frame waarin de VLANidentificatie wordt toegevoegd. Het maakt het mogelijk om frames aan een specifiek VLAN toe te wijzen en tussen VLAN’s te routeren.

105
Q

Wat zijn statische VLANS

A

VLAN’s die handmatig zijn geconfigureerd op een switchpoort. Een systeem behoort enkel tot het VLAN dat op die poort is geconfigureerd.

106
Q

Wat zijn dynamische vlans?

A

VLAN’s die worden toegewezen aan specifieke MAC-adressen. Wanneer een gebruiker verhuist, verhuist het VLAN mee.

107
Q

Wat is prunning?

A

Het beperken van het aantal VLAN’s dat over een trunk-link wordt toegestaan. Hierdoor wordt alleen het verkeer doorgelaten dat daadwerkelijk bestemming heeft aan de andere kant van de trunk.

108
Q

Waarvan is het ontwerpen en implementeren van vlans afhankelijk van?

A

Het ontwerpen en implementeren van VLAN’s is afhankelijk van factoren zoals schaalgrootte, verkeersstromen en fysieke locatie.

109
Q

Wat is een End-toEnd vlan?

A

Een End-to-End VLAN is een VLAN dat over de hele breedte van het netwerk is geïmplementeerd.

110
Q

Wat is een local vlan?

A

Local VLANs zijn VLANs die beperkt zijn tot een kleinere omgeving, zoals binnen een switch.

111
Q

Wat is VLAN hopping>

A

Dit is een netwerkaanvalmethode waarbij een kwaadwillende netwerkverkeer van het ene VLAN naar een ander VLAN kan sturen, waarbij de netwerkbeveiliging wordt omzeild. De aanval kan worden uitgevoerd via switch spoofing of double tagging. De aanvaller kan toegang krijgen tot gevoelige informatie en systemen die zich op andere VLAN’s bevinden.

112
Q

Wat is Vlan 1 en het native vlan?

A

Vlan 1 is het default management VLAN. Het native VLAN is het VLAN zonder tags en wordt gebruikt voor legacy oplossingen.

113
Q

Wat is een voice vlan>

A

Het Voice VLAN is bedoeld voor de toepassing van Quality of Service (QoS) voor telefonie.

114
Q

Wat is een private vlan?

A

Private VLANs bestaan uit een primair en secondair VLAN en beperken de communicatie tussen systemen in hetzelfde VLAN.

115
Q

Wat is een Vxlan?

A

VxLAN (Virtual Extensible LAN) is een overlay netwerktechnologie die virtuele machines met elkaar verbindt.

116
Q

Wat is layer 3 interVLAncommunicatie?

A

Layer 3 InterVLAN-communicatie maakt communicatie tussen VLANs mogelijk met behulp van een router.

117
Q

Wat is Link aggregation?

A

Link Aggregation is het samenvoegen van meerdere fysieke verbindingen tot één logische link.

118
Q

Wat is het spanningtree protocol?

A

Spanning Tree Protocol (STP) voorkomt loops in een geswitched netwerk en zorgt voor lusvrije communicatie.

119
Q

Wat is bridge priority?

A

De waarde die wordt gebruikt om de root switch te bepalen. Het laagste MAC-adres kan een oude switch zijn omdat fabrikanten nieuwere switches hogere MAC-adressen geven.

120
Q

Wat is een designated switch?

A

De switch die grenst aan de root switch en verbonden is met de root switch.

121
Q

Wat is een root port>

A

De poort die naar de root switch wijst. Het verkeer op deze poort gaat richting de root. Per switch kan er maar één root poort zijn.

122
Q

Wat is een designated port?

A

De poorten die van de root afwijzen. Het verkeer op deze poorten gaat weg van de root. De aangesloten poorten op de root bridge hebben altijd de designated status.

123
Q

Wat is een alternate port?

A

Een reservepoort die wordt gebruikt als alternatief bij een netwerkstoring. Deze poort bevindt zich in de gesloten modus en staat geen communicatie toe.

124
Q

wat is portfast?

A

Een configuratie-optie om de Listening en Learning states over te slaan en sneller over te gaan naar de Forwarding state. Voornamelijk gebruikt op access poorten.

125
Q

Wat is blocking mode?

A

De poort staat in deze status geen data toe, behalve BPDU’s.

126
Q

Wat is listining mode?

A

In deze status worden frames verwijderd, BPDU’s worden ontvangen en verwerkt.

127
Q

Wat is forwarding mode?

A

De status waarin de poort data-verkeer toelaat en alle functionaliteit heeft.

128
Q

Wat is learning mode

A

In deze status worden MAC-adressen geleerd en BPDU’s verwerkt.

129
Q

Wat is een max age timer?

A

Een timer die de actualiteit van de informatie in de Hello BPDU’s aangeeft.

130
Q

Wat is een topology change BPDU?

A

Een bericht dat aangeeft dat er een verandering in de topologie aan de gang is.

131
Q

Wat is een topology change notice?

A

Een bericht dat wordt verstuurd om switches te informeren over een topologieverandering.

132
Q

Wat is RSTP?

A

Rapid Spanning Tree Protocol, een snellere versie van het 802.1d protocol voor het bepalen van loop-vrije paden in een netwerk.

133
Q

Wat is een Edge port>

A

Een poort die is geconfigureerd als edge port, vergelijkbaar met een poort die met Portfast is geconfigureerd.

134
Q

Wat is een back-up port?

A

Een reservepoort voor de root port die zich op dezelfde switch bevindt.

135
Q

Wat is een ethernet port?

A

De standaard op OSI layer-2 voor bekabelde netwerken. Wireless (WiFi) is afgeleid van Ethernet.

136
Q

Wat is geschiedenis?

A

Achtergrondinformatie over de ontwikkeling van Ethernet en de oorspronkelijke shared medium-implementatie.

137
Q

Wat is CSMA/CD?

A

Carrier Sense Multiple Access with Collision Detection (CSMA/CD) is een protocol gebruikt in Ethernet-netwerken om botsingen (collisions) te detecteren en te beheren.

138
Q

Wat zijn late collisions?

A

Botsingen die optreden nadat een bepaalde tijd is verstreken in een Ethernet-netwerk.

139
Q

Wat is encoding?

A

Het omzetten van data naar elektrische signalen voor verzending over het transmissiemedium. In Ethernet wordt onder andere gebruikgemaakt van Manchester encoding.

140
Q

Wat is een Ethernetframe?

A

Een gestructureerd gegevenspakket dat wordt verzonden via Ethernetnetwerken. Het bevat bron- en bestemmingsadressen, controle-informatie en de daadwerkelijke gegevens.

141
Q

Wat zijn security maatregelen>

A

Maatregelen die worden genomen om de beveiliging van een systeem of netwerk te waarborgen. De implementatie van deze maatregelen moet in verhouding staan tot de risico’s die men loopt.

142
Q

Wat is een risico?

A

De kans dat er iets gebeurt vermenigvuldigd met de impact ervan.
Risicobeoordeling helpt bij het bepalen van de ernst van mogelijke risico’s.

143
Q

Wat is een risicomatrix?

A

Een tool waarmee risico’s worden geëvalueerd op basis van de kans en impact van gebeurtenissen. Het helpt bij het identificeren van mogelijke risico’s in verschillende situaties.

144
Q

Wat is een TCN BPDU?

A

TCN (Topology Change Notification) BPDU (Bridge Protocol Data Unit) wordt gebruikt door switches om andere switches op de hoogte te stellen van veranderingen in de netwerktopologie.

145
Q

Wat zijn CAM tables?

A

Content Addressable Memory (CAM) tables worden gebruikt door switches om MAC-adressen aan de bijbehorende poorten te koppelen.

