Week 2.1 - Criminaliteit Flashcards

1
Q

Definitie criminaliteit (Willem Bonger)

A

Een subcategorie van alle immorele en maatschappelijk schadelijke handelingen die eventueel strafbaar zouden kunnen worden gesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Objectieve dimensie criminaliteit

A

Schade en gevaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Normatieve dimensie criminaliteit

A

Slecht, immoreel met oplossing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Juridische en maatschappelijke betekenis gescheiden

A

Houden zich beide bezig met criminalisering maar met verschillende invalshoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Criminalisering

A

Onderscheidend criterium (zowel juridisch als niet) gebaseerd op definitie Howard Becker: ‘criminaliteit zijn die gedragingen die crimineel genoemd worden’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Labellingsapproach criminaliteit

A

criminaliteit is criminaliteit door de definitie die de maatschappij het geeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Definitie criminaliteit (Sutherland)

A

Criminaliteit is gedrag dat maatschappelijke schade toebrengt
Autonoom definiëren op grond van leed, letsel, schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Relativiteit van het criminaliteitsbegrip

A

Sociale constructie: gedrag wordt crimineel door sociale betekenisgeving. Criminaliteit is geconstrueerde werkelijkheid en het resultaat van het sociale definieringsproces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sociale definiëringsproces

A
  1. Sociale betekenissen zijn het gevolg van het sociale definieringsproces
  2. Sommige verschijnselen worden als probleem gedefinieerd omdat ze feitelijk/normatief slecht zijn
  3. Uitkomsten van het proces zijn afhankelijk van dominantie opvattingen binnen de samenleving
  4. Deze opvattingen kunnen veranderen; ze zijn historisch, politiek en sociaal cultureel bepaald en verschillen naar tijd en plaats
  5. sociale definiëringsproces heeft politieke en maatschappelijke gevolgen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Criminalisering

A

Primair: iets wat nieuw wordt opgenomen in het strafrecht
Secundair: wel strafbaar maar niet vervolgd werden en nu wel weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Decriminalisering

A

De facto: iets wat wel strafbaar beschouwd wordt maar niet strafbaar vervolgd wordt
De jure: Fenomenen die uit het wetboek van strafrecht gehaald zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

(De)criminalisering

A

Resultaat van maatschappelijke definitiestrijd wat criminaliteit dan al niet is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Criminologische wetmatigheden

A
  1. criminaliteit is geen descriptieve neutrale categorie maar is verbonden met normatieve betekenissen
  2. criminaliteit is een sociaal fenomeen met sociale oorzaken
  3. criminaliteit is ubiquitair maar verandert naar tijd, plaats en situatie
  4. criminaliteit is universeel
  5. criminaliteit is weerspiegeling van sociale en morele gevoeligheid van een maatschappij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

2

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly