week 8 Flashcards

1
Q

Wat zijn de functies van de nier?

A

Uitscheiden van water o.i.v. ADH
Uitscheiden van ‘gifstoffen’
Stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen door EPO
Regulatie zuur-base balans (uitscheiden H+ / reabsorptie en productie bicarbonaat)
Regulatie N/K huishouding (via RAAS)
Regulatie bloeddruk
Rol in botstofwisseling (en Ca / Fos balans) (door vit D)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de functies van een mesangiale cel?

A
  • fundament van de glomerulus door capillairlusjes bij elkaar te houden
  • De cel reageert op angiotensine en gaat contraheren, waardoor de hydrostatische druk in de capillairlusjes gereguleerd kan worden.
  • De cel kan endotheline maken dat ervoor zorgt dat de afferente en efferente arteriolen gaan contraheren, waardoor de filtratie naar de glomerulus gereguleerd kan worden.
  • De cel kan als macrofaag optreden als er teveel Ig complexen zijn. Via fagocytose neemt de mesangiale cel de complexen op en vervolgens worden ze afgebroken in een lysosoom. Tijdens ontstekingsprocessen zorgt deze cel ook voor regulatie van cytokines.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat voor soort epitheel bevat de proximale tubulus?

A

hoog cilindrisch epitheel met microvilli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat voor processen vinden er plaats in de distale tubulus?

A
  • reabsorptie van NaCl
  • secretie van H+ en NH+
  • regulatie water zout balans
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voor soort epitheel bedekt de distale tubulus?

A

kubisch epitheel zonder microvilli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor processen vinden er plaats in de verzamelbuis?

A
  • reabsorptie van H2O en NaCl

- secretie van H+ en absorptie van HCO3-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat het juxtaglomerulaire apparaat?

A
  • macula densa
  • twee arteriolen
  • juxtaglomerulaire cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de functie van het juxtaglomerulaire apparaat?

A
  • De juxtaglomerulaire cellen maken het RAAS-systeem actief door renine af te geven (productie renine)
  • regulatie water-zoutbalans
  • regulatie glomerulaire filtratiedruk
  • regulatie renale doorstroming en glomerulaire filtratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uit welke drie lagen bestaat de ureter?

A
  1. mucosa: is bekleed met urotheel
  2. muscularis: werkt pulserend zodat de urine naar de blaas wordt geleid. Indien deze niet goed werkt kan urine te lang in de nierbekken blijven en leiden tot ontsteking.
  3. adventitia: met vaten en zenuwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Uit welke lagen bestaat de blaas?

A
  1. Urotheel: meerrijig hoog cilindrisch epitheel met daar bovenop paraplucellen die beschermen tegen het zuur in de urine.
  2. Lamina propria: losmazig bindweefsel met vaatjes en soms ook spiervezels (muscularis mucosae), een rijk doorbloed gebied.
  3. Muscularis detrusor (m. propria): zorgt voor lediging van de blaas.
  4. peri-vesicaal vetweefsel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de definitie van klaring?

A

De hoeveelheid plasma die in een gegeven tijd volledig wordt ontdaan van een bepaalde stof. Wordt gegeven in mL/min.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe regelt de macula densa de bloeddruk?

A

Wanneer de macula densa een te lage NaCl concentratie aanvoelt, geven deze cellen COX-2 af. Hierdoor wordt ook PGE2 gevormd waardoor EP4 wordt gevormd. Dit zorgt voor de afgifte van renine uit de juxtaglomerulaire cellen, waardoor het RAAS-systeem wordt ingezet om de bloeddruk te verhogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de tubulo glomerulaire feedback?

A

Wanneer er een hoge bloeddruk is, meten de macula densa cellen een hoge NaCl concentratie. Zij geven vervolgens adenosine af, dat ervoor zorgt dat de afferente arteriole gaat samenknijpen en dus de GFR minder wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke twee vormen van transport heb je over de tubuluswand?

A

Paracellulair transport: is transport tussen de cellen door en dus ook tussen de tight junctions door. Dit is niet selectief.
Transcellulair transport: is transport dwars door twee membranen (een cel) heen. Dit is wel selectief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe werkt de bicarbonaat reabsorptie in de proximale tubulus?

A

H+ wordt via de NHE-transporter uitgescheiden naar het lumen (natrium wordt gereabsorbeerd). De H+ vormt samen met bicarbonaat in het lumen CO2 en water. De CO2 diffundeert over het membraan heen. In de tubulus cel reageert CO2 met water vervolgens weer in H+ en bicarbonaat. De H+ wordt zoals hierboven gezegd weer uitgescheiden in het lumen en de 3 bicarbonaat gaan met 1 natrium (NBCe1) naar het interstitium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn verschillende oorzaken voor een abnormale excretie van metabolieten?

A
  • verhoogde plasmaspiegels
  • verhoogde SNGFR
  • genetische afwijkingen in transporteiwitten
  • Fanconi syndroom (aangeboren of verworven)
17
Q

Wat zijn de voordelen van echografie?

A
  • screenende techniek
  • geen ioniserende straling
  • lage kosten
  • gemakkelijk toegankelijk
  • verplaatsbaar
  • uitstekende anatomische resolutie als geringe hoeveelheid vet
18
Q

Wat is een vesico-ureterale reflux?

A

De sfincter bij de blaas kan niet goed sluiten, waardoor er urine terug stroomt de ureter in.

19
Q

Hoe gaat een mictie cystogram (MCG) in zijn werking?

A

Een katheter wordt de urethrae ingebracht tot aan de blaas. Hier wordt een ballon opgeblazen zodat de urine niet via de urethrae weg kan lopen. Vervolgens wordt een vloeistof, die te zien is met röntgenstraling, de blaas in gespoten. Zo wordt alle urine in de blaas aangekleurd. Als urine terug loopt naar de nier (vesico-ureterale reflux) wordt dit gezien.

20
Q

Welke twee centra zijn betrokken bij de lediging van de blaas?

A

De pontine micturition centre (PMC) in de pons en de sacral micturition centre (SMC) die vgm bij de lumbale wervels ligt.

21
Q

Welke zenuwen zijn betrokken bij de mictie?

A

De nervus pudendus innerveert de urethrale sfincter en de plexus pelvis is parasympatisch en innerveert de m. detrusor.