Week 6 & 7 Flashcards
1
Q
Object
A
Een zelfstandige entiteit met goed gedefinieerde kenmerken (eigenschappen of kenmerken) en gedragingen. Vb.: school, leerkracht, klant, les, account, etc.
2
Q
Domain model
A
Beschrijft “dingen” in een systeem en hoe deze gerelateerd zijn aan mekaar.
Een “ding” kan een object, klasse, interface, package of subsysteem zijn van een systeem dat ontwikkeld wordt.
3
Q
Class diagram
A
Een diagram dat de structuur van het systeem beschrijft door het tonen van het systeem zijn:
• Klassen
• De kenmerken en bewerkingen
• Relaties tussen klassen