146
Q

Wat is Flushen?

A

Het proces waarbij gegevens in de CAM tables van switches worden verwijderd.

147
Q

Wat is een ACK?

A

Een ACK (Acknowledgement) is een bevestiging die wordt teruggestuurd naar de zender om aan te geven dat een bericht succesvol is ontvangen.

148
Q

Wat is een IPV4 adres

A

Een binair adres dat decimaal wordt weergegeven en bestaat uit een netwerkdeel en een hostdeel. Het adres is verdeeld in vier octetten gescheiden door punten.

149
Q

Wat zijn classful adressen

A

Adressen waarbij het onderscheid tussen het host- en netwerkdeel wordt bepaald door de klasse waar het adres in valt: Klasse A, B, C, D, of E.

150
Q

Wat is het klasse a netwerk

A
  1. tot 127
151
Q

Wat is het klasse b netwerk

A
  1. tot 191
152
Q

Wat is het klasse c netwerk

A
  1. tot 223
153
Q

Wat is het klasse d netwerk

A
  1. tot 239
154
Q

Wat is het klasse e netwerk

A
  1. tot 255
155
Q

Wat zijn Classless adressen

A

Adressen waarbij het subnetmasker bepaalt in welk netwerk het IP adres valt. Alle ‘eentjes’ behoren tot het netwerkdeel en alle nullen tot het hostdeel.

156
Q

Wat is een unicast bericht?

A

Een bericht gericht aan één specifieke host.

157
Q

Wat is een multicast bericht?

A

Een bericht gericht aan meerdere hosts binnen een bepaald multicast adresbereik.

158
Q

Wat is een broadcast bericht?

A

Een bericht geadresseerd aan alle hosts in het subnet.

159
Q

Wat is een binaire representatie?

A

Het binaire getal wordt omgezet naar een decimaal getal door de machten van 2 op te sporen.

160
Q

Wat is een subnetmasker?

A

Een masker dat de grens tussen het netwerk- en hostdeel van een IP adres aangeeft. Een ‘1’ in het subnetmasker geeft het netwerkdeel aan, een ‘0’ het hostdeel.

161
Q

Wat is een prefix lenght notation?

A

Een notatie waarbij het subnetmasker wordt aangegeven door het aantal ‘1’-bits in de netwerkcomponent van het IP adres.

162
Q

Wat is een VLSM?

A

Variabele Lenght Subnet Masking, een techniek waarbij subnetten in verschillende groottes kunnen worden verdeeld.

163
Q

Wat is supernetting?

A

Het combineren van meerdere kleinere subnetten tot één groter supernet.

164
Q

Wat zijn private adressen?

A

Adressen die niet op het internet gebruikt mogen worden, maar wel intern in een privénetwerk. Adresvertaling (NAT) is nodig om met het internet te communiceren.

165
Q

Wat is een IP adresseringplan

A

Het opstellen van het IP adresseringsplan vanuit een macro niveau naar micro niveau, in plaats van per individueel apparaat.

166
Q

Wat is een Top-Down uitvoer?

A

Het toepassen van policies op basis van de locatie waar iemand zich bevindt.

167
Q

Wat is een geografische locatie adressering?

A

Het toepassen van policies op basis van de organisatie (afdeling, groep, etc.) waartoe iemand behoort.

168
Q

Wat is ethernet?

A

DE standaard op OSI layer-2; Wireless (WiFi) is van Ethernet afgeleid

169
Q

Wat is een ipv6 adres?

A

IPv6-adres kan worden afgekort of samengeperst door nullen te converteren

170
Q

Wat is een subnet prefix?

A

Netwerk deel van een IPV4 adres

171
Q

Wat is een interface iD?

A

Hostdeel van een IPV4 adres

172
Q

Wat is een route tabel?

