Week 8 Flashcards

1
Q

Perinatale periode

A

22 weken zwangerschap - 28 dagen post partum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Perinatale sterfte

A

perinatale periode OF bij onbekende zwangerschapsduur > 500 gram en/of kruin hiel lengte > 25cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Prematuriteit

  • moderate of late
  • very
  • extremely
A

< 37 weken

  • 32-37
  • 28-32
  • < 28
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bronchopulmonale dysplasie

  • bij wie
  • Wat
  • X thorax
  • wanneer problemen
  • preventie
  • therapie
A
  • 40% van ernstige premturen
  • bij uitademing collaboreren de longen door tekort aan surfactant, leidend tot respiratory distress syndroom
  • witte waas over alle longvelden
  • niet in rust, wel bij inspanning
  • corticosteroïden bij dreigende vroeggeboorte
  • mechanische beademing bij < 34 weken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Retinopathie bij prematuren ROP

  • wanneer oogontwikkeling foetus
  • oorzaak
A
  • oogontwikkeling in week 34-36
  • Oogontwikkeling vindt plaats onder lage zuurstofspanning, bij premature geboorte opeens in hyperoxische omgeving -> stop angiogenese retina. Risico loslating/blindheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Necrotiserende enterocollitis (NEC)

  • wat
  • risico
  • wie
  • predisponerende factoren
  • pathologie
  • preventie
  • therapie
  • mortaliteit
A
  • darmontsteking warbij het terminale bleu, coecum en colon ascendent van premature neoanten aangedaan zijn
  • perforatie, sepsis, overlijden
  • 10% van neoanten < 1500 gram
  • darmischemie, bacterieel kolonisatie en enterale voeding
  • necrose, ulceraties en pneumatosis intestinalis (luchtvorming in darmwand)
  • moedermlk
  • conservatief, maar 20-60% resectie.
  • mortaliteit 10-25%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 meest voorkomende primaire longaandoeningen + wat het is

A
  • alveolaire capillaire dysplasie (ACD): niet met leven verenigbaar. Malalignment, afstand alveolaire septa en vaten te groot door dikke septa
  • Surfactant protein B deficiencies: alveolaire proteinose (vol roze eiwit)
  • (Persisterende) pulmonale hypertensie: verdikte vaatwanden in arteriële (niet vaak)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

SIDS

  • waar staat het voor
  • wat is het
  • daling door
A
  • sudden infant death syndrome
  • plots overlijden kind < 1 jaar en niet in eerste maand post partum, warvan oorzaak onopgehelderd blijft.
  • back to sleep campagne
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Belangrijkste oorzaken perinatale sterfte

A

Prematuriteit, placenta afwijkingen, m aangeboren afwijkingen dismaturiteit, lage APGAR score, infectei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Placenta pathologie 7x

A
  • placentaire insufficiëntie: leidt tot IUGR
  • pre eclampsie: infarcering en necrose
  • terminale villus deficient: intrinsiek onvermogen tot placenta uitrijping, leidend tot minder efficiënte gaswisseling. Compensatoire toename chorionvlokken en erytrocyten
  • solutie placentae: acuut en levensbedreigend probleem
  • Intra uteriene infecties” chorioamniotits en funisitis (navelstreng) vaak opstijgend, villitis vaak via bloed
  • Navelstreng problemen: rond nek, knoop
  • Chronische histiocytaire intervillositis: histiocytaire ontsteking tussen villi met aantasting van villi als gevolg. -> verstopping -> verstoorde doorbloeding
    Herhalingskans > 80% bij zelfde ouders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Congenitale infecties zijn meestal…

A

transplacentair. Bij gebroken vliezen kans op opstijgend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verwekkers congenitale infecties + waarop zwangere gescreend

A
TORCHES
- Toxoplasmose
- Other (HIV, Parvo B19, overige maar NIET hepatitis B)
- Rubella
- Cytomegalovirus
- Herpes simplex virus
- Syfiilis
Alle zwangeren worden gescreend op syfilis, HBV en HIV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kenmerken van TORCHES

A

Dysmaturiteit, microcefalie, hepatosplenomegalie, tromcoytopeniem anemie, icterus met bijpassende geconjugeerd ehyperbilirubinemiv.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

TORCHCES diagnostiek

A

moeder serologie IGM (als aanwezig -> primair), kind serologie middels cordocentese, structureel echo, PCR techniek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

4 fasen van geneesmiddelen metabolisme

A

absorptie, distributie, metabolisme, eliminatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Prolactine

A

Komt vrij bij prikkeling tepel, productie in hypofyse VOORkwab en zorgt voor toename melkproductie. Kan medicamenteus met domperidon gegeven worden (geeft ook QT verlenging)

17
Q

oxytocine

A

komt vrij bij zien/horen/voelen. Gemaatk in hypofyse ACHTERkwab, toeschietreflex. Zorgt voor naar buiten drijven melk en knuffelhormoon. draagt bij aan hechting