week 7 Flashcards

longziekten

1
Q

Vernauwing luchtweg bij astma door:

A
  • acute bronchoconstrictie
  • verdikking bronchiale wand (door oedeem en ontsteking)
  • mukusvorming
  • remodelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

symptomen astma

A

kortademigheid, benauwdheid, druk op de borst, piepen en hoesten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

varianten astma

A

allergisch en niet-allergisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bronchiale hyperreactiviteit is:

A

overmatige reactie van de luchtwegen op aspecifieke prikkels (luchtwegen vernauwen te makkelijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De heilige drie-eenheid van astmacontrole

A
  • ACQ
  • aantal exacerbaties voorgaande jaar
  • FEV1/FVC
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ACQ-waarde bij slechte astmacontrole
en goede controle

A

> 1,5
<0,75

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Moeilijk behandelbaar astma of ernstig astma? ABCDEF

A

Astma
Bronchiale prikkels
Compliance
Device
Educatie
Fenotype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

normaal astma als:

A

goede respons ICS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

moeilijk behandelbaar astma als:

A

slechte respons ICS en LABA maar na dieet en bewegen goede controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ernstig astma als:

A

slechte respons op ICS en LABA en niks van ABCDEF kan verbeterd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

obstructie bij FEV1/FVC:

A
  • <0,7 post BD
  • <LLN
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voorspelling longfunctie afhankelijk van:

A
  • leeftijd
  • geslacht
  • lengte
  • (etniciteit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

COPD

A

chronic obstructive pulmonary disease

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

definitie COPD

A

chronishce respiratoire klachten tgv afwijkingen in de luchtwegen wat leidt tot een persisterende, vaak progressieve luchtwegobstructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

GOLD 1: mild

A

FEV1/FVC < 0,70, FEV1>80%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

GOLD 2: matig

A

FEV1/FVC < 0,70, FEV1 tussen 50% en 80%

17
Q

GOLD 3: ernstig

A

FEV1/FVC < 0,70, FEV1 tussen 30% en 50%

18
Q

GOLD 4: heel ernstig

A

FEV1/FVC < 0,70, FEV1 <30% of FEV1 <50% en chronische respiratoire insufficiëntie! (bij CO2>6,5 kPa (type 2) + GOLD 3 = 4)

19
Q

Roken: 5 A’s

A

ask, advise, assess, assist, arrange

20
Q

AECOPD

A
  • toename dyspnoe
  • toename hoest
  • toename sputum of -purulentie
21
Q

respiratoire insufficientie

A

falen van gaswisseling tgv ontbreken of onvoldoende functie ademhalingssysteem

22
Q

hypoxemisch RF

A

longfalen, pO2<60 mmHg (<8kPa)

23
Q

oorzaken hypoxemisch RF

A

shunt, diffusiestoornis, ventilatie/perfusie-probleem, lage pO2 geinspireerde lucht

24
Q

hypercapnisch RF

A

pompfalen, pCO2>50 mmHg (>6,5 kPa)

25
Q

oorzaken hypercapnisch RF

A

verhoogde CO2 productie, won’t breathe, can’t breathe, can’t breathe enough

26
Q

cor pulmonale

A

gevolg longafwijkingen, overbelasting rechter harthelft

27
Q

centricinair emfyseem

A

proximale gedeelte van de acinus is aangedaan

28
Q

panacinair emfyseem

A

gehele acinus aangedaan

29
Q

paraseptaal emfyseem (=distaal acinair)

A

langs pleura en septa

30
Q
A
31
Q
A
32
Q
A
33
Q
A