A

Een tabel die wordt gebruikt om te bepalen hoe pakketten moeten worden doorgestuurd

173
Q

Wat is een default gateway>

A

Het gateway-adres dat wordt gebruikt wanneer geen specifieke overeenkomst is

174
Q

Wat is een ARP(address resolution protocol0?

A

Protocol dat wordt gebruikt om een IP-adres naar een MAC-adres te vertalen

175
Q

Wat is nat (Network Address Translation)?

A

Techniek voor het vertalen van IP-adressen tussen publieke en private netwerken

176
Q

Wat is een mac-adres(Media access control-adres)?

A

Uniek identificatienummer toegewezen aan een netwerkinterface

177
Q

Wat is een switch?

A

Apparaat dat wordt gebruikt om netwerkverkeer tussen apparaten te sturen

178
Q

Wat is RIP?

A

Een distance-vector routing protocol dat wordt gebruikt door routers om routinginformatie uit te wisselen. Het maakt gebruik van hopcounts als routing metric en voorkomt routing loops door een limiet te stellen aan het aantal hops in een pad.

179
Q

Wat is RIPv2?

A

Een verbeterde versie van RIP die classless routing ondersteunt, multicast gebruikt voor het verzenden van routingtabellen en mogelijkheden biedt voor authenticatie. Het kan ook meerdere routingdomeinen koppelen via redistributie en aangeven of een route via een ander routingprotocol is geleerd.

180
Q

Wat is Counting to Infinity?

A

Een term die verwijst naar een routingloop in distance-vector routing. Het treedt meestal op wanneer een interface uitvalt of wanneer routers tegelijkertijd updates naar elkaar sturen. RIPv2 behandelt dit probleem door routes als onbereikbaar te markeren wanneer een hopcount van 16 wordt bereikt en door split horizon en poison reverse technieken toe te passen.

181
Q

Wat zijn RIPV2 timers?

A

Verschillende timers gebruikt door RIPv2: update timer (30 sec), invalid timer (tijd zonder updates voordat een route ongeldig wordt verklaard), holddown timer (tijd na een triggered update voordat nieuwe routes worden geaccepteerd) en flush timer (tijd na de laatste valide update voordat een route wordt verwijderd).

182
Q

Wat is redistributie?

A

Het gebruik van een routingprotocol om routes te adverteren die op andere manieren zijn geleerd, zoals via een ander routingprotocol, statische routes of directly connected routes. Redistributie kan problemen veroorzaken, zoals overlappende subnetten en het overbelasten van routers. Het vereist het definiëren van metrics die begrijpelijk zijn voor het

183
Q

wat zijn seed metrics?

A

De standaard metric die wordt gebruikt bij redistributie wanneer geen specifieke metric is opgegeven.

184
Q

Wat is route filtering ?

A

Het selectief toestaan of blokkeren van bepaalde routes tijdens redistributie om problemen te voorkomen, zoals routing loops of overlappende subnetten. Het kan worden gedaan met behulp van routemaps, waarbij specifieke filters en criteria worden toegepast op de routes die worden geadverteerd.

185
Q

Wat is Administrative distance?

A

Een parameter gebruikt in routers om de voorkeur van routes te bepalen wanneer er meerdere routes beschikbaar zijn naar hetzelfde bestemmingssubnet. Routes met een lagere administratieve afstand hebben de voorkeur. Bij redistributie kan de AD worden aangepast om de prioriteit van bepaalde routes te wijzigen.

186
Q

Wat is een default route?

A

Een standaardroute die wordt gebruikt wanneer er geen specifieke route bestaat voor een bepaald bestemmingssubnet. Bij redistributie kan een statische default route worden geconfigureerd op de router die wijst naar het externe netwerk, en vervolgens kan het RIP-netwerk deze statische default route redistribueren.

187
Q

Wat is een suboptimal routing?

