Week 5 - Etnografie

Question 1

Waar gaat kwalitatief onderzoek vaak over?

Answer 1

• Observations (het opnemen van details)
• Field notes (het opschrijven van dingen)

Question 2

Wat kan je zeggen over immersion? immersive research

Answer 2

Het echt onderdeel worden van iets.
Begrijpen van fenomenen om je heen; Je moet voelen wat mensen voelen en wat ze denken etc.

Question 3

Hoe kan je onderdeel worden van iets (immersion)? Noem voorbeelden.

Answer 3

• Meedoen met nursing home activities
• Praten bij het koffiezetapparaat
• Het ontdekken van het ‘ritme van het eiland’ (in het geval van dit onderzoek)
• Mapping materialities (vormt de dingen die we doen, bv de collegezaal)
• Tijdelijk geen onderscheid tussen je eigen leven en het onderzoek (je kan dit niet van 9 tot 5 doen en dan teruggaan naar je eigen leven)

Question 4

Wat kan je zeggen over carescape?

Answer 4

Zorg (care) en plaats (place) kan niet worden gescheiden.
Het is heel belangrijk om zorg te krijgen op de plek waar jij dat wil.
Met name in voorbeeld van de eilanders.
We moeten altijd rekening houden met de plaats.
Je kan niet zomaar zorg van de ene naar de andere plaats verplaatsen.

Question 5

Wat doet etnografie?

Answer 5

Het zoomt in op de praktijk.=> Wat doen mensen? Zodat je de context kan begrijpen.

Question 6

Waar komt etnografie uit voort en wat is dat?

Answer 6

Ethnografie komt voort uit antropologie

Antropologie gaat over het begrijpen van mensen en hun cultuur
Als we mensen en hun cultuur willen begrijpen moeten we daar naartoe gaan en doen wat zij doen.

Question 7

Wat is etnografie?

Answer 7

Etnografie is de studie van mensen in hun eigen tijd en ruimte, in hun dagelijks leven.
Je kan niet van een afstand conclusies trekken; je moet dat van binnen doen.

Question 8

Wat kan je nog meer zeggen over etnografie? Waar gaat het om? Welk perspectief? etc.

Answer 8

• Etnografie is practice-baseed
• Gefocust op het perspectief van de insider (emic perspectief)
• Gaat om het begrijpen, niet om het uitleggen
• Gaat om immersion
• Observaties, field notes
• Interviews, documenten analyses

Question 9

Wat is het verschil tussen het emic en etic perspectief?

Answer 9

Emic kijkt van binnenuit, etic perspectief kijkt van buiten

Question 10

Welke observational dimensions zijn er?

Answer 10

Space — Physical layout of the place(s) – bijvoorbeeld als je een ziekenhuis wilt plaatsen

Actor — Range of people involved – waar focus je op?

Activity — A set of related acts -

Object — The physical things that are present – bijv fysieke omgeving zoals duinen, hoe mensen daar aan relateren

Act — Single action by an individual -

Event — Something out of the ordinary – waarom is dat out of the ordinary en wat heeft dat met de mensen te doen?

Time — The sequencing of events that occur -

Goal — Things that people are trying to accomplish -

Feeling — Emotions felt and expressed -

Question 11

Wat is organizational ethnography?

Answer 11

Het begrijpen van organisaties als culturele entiteiten.
Het begrijpen van het microgedeelte (de diepte in gaan door observaties)

Question 12

Wat kan je zeggen over organizational ethnography in de zorg?

Answer 12

Kunnen helpen bij het beter begrijpen van de zorg
Zorgprofessionals kunnen beter reflecteren op hun practices.

Question 13

Wat zijn de voordelen van organizational ethnography in de zorg?

Answer 13

• Verschillende perspectieven; kan ons helpen zorg beter te begrijpen
• bottom-up / reflexief, zorgprofessionals kunnen beter reflecteren op hun practices.
• empoweren van minority stemmen. (cliënten / patiënten)
• storytelling: hoe ervaren patiënten de zorg; leert ons hoe we kwaliteit en veiligheid kunnen verbeteren

Question 14

Hoe zorgen we dat kwalitatief onderzoek goed is?

