Week 10 Flashcards
Wat is epidemilogie?
het is gekoppeld aan de risico factor maar niet aan een bepaalde soort ziekte
Wanneer is een conclusie terecht?
Als de observatie bij de conclusie past
Welke 5 vragen moet je stellen?
- occurence: hoe vaak komt het voor
- etiologie: waar komt het door?
- diagnose: hoe stel ik het vast?
- prognose: wat gebeurt er als ik niks doe?
- therapie: wat kan ik er aan doen
Wat is de doelpopulatie?
de groep waar het onderzoek over gaat
Wanneer is er sprake van random selectie?
als iedereen de zelfde kans heeft om in de studie te komen
Wat is bias/ een systematische fout?
Als het niet representatief i sen dit invloed heeft op de validiteit
Wanneer moet je nadenken bij overige verstoorende factoren?
Als je geen gerandomiseerde groepen hebt.
Wat is de standaard fout?
de spreiding, de maat van betrouwbaarhied
Wat is de p waarde?
kans op een steekproefwaarde buiten getal terwijl de nulhypothese waar is
Wat is klinisch relevant?
Als het praktisch is
Wat is een type 1 fout?
je hebt een 5% significantie niveau de kans is dan niet 0 maar bij toeval een extreme uitkomst
Wat is een type 2 fout?
de alternatieve hypothese is correct maar de steekproefuitkomst heeft per toeval een resulstaat onder 5%
Wanneer heb je te weinig power?
Bij een grote kans om type 2 fout
Wat is pre test information?
wat er al is bepaald
wanneer aanvullend onderzoek?
tussen 10 en 80 %
Wat is P (T I D)?
kans op positieve test bij mensen die de ziekte hebben
Wat is P (T, D)?
Kans op een positieve test met ziekte van alle mensen