Week 9 Flashcards

1
Q

Wat is beroepsethiek?

A

het geheel van waarden, normen, gedragingen en verhoudingen meet de samenleving dat het vertrouwen van mensen in artsen ondersteunt en rechtvaardigt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 3 typen verantwoordelijkheden zijn er van een professional?

A
  • professionele
  • instituut, functionele verantwoordelijkheid
  • persoonlijke verantwoordelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houd professionele verantwoordelijkheid in?

A

draag je samen met de beroepsvereniging , denk na mede namens andere collegas:
- beroepsgroep
- gedragscodes
- professionele standaard
- collega’s
- collectieve moraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houd professionele verantwoordelijkheid in?

A

draag je samen met de beroepsvereniging , denk na mede namens andere collegas:
- beroepsgroep
- gedragscodes
- professionele standaard
- collega’s
- collectieve moraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt functionele verantwoordelijkheid in?

A

dat managers verantwoordelijkheden bij je leggen en kan in conflict raken door bv beroepsgeheim.
- instituut
- instelling
- collegialiteit
- werkrelatie
- huisregels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom zijn we zelf tuchtrechter?

A

We zetten samen de professionele standaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de Can Meds rollen?

A
  • medical expert
  • samenwerker
  • manager
  • communicator
  • helpadvocaat
  • academicus
  • professional
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke cultuur hebben we nodig?

A
  • veilig werk en leerklimaat
  • integriteit
  • samenwerken
  • elkaar durven aanspreken
  • toetsbaar opstellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de hoofdfuncties van de spijsvertering?

A
  • motoriek: kneden voedselbrij en naar volgend deel
  • secretie: water toevoegen –> oplossen
  • digestie
  • resorspie: vooral in dunnen darm
  • productie feaces ( poep)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe heet de binnenste laag van het duodenum?

A

mucosa, is een epitheel laag met villi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke lagen zitten om de mucosa op volgorde?

A

lamina propia, muscularis mucosae en submuscosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar bestaat de muscularis externa uit?

A

een binnenste circulaire laag van spierweefsel en een longditudenale laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is serosa?

A

De bindweefsel laag, voor bekleding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet de plexus enterius?

A

veel neuronen in darmwand die zorgen dat kleppen en spieren op het juiste moment aanspannen als auerbach en meissner plexus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke golf komt bij peristaltiek en wat is het gevolg?

A

Aan de proximale kant komt een contractie golf van circulaire spieren, distaal van de bolusrelaxatie. Door de golf acetylcholine en n. vagus
NO en VIP hebben remmende werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer heb je last van zuur?

A

sfinker sluit niet goed af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waardoor progressieve dysfagie?

A

niet ontspannen onderste slokdarmsluitspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Bij welke neuronen actief heb je wel eetlust en bij welke geen?

A

anaorexigenen is geen eetlus en orexigenen wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat doet leptine en door wat wordt het gemaakt?

A

Wordt gemaakt door adipocyten en stimuleert anorexigene neuronen die dan meer alfa msh afscheiden en zo de orexigenen remmen (meer vetcellen meer leptine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat doet insuline?

A

geeft gevoel van verzadiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat maak je bij een lege maag?

A

ghreline, die naar hypothalamus gaat die zorgt voor hongergevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke 3 fases zijn er bij slikken?

A
  • orale fase: tong sluit af en werkt het naar achter
  • pharyngeale fase: in contact met achterwand en strotte klepje sluit en slikbeweging
  • oesofageale membraan: door peralstatiek naar darmen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat gebeurt er bij de vertering in de maag?

A
  • mengen en kneden
  • secretie hormonen en h+
  • productie chymus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat gebeurt er bij bescherming in de maag?

A
  • mechanisch
  • chemisch
  • bacterieel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Hoe ontstaat een boer?

A

door gas dat uit fundus ontsnapt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat produceren hoofdcellen in de maag?

A

pepsinogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat produceren wandcellen in de maag?

A

zoutzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat produceren halsslijmcellen?

A

slijm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat doet histamine?

A

bindt aan wandcellen en zet deze aan tot de productie van protonen wat in het lumen van de maag wordt uitgescheiden

30
Q

Wat doen D cellen ?

A

Ze maken somatosatine wat een remmende neurotransmitter is (acetylcholine kan d-cellen remmen) Remt secretie enzymen en proton uitscheiding in wandcellen

31
Q

Wat gebeurt er bij vagotomie (doorsnijden vagus) ?

A

Druk loopt op omdat de maag zich dan niet goed kan uitbreiden

32
Q

Wat zijn de functies van de dikke darm?

A
  • absorptie water en ionen
  • bacteriële vertering
  • poep bewaren
  • poep eleminatie
33
Q

Welke sluitspieren heb je bij de dikke darm?

A
  • external, dwarsgestreept
  • internal voor recto anale inhiberende reflexen
34
Q

Op welke hoogte liggen de nieren?

A

t12-l3

35
Q

Wat zit er om de nier?

A

Kapsula fibrosa met daar een laag van peridonaal vet omheen en dan fascia renalis

36
Q

Hoe heet het als een niet ver afdwaalt en wat gebeurt er dan?

A

zwerfnier, je hebt slecht bloedvoorziening en afvoer van urine

37
Q

Waar komt de urine uit?

A

centraal in de pelvis renalis

38
Q

Wat is een cyste op een niet?

A

Een blaasje gevult met vocht

39
Q

Waar zit een donor nier?

A

Meer in de heup

40
Q

Hoe loopt de ureter tov het peritoneum?

A

retroperitoneaal maar gaat in de kleine bekken subperitoneaal en de kleine bekken in.

41
Q

Welke lagen heeft de blaas?

A

-slijmvlieslaag: vesica urinaria licosa
- spierlaag: m. deltruor

42
Q

Wat gebeurt er als de m. deltrusor aanspant?

A

het gat naar urethra gaat open

43
Q

Waar vindt een blaaspunctie plaats?

A

Bij os pubis

44
Q

Wat zijn de functies van de bekken?

A
  • houding en beweging
  • devicatie (poep en plas)
  • reproductie
45
Q

Wat is de wand in de kleine bekken?

A

pelvicwal

46
Q

Wat doet de m. obturator internus?

A

abductie bovenbeen

47
Q

Wat is de opening aan de voorkant van het bekken en waardoor wordt deze afgesloten?

A

levatorpoort, afgesloten door diaphragma urigenitale

48
Q

Wat is de opeing voor de urethra bij mannen in het diaphragma urigenitale?

A

membrana perinnei

49
Q

Uit welke 3 zwellichamen bestaat de penis?

A

crus penis binnen en aan de buitenkanten corpus cavernosum en in midden bulbus spongeose met urethra er in

50
Q

Waar is de m. bulbuspongiosus ook bij betrokken?

A

evaculatie

51
Q

In welke zenuw zitten de sensorische neuronen?

A

n. pudendus

52
Q

Waar zorgt de fascie voor bij erectie?

A

stevigheid

53
Q

Uit welke stof is viagra opgebouwd?

A

sildenafil

54
Q

Hoe werkt viagra?

A

NO zet guanylate cyclase aan. Dit zet GTP om in cGMP
Dit zorgt voor afna in ca in de cel dus ontspanning
PDE-5 breekt cGMP af en dit wordt door viagra geblokt

55
Q

Welke ductus wordt doorgenomen als je geen kinderen wil?

A

Ductus deferens

56
Q

Vanaf welke kant krijgt de testis bloed?

A

boven: aflag net onder de nier

57
Q

Wat regelt de tempratuur in de testis?

A

Het tegenstroom principe van de plexus pampuriformis

58
Q

Wat gebeurd er als de sfinkter urethra interna niet sluit?

A

eacolaat naar minste weerstand en dat is in de blaas

59
Q

Wat gebeurt er bij een te grote prostaat?

A

druk op urethra dus moeite met plassen

60
Q

Wat doen bij vrouwen de N. pudendus, N. splanchnici pelvici en de n. hypogastricus?

A
  • N. pudendus: somatosensorisch voor uitwendige geslachtsorganen en clitoris en somatomotorisch het diaphragma urogenitalis en regio perinealis
  • N. Splanchnici pelvici: parasympatisch de uterus vagina en clitoris
  • N. hypogastricus: sympatisch de Tuba uterina, uterus en vagina
61
Q

Wat wordt in week 6 zaadballen of ovarium?

A

indifferente gonade

62
Q

45x

A

vrouw met turner syndroom

63
Q

47xy

A

man met klinefelter syndroom

64
Q

Wat is de pseudo-autosomale regio?

A

plekje die x en y beide hebben wat zich autosomaal gedraagt.

65
Q

Wat doet SRY?

A

zet SOX 9 aan wat voor de testis zorgt en deze zet FGF 9 weer aan die SOX 9 weer aan zet

66
Q

Wat onderdrukt SOX 9 bij vrouwen?

A

WNT signalen en FOXL2

67
Q

Wat doet het anti-mullerse gang hormoon?

A

degeneratie van de gang van muller

68
Q

Welk hormoon zorgt voor het overleven van de gang van wolf?

A

testosteron

69
Q

Wat zorgt voor de testis indaling?

A

insulin-like factors

70
Q

Hoe zorgt testosteron voor het vermannelijkt uitwendig genitaal?

A

Bindt aan receptor in cel en wordt door 5a- reductase omgezet in dihydrotestosteron

71
Q

Wat zorgt voor geen borstontwikkeling bij mannen?

A

Het remmen van oestradiol door testosteron