Answer 14

Paar belangrijke regels die we moeten volgen om te concluderen dat het onderzoek goed is:

• Triangulatie
• Thick description
• Audit trail
• Tijd en plaats

Question 15

Wat kan je zeggen over triangulatie en welke soorten zijn er?

Answer 15

Verschillende soorten triangulatie

• Data triangulatie => je krijgt verschillende soorten data.
• Methodologische triangulatie => je gebruikt meer dan 1 methode, interviews, field notes etc.
• Investigator triangulatie => Meer dan 1 onderzoeker. We kijken naar zelfde onderzoeksvraag maar op verschillende plekken)
• Theoretische triangulatie => We kijken naar dezelfde onderzoeksvraag vanuit verschillende perspectieven.

Question 16

Wat kan je zeggen over thick description?

Answer 16

Gaat om het opschrijven van alles wat je ziet.
Focus op detail. (bijv toen ze op de boot zat, schreef alles op)

Question 17

Wat kan je zeggen over audit trail?

Answer 17

Duidelijk zijn over wat je deed en wanneer.
Reflecteren op wat je gedaan hebt, checken van verhalen van mensen nadat je het opgeschreven hebt (member check).

Question 18

Wat kan je zeggen over time en place? (als onderdeel van het zorgen dat kwalitatief onderzoek goed is)

Answer 18

Klassieke immersion vs multisited studies.
Naar verschillende onderzoeksplekken gaan (veranderd wel de soort etnografie die je doet).

Question 19

Welke twee theoretische perspectieven onderscheidt men bij etnografie?

Answer 19

• Phenomology (zooming in)
• Critical theory (zooming out)

zooming in and out

Question 20

Wat kan je zeggen over phenomonology?

Answer 20

Proberen te begrijpen van bepaalde fenomenen.
Vanuit het perspectief van mensen die het ervaren.
Hun perceptie van hun gevoel.
Wordt gekeken naar de individuele ervaring.

Kernwoorden: angst, controle, alleen, hoop, toekomst etc.

Question 21

Wat kan je zeggen over critical theory?

Answer 21

Gaat om het grotere plaatje (bigger picture).
Focust op de sociale historische en ideale krachten dat de society structureert.

Kernwoorden: macht, politiek, systeem, overheid, ongelijkheid, population control

Question 22

Hoe begin je met etnografie? Start je met een theorie of begin je gewoon?

Answer 22

Als je onderzoek doet moet je altijd een onderzoeksvraag hebben.
Kwalitatief onderzoek begin je eigenlijk meer met data verzamelen en trekt daaruit je conclusies. (induction ipv deduction)
In etnografie probeer je zo open mogelijk te blijven zodat je niet iets mist. Deduction is je begint met een hypothese en gaat dan op zoek naar data.

Question 23

Wat is induction?

Answer 23

Het vinden van patronen, het making sense van practices die van binnenuit werken (je begint met de data, niet met een hypothese).

Question 24

In de praktijk vindt meer ‘abduction’ plaats. Leg uit wat dit is

Answer 24

Zit tussen induction en deduction in.
Je kan nooit helemaal blanco een situatie instappen.
Belangrijkste is dat je geen limiterende hypothese opstelt.
Je kan ook de onderzoeksvraag gedurende je onderzoek aanpassen.
Je maakt gebruik theory-field-theory.

Question 25

Wat zijn sensitizing concepts?

Answer 25

Concepten die je in je achterhoofd houdt.

Question 26

Wat zeggen Wilson & Chadda over goede etnografie?

Answer 26

• Dit is theoriegedreven.
• Meer induction dan deduction.
• Theoretische inzichten zij niet strict inductief of deductief maar omvatten een combinatie van beide.

Question 27

Hoe zoom je in en out bij etnografie?

Answer 27

Zowel phenomonology als critical theory gebruiken.