Week 5 & 6 Flashcards

1
Q

welke voorprocedure moet je volgen voordat je naar de rechter gaat?

A
  1. bezwaar 7,2 awb
    of
  2. administratief beroep: 7,3
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar stel je beroep in?

A

ingesteld bij rechtbank, afdeling bestuursrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar kun je hoger beroep indienen?

A
  1. meestal: afdeling bestuursrechtspraak, raad van state
  2. , Cbs, CRvB of gerechtshof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke stappen van rechtsbescherming heb je”?

A
  1. is beroep in eerste aanleg mogelijk bij bestuursrechter?
  2. is er een verplichte voorprocedure?
  3. bij welke bestuursrechter moet ik zijn?
  4. is hoger beroep mogelijk en zo ja bij welke hoger beroepsrechter moet ik zijn?
  5. moet ik een verzoek om en voorlopige voorziening indienen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is bezwaar?

A

art 1:5 awb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de 3 kenmerken van bezwaar?

A
  1. heroverweging
  2. door hetzelfde bestuursorgaan wat het besluit heeft genomen
  3. op gronden van recht en doelmatigheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de 5 functies van de bezwaarprocedure.

A
  1. laagdrempelige rechtsbescherming
  2. zeeffunctie: ontlasten rechter
  3. verlengde besluitvorming (volledige heroverweging besluit, rechtmatigheid en doelmatigheid)
  4. dossiervorming
  5. signaleren (gebreken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de belangrijke aspecten van bezwaar?

A
  1. bezwaartermijn is 6 weken
  2. hoorzitting
  3. bezwaar schorst niet de werking van het besluit
  4. volledige heroverweging van besluit
  5. ex nunc toetsing
  6. verbod van reformatio in peius
  7. bezwaar gegrond? -> besluit herroepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een ex nunc toetsing?

A

toetsing op basis van de situatie nu, niet van de situatie toen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

administratief beroep

A

art 1:5 lid 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rechtsbescherming ADR

A

alternatieve beslechting,
1. nationale ombudsman
2. mediation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar staat de nationale ombudsman?

A

art 9:1 awb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is mediation

A

partijen gaan aan tafel zitten met een mediator

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat betekent ABRvS

A

afdeling bestuursrecht Raad van State

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat betekent CBb

A

College voor beroep van het bedrijfsleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat betekent CRvB?

A

centrale raad van beroep

17
Q

op welke grond wordt de heroverweging gedaan?

A

op grond van rechtmatigheid en doelmatigheid

18
Q

wat zijn de kenmerken van de nationale ombudsman?

A

het is klachtrecht, het ziet op gedragingen, geen besluiten etc.

19
Q

wat is het doel van het klachtrecht?

A
  1. herstellen vertrouwen in orgaan
  2. verbeteren kwaliteit van handelen
  3. genoegdoening voor burger.
20
Q

wat is relatieve competentie?

A

art 8:7 awb

21
Q

wat zijn de 3 functies van hoger beroep?

A
  1. biedt herkansing
  2. biedt een controle mogelijkheid op rechtbanken
  3. het waarborgt rechtseenheid
22
Q

wat is een voorlopige voorziening?

A

iets wat het besluit schorst

23
Q

wat zijn de eisen voor voorlopige voorziening?

A
  1. spoedeisend belang
  2. connexteitsvereiste: er moet bezwaar of hoger beroep procedure lopen
24
Q

wat geldt er als het besluit afkomstig is van een decentrale overheid?

A

dan geldt het zetelcriterium

25
Q

wat is het zetelcriterium?

A

rechtbank in het rechtsgebied waar het bestuursorgaan zijn zetel heeft is bevoegd

26
Q

wat geldt er als een besluit afkomstig is van een centrale overheid?

A

ingezetenecriterium

27
Q

wat is het ingezetene criterium?

A

rechtbank binnen het rechtsgebied waar de indiener zijn woonplaats in NL heeft is bevoegd

28
Q

wat is een centrale overheid?

A

iets wat voor het hele land besluit zoals ministeries en de tweede kamer

29
Q

wat is een decentrale overheid

A

lokale overheid: gemeenten, waterschappen, provincies