Week 5 Flashcards
Uit welk vlak bestaat de hals?
Onder mandibula, protuberantia occipitalis externa en mastoid en boven de clavicula, scapula en proc. spinosus van C7.
Wat zijn de functies van het hoofd?
-Opname voedsel en vocht
-Toegang zuurstof
-Zintuiglijke waarneming (en evenwicht)
-Communicatie (ook non-verbaal)
-Bescherming van de hersenen
Is de hals of de nek langer?
Nek (achter)
Uit welke 2 compartimenten bestaat het hoofd?
Neurocranium en viscerocranium
Uit welke compartimenten bestaat de hals?
Visceraal, vasculair en vertebraal (en spier) compartiment
Waar bestaat het visceraal compartiment uit?
Trachea/larynx, pharynx en oesophagus
Waar bestaat het vasculair compartiment uit?
2 bundels met ieder een arterie, vene en zenuw
Waar bestaat het vertebraal compartiment uit?
Ruggenmerg, wervelkolom en spieren
Op welke 2 manieren kan je anatomie beschrijven?
Systematisch en regionaal
Welke hood-hals spiergroepen zijn ontwikkeld uit de kieuwbogen?
Kauwspieren, mimische spieren, pharynx/larynx spieren, sternocleidomastoideus, trapezius en suprahyoidale spieren.
Welke hoofd-hals spieren zijn ontwikkeld uit somieten?
Oog- en tongspieren
Welke spieren worden geinnerveerd door het czs?
-Infrahyoidale spieren. Plexus cervicalis(?)
-Vertebrale nekspieren:
->Prevertebrale + laterale nekspieren: plexus cervicalis/brachialis
->Postvertebrale nekspieren: dorsale rami van cervicale zenuwen
Welke spieren worden geinnerveerd door de hersenzenuwen?
M. sternocleidomastoideus, m. trapezius, oog-, kauw-, mimische-, pharynx-/larynx-, tong- en suprahyoidale spieren.
Wat is de larynx?
Het strottenhoofd
Wat is de pharynx?
Keelzak (achter mond/neusholte en boven slokdarm/trachea)
Door welke zenuwen worden de (extrinsieke) oogspieren geinnerveerd?
N. III, IV en VI
Door welke zenuwen worden de 4 kauwspieren geinnerveerd?
n. V3 (3e tak van n. V: n. trigeminus)
Door welke zenuw worden de mimische spieren geinnerveerd?
n. VII (facialis)
Door welke zenuwen worden de pharynx-/larynxspieren geinnerveerd?
n. IX en X (glossopharyngeus boven en vagus voor de larynx en onderste pharynx). N. bagus is autonoom, maar deze vezels niet
Door welke zenuw wordt de m. sternocleidomastoideus geinnerveerd?
n. XI (n. accessorius)
Door welke zenuw worden de intrinsieke en extrinsieke tongspieren geinnerveerd?
n. XII (n. hypoglossus)
Door welke zenuwen worden de suprahyoidale spieren geinnerveerd?
n. V3 en VII
Hoe heet de tongbeen?
Os hyoideum
Hoe verlopen de ventrale en dorsale rami in de hals?
De ventrale rami vormen een plexus (cervicalis), de dorsale rami innerveren segmentaal spieren en/of de daar aanwezige huid. Dit zijn de cervicale zenuwen.
Welk zenuw heeft direct ingang in de grote hersenen?
n. olfactorius
Welke hersenzenuw is zuiver sensorisch?
n. VIII (vestibulocochlearis, gehoor en evenwicht)
Welke autonome zenuwen zijn er in het hoofd/halsgebied?
Truncus sympaticus (cervicale deel, grensstreng, afkomstig uit thoracaal)
Parasympathische componenten van nn. III, VII, IX, X
Hoe verloopt het reukzintuig?
Bulbus olfactorius->filia olfactorius door zeefplaat naar reukslijmvlies in neusholte (vooral rondom bovenste neusschelp)
Waar liggen de zintuigen in het oor?
Rotsbeen. Gehoor in cochlea, evenwicht in halcirkelvormige kanalen
Uit welke 3 delen bestaat het oor?
Buitenoor (tot trommelvlies), middenoor (achter trommelvlies, gehoorbeentjes via rond en ovaal venster verbonden met binnenoor) en binnenoor (zintuigdeel)
Hoe wordt de tong geinnerveerd?
-Voorste 1/3 door N. vii-> gordatympini (smaakvezels) takken af van n. VII en voegen zich bij n. lingualis die zorgt voor gevoel tong
-Middelste 1/3 door n. IX
-Achterste 1/3 door n. X
Waaruit komt de n. lingualis?
n. v3 is een aftakking van de n. mandibularis
Welke smaken zijn er?
Zoet, zuur, bitter en umami
Hoe verloopt de a. carotis communis?
-A. carotis externa gaat naar het aangezicht. Vetakt in de a. facialis, a. maxillaris a. temporalis superfacialis
-A. carotis interna gaat naar de hersenen
Hoe wordt de huid van hoofdhals geinnerveerd?
-Aangezicht door n. V
-Grootste deel hals door plezus cervicalis via punctum nervosum
-Achterste deel door dorsale rami van de cervicale zenuwen C1 t/m 6
Wat zijn de belangrijkste klieren in het hoofd-halsgebied?
Glandula lacrimalis, speekselklieren (glandula parotis (afvoer wangregio), submandibullaris (afvoer onder voorkant tong) en sublingualis (afvoer tussen kiezen en tong)), glandula thyroidea, lymfeklieren, hypofyse en epifyse
Welke soorten steunweefsel zijn er?