A

Een situatie waarin routers suboptimale routes kiezen vanwege problemen met redistributie of onjuiste configuratie. Dit kan leiden tot inefficiënt netwerkverkeer en prestatieproblemen.

188
Q

Wat zijn route-maps?

A

Een mechanisme gebruikt in routers om de stroom van routes tijdens redistributie te beheren. Route-maps bevatten filters en criteria die bepalen welke routes worden geaccepteerd of geblokkeerd, evenals welke aanpassingen worden toegepast op de geaccepteerde routes. Ze kunnen worden gebruikt om probleemgebieden in redistributie aan te pakken, zoals overlappende subnetten, routing loops en het beheersen van de voorkeur van routes.

189
Q

Wat zijn redistributieproblemen?

A

Potentiële problemen die kunnen optreden bij redistributie, zoals suboptimal routing, routing loops, overlappende subnetten en overbelasting van routers. Deze problemen kunnen worden opgelost of voorkomen door het gebruik van route filtering, route-maps, het aanpassen van administratieve afstanden of metrics, en het vermijden van onnodige of complexe redistributieconfiguraties. Het is belangrijk om redistributie alleen als tijdelijke oplossing te gebruiken en te streven naar betere en meer gestroomlijnde netwerkontwerpen.

190
Q

Wat is een netwerkbedreiging?

A

Een bedreiging tegen het netwerk, waarbij sprake kan zijn van passieve of actieve acties door een bedreiger.

191
Q

Wat is een threat action?

A

De actie die wordt uitgevoerd door de bedreiger tegen het netwerk. Dit kan passief of actief zijn.

192
Q

Wat is threat agent?

A

De bedreiger zelf, zoals een hacker, scriptkiddie, criminele organisatie of overheidsinstantie.

193
Q

Wat is countermeasure?

A

Beveiligingsmaatregelen die aanwezig zijn om bedreigingen te weerstaan, zoals firewalls, intrusion detection systemen, etc.

194
Q

Wat is een aanvalsdoel?

A

Het component dat de aanvaller wil benaderen, stelen, belemmeren, vernietigen of veranderen, zoals hardware, software of data.

195
Q

Wat zijn vulnerabilities?

A

Zwakke plekken in het ICT-systeem die geëxploiteerd kunnen worden voor een succesvolle aanval.

196
Q

Wat is Exploit

A

Het misbruiken van vulnerabilities om toegang te krijgen tot een doel.

197
Q

Wat zijn consequenties?

A

De schade en impact die ontstaan als gevolg van een exploit.

198
Q

Wat is Ip-spoofing?

A

Het vervangen van het source IP-adres om de identiteit te verbergen of die van een ander systeem over te nemen.

199
Q

Wat is een DOs aanval?

A

Een aanval waarbij valse source IP-adressen worden gebruikt om het slachtoffer te overladen met verkeer.

200
Q

Wat is fragmentatieaanval?

A

Een aanval waarbij gefragmenteerde pakketten worden gebruikt om het slachtoffersysteem te laten crashen.

201
Q

Wat is een ICMp redirects?

A

ICMP-pakketten die worden gebruikt om hosts te informeren over een betere route voor een bepaalde bestemming.

202
Q

Wat zijn pingfloods?

A

Een aanval waarbij zoveel mogelijk bandbreedte wordt geclaimd door het versturen van grote ping-pakketten.

203
Q

Wat zijn IP directed broadcast

A

Een aanval waarbij ICMP-pakketten naar een broadcastadres worden gestuurd om hosts te overladen met replies.

204
Q

Wat zijn routing attacks?

A

Aanvallen op het routing-systeem van netwerken, zoals het manipuleren van route-informatie of peering-sessies.

205
Q

Wat is een iACL?

A

Infrastructure Access Control List, een mechanisme om verkeer in de infrastructuur te filteren op legitiem verkeer.

206
Q

Wat is een CoPP

A

Control Plane Policing, een methode om het verkeer naar de control plane te filteren en te beperken.

