Week 6.2 slachtofferschap en beeldvorming Flashcards

1
Q

Juridische definitie slachtoffer

A

degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of ander nadeel heeft ondervonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

‘Ideaal’ slachtoffer

A

De personen die het meest kunnen rekenen op het label ‘legitiem slachtoffer’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

‘Ideaal slachtoffer’ criteria

A
  1. slachtoffer zwak
  2. slachtoffer voerde voor delict legitieme activiteit uit
  3. slachtoffer kan niet berispt worden om waar zij was ten tijde van het misdrijf
  4. dader groot en slecht
  5. dader onbekend en geen relatie tot slachtoffer
  6. slachtoffer durf en kracht het verhaal te vertellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verwachtingen slachtoffer breken

A

Iemand die niet aan de verwachtingen doet van een ideaal slachtoffer kan negatieve gevolgen ervaren (sociaal constructionisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Seksueel geweld definitie

A

verkrachting: iemand dwingen tot het ondergaan van handelingen die (mede) bestaan uit het binnendringen van het lichaam doormiddel van geweld of andere feitelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

modernisering zedenwetgeving

A

zedenwetgeving aanpassen op hoe er in de samenleving over wordt gedacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

‘Real rape’ script

A
  • dader-slachtoffer onbekenden
  • buiten en snachts
  • dader gebruikt/dreigt met geweld
  • slachtoffer verzet zich en loopt verwondingen op
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Realiteit rape

A
Mannelijk slachtoffer 6%
Dader is bekende 60-80%
Freeze reactie 70%
aangifte 16%
valse aangifte 2-10%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Effect van mythes

A
  • normaliseren seksueel geweld
  • maken slachtoffer verantwoordelijk
  • beperken gevallen die ‘echte’ verkrachting zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly