week four scentences Flashcards
1
Q
the name of my mother is amy
A
de naam van mijn moeder is amy
2
Q
the name of my father is scott
A
de naam van mijn vadder is scott
3
Q
I study history
A
Ik studeer geschiedenis
4
Q
what do you study?
A
wat studeer je?
5
Q
I work in a shop
A
Ik werk in een winkel
6
Q
I have worked in a shop
A
ik heb in en winkel gewerked
7
Q
I come from scotland
A
ik kom oot schotland
8
Q
I have a sister, her name is abigail
A
ik heb en zus, haar naam is abigail