207
Q

Wat is een interior gateway routing protocol?

A

Een routingprotocol dat wordt gebruikt binnen een enkel autonoom systeem (AS).

208
Q

Wat is OSPF?

A

Open Shortest Path First, een link-state routingprotocol dat wordt gebruikt in IP-netwerken.

209
Q

Wat is Synchronous Transfer mode?

A

Een continue verbinding tussen de zendende en ontvangende partijen op een communicatienetwerk.

210
Q

Wat is een ABR?

A

Area Border Router, een router die verbinding maakt tussen twee OSPFgebieden.

211
Q

Wat is een ASBR?

A

Autonomous System Border Router, een router die verbinding maakt tussen een AS en een extern netwerk.

212
Q

Wat is een Topology table?

A

Een tabel die de volledige structuur van het netwerk bevat met alle beschikbare OSPF-routers en berekende beste en alternatieve paden.

213
Q

Wat is link-state protocol?

A

Een routingprotocol dat informatie over links en routers in het netwerk uitwisselt.

214
Q

Wat is IS-IS?

A

Intermediate System to Intermediate System, een link-state routingprotocol dat in veel opzichten lijkt op OSPF.

215
Q

Wat is LSP?

A

Link State Packet, een pakket dat de daadwerkelijke route-informatie bevat in het IS-IS-protocol.

216
Q

Wat is CSNP?

A

Complete Sequence Number Protocol Data Unit, een pakket dat wordt verzonden door de DIS en de samenvatting bevat van alle LSP’s voor synchronisatie van de LSDB tussen naburige routers.

217
Q

Wat is PSNP>

A

Partial Sequence Number Protocol Data Unit, een verzoekpakket dat wordt verzonden wanneer een router een discrepantie vindt in zijn eigen database na ontvangst van een CSNP-pakket.

218
Q

Wat is een Hybride protocol?

A

De capaciteit van een netwerkverbinding, gemeten in bits per seconde.

219
Q

Wat is Bandwith?

A

De capaciteit van een netwerkverbinding, gemeten in bits per seconde.

220
Q

Wat is Delay?

A

De vertragingstijd die optreedt bij het verzenden van gegevens over een netwerk.

221
Q

Wat is load?

A

De belasting of het gebruik van een netwerkverbinding op een bepaald moment.

222
Q

Wat is reliability?

A

De betrouwbaarheid van een netwerkverbinding, oftewel de kans op fouten.

223
Q

Wat is MTU?

A

Maximum Transmission Unit, de maximale grootte van een datapakket dat over een netwerk kan worden verzonden.

224
Q

Wat is EIGRP?

A

Enhanced Interior Gateway Routing Protocol, een geavanceerd afstandsvectorprotocol voor routing.

225
Q

Wat is FD?

A

Feasible Distance, de geschatte afstand naar een bestemming via een bepaalde router.

226
Q

Wat is Reported Distance?

A

De afstand naar een bestemming zoals doorgegeven door een aangrenzende router.

227
Q

Wat is een Successor?

A

De route met de beste metric naar een bestemming die wordt opgenomen in de routingtabel.

228
Q

Wat is een Feasible Succesor?

A

Een alternatieve route naar een bestemming die wordt beschouwd als backup voor de successor route.

229
Q

Wat is BGP?

A

Border Gateway Protocol, een routingprotocol dat wordt gebruikt om routinginformatie tussen verschillende autonome systemen (AS) uit te wisselen.

230
Q

Wat is iBGP?

A

Internal Border Gateway Protocol, een implementatie van BGP binnen een autonoom systeem (AS).

231
Q

Wat is eBGP?

A

External Border Gateway Protocol, een implementatie van BGP tussen verschillende autonome systemen (AS).

232
Q

Wat is BGP-Attributen?

A

Kenmerken die worden gebruikt in BGP-updates om routes en routinginformatie te beschrijven.

233
Q

Wat is GRE?

A

Generic Routing Encapsulation, een protocol dat wordt gebruikt om datapakketten te encapsuleren en te routeren over een IP-netwerk.

234
Q

Wat is MPLS?

A

Multi Protocol Label Switching, een techniek die wordt gebruikt om datapakketten efficiënt door een netwerk te routeren aan de hand van labels.

235
Q

Wat is VPN?

A

Virtual Private Network, een beveiligde verbinding tussen een gebruiker en het internet via een versleutelde tunnel.

236
Q

Wat is Underlay network?

A

Het fysieke netwerk dat wordt gebruikt als infrastructuur voor de overlaynetwerkcomponenten.

237
Q

Wat is Overlay network?

A

Het virtuele netwerk dat wordt gecreëerd bovenop het underlay-netwerk en dat de communicatie en connectiviteit tussen verschillende apparaten mogelijk maakt.

238
Q

Wat is Tunneling mode

A

Een methode waarbij datapakketten worden ingekapseld in een ander protocol om veilige communicatie over een onveilig netwerk mogelijk te maken.

239
Q

Wat is OSI Layer 3?

A

Network Layer, de derde laag in het OSI-model dat verantwoordelijk is voor het routeren van datapakketten.

240
Q

Wat is MPLS?

A

Mechanisme om data over een computernetwerk te transporteren door middel van labels die aan datapakketten worden toegevoegd.

241
Q

Wat is gebrek aan schaalbaarheid?

A

Situatie waarin de huidige infrastructuur niet voldoende capaciteit heeft om aan de groeiende vraag te voldoen, wat resulteert in congestie en beperkte mogelijkheden voor uitbreiding.

242
Q

Wat is Clos topology?

A

Een schaalbare netwerkarchitectuur die gebruikmaakt van meerdere lagen van switches en equal-cost multipath routing om bandbreedte en capaciteit te optimaliseren.

243
Q

Wat is Oost-west verkeer?

A

Verkeer dat plaatsvindt tussen servers binnen hetzelfde datacenter of netwerk, vaak gerelateerd aan de communicatie tussen microservices of applicaties.

244
Q

Wat is Noord-zuid verkeer?

A

Verkeer dat plaatsvindt tussen een server in het datacenter en externe netwerken, zoals internet.

245
Q

Wat is IPSec?

A

IPSec staat voor Internet Protocol Security en is een suite van protocollen die gebruikt worden om een veilige uitwisseling van pakketten op IPnetwerkniveau mogelijk te maken. Het biedt functies zoals data-integriteit, data-vertrouwelijkheid en authenticatie tussen netwerkapparaten.

246
Q

Wat is AH? (authenticated header)?

A

AH is een deel van het IPsec-protocol dat zorgt voor verbindingloze integriteit en gegevensoorsprong-authenticatie voor IP-pakketten. Dit helpt om tegen te gaan dat pakketten worden gewijzigd tijdens het transport. AH beschermt echter de payload van het pakket niet tegen afluisteren.

247
Q

Wat is ESP? (Encapsulating security payload)?

A

ESP is een protocol binnen de IPSec-suite dat zorgt voor vertrouwelijkheid, data-oorsprong-authenticatie, verbindingloze integriteit, een anti-replay service, en beperkte verkeersstroomvertrouwelijkheid. Het wordt vaak gebruikt in combinatie met AH voor extra beveiliging.

248
Q

Wat is CIA? (Confidentiality, Integrity, Availability)?

A

CIA is een model dat gebruikt wordt om beleid voor informatiebeveiliging binnen een organisatie te sturen. Confidentiality verwijst naar het beschermen van informatie tegen onbevoegde toegang, Integrity verwijst naar het waarborgen van de nauwkeurigheid en volledigheid van gegevens, en Availability zorgt ervoor dat de informatie toegankelijk en bruikbaar is wanneer deze nodig is.