Bot, kraakbeen, bepaald BW (BW in engere zin, fascies, pezen, lig)
Wat zijn 5 kenmerken van steunweefsel?
-Continuiteit door gelijke opbouw. Collagene vezels lopen over.
-Veranderlijkheid. Botten sterker bij grotere krachten
-Bepalen vorm lichaam
-Vorm-functie relatie
-Verdeelt lichaam in compartimenten
Wat zijn gewrichten?
Botverbindingen
Wat is congruentie?
Mate van passen. Hoge congruentie beperkt bewegingsvrijheid.
Welke soorten stabiliteit zijn er?
-Passief (vorm, kapsel, banden/lig.). Ten koste bewegingsvrijheid
-Actief (spieren)
Uit welke elementen bestaan de romp en axiale skelet?
Wervelkolom, thorax, abdomen en schouder-/bekkengordels
Welke 2 soorten (rug)spieren zijn er?
Intrinsieke spieren: blijven in de romp
Extrinsieke spieren: gaan va de rug richting de extremiteiten
Welk functioneel dilemma is er in de wervelkolom?
Mobiliteit vs. stabiliteit
Hoe zijn de wervels onderling verbonden?
Via facetgewrichten, disci intervertebrali met nucleus pulposus en anulus fibrosis en ligamenten
Benoem de extrinsieke rugspieren
M. trapezius (scapula niet onderdeel thorax), rhomboideus, latissimus dorsi, levator scapulae
Hoeveel wervels zijn er?
7 cervicaal (lordose), 12 thoracaal (kyphose), 5 lumbaal (lordose)
Waaraan zijn de cervicale wervels te herkennen?
Kleiner corpus, foramen transversarium, gespleten proc spinosus en schuine facetgewrichten voor rotatie en retroflexie
Waaraan zijn de thoracale wervels te herkennen?
Articulatio costae en facetgewrichten in het frontale vlak voor lateroflexie
Waaraan zijn de lumbale wervels te herkennen?
Groot corpus en facetgewrichtjes in het midsagittale vlak voor flexie en extensie.
Waardoor zijn de thorax- en buikholte gescheiden?
Middenrif
Welke ligamenten zijn er rond de wervelkolom?
Lig. longitudinale anterius en posterius (die rekreceptoren bevatten), lig flava, lig interspinales en lig supraspinales
Wat zijn de functies van de thorax?
Ademhaling en bescherming
Hoe zitten de ribben vast?
Articulatio costovertebrale, articulatio sternocostalis met daartussen cartilago costalis
Hoe heten de openingen in de thorax?
Onderste en bovenste thoraxapertuur
Waarmee wordt de onderste apertuur gesloten?
Diafragma met spieren, die vastzit aan de onderste ribben. Door het diafragma gaan de slokdarm (oesophygale hiatus), aorta (aortale hiatus) en vena cava (vena cava apertuur)
Waarmee wordt de bovenste apertuur gesloten?
Bovenste rib bij Th1 en manubrium sternum. Gevuld door de slokdarm, topje longen, vaten en luchtpijp.
Hoe heet de peesplaat in het diafragma?
Centrum tendineum, geen spieren dus bloed niet verhinderd
Wat zijn de intrinsieke thoraxspieren?
De tussenribspieren:
->M. intercostalis externi. Borstkas omhoog
->M. intercostalis interni. Borstkas kleiner. Omgekeerde vezelrichting.
->M. intercostalis intimi. Werken met de interni, dezelfde vezelrichting
Waar lopen de intercostale venen en zenuwen?
Tussen de m. intercostalis interni en intimi
Wat zijn de extrinsieke thoraxspieren (met origo en insertie)?
M. pec major. O: sternum, clavicula en ribben. I: crista tuberculi
M. pec minor. O: ribben. I: proc. coracoideus
Ook de eerder benoemde rugspieren
Wat is de relatie tussen bouw van de buikwand en thoraxwand?
Ze zijn analoog, behalve spieren ipv ribben
Hoe verlopen de buikspieren?
Van ribben (via fasciebladen verbonden) tot bekken. 3 lagen van rug naar sternum.
Wat zijn de 3 buikspierlagen?
-M. obliquus externus
-M. obliquus internus
-M. obliquus transversus
Ze komen via 3 aponeurosen (peesplaten) samen in een fascies die de rectus omkapselt
Wat gaat door de abdominale fascies?
Lieskanaal
Welke soorten spierweefsel zijn er?
Skelet, hart en gladspierweefsel
Wat zijn de kenmerken van skeletspierweefsel?
-Dwarsgestreept
-Snelle contractie (onder wil)
-Duidelijk bandenpatroon
-Multinucleair
-Ovale kernen liggen perifeer
-Sterke kleuring door eiwitten (myofilamenten)
Wat zijn de kenmerken van hartspierweefsel?
-Dwarsgestreept
-Snelle en ritmische contractie (niet onder wil)
-Duidelijk bandenpatroon
-Meestal mononucleair
-Centraal gelegen kern
-Intercalairlijnen tussen cellen
-Hartspiercellen kunnen vertakken
Hoe ontstaan skeletspiercellen en hoe zien ze eruit?
Lange, cilindrische meerkernige cellen t.g.v. fusie mononucleaire myoblasten (syncitium)
Hoe heet een bundel spiervezels?
Fascikel
Wat is een ander naam voor spiercellen?
Spiervezels
Hoe heet het celmembraan van een spiercel?
Sarcolemma
Waaruit bestaan spiervezels?
Sarcomeren met daarin myofibrillen (aaneenschakeling en bundeling van sarcomeren), die zijn opgebouwd uit myofilamenten (actine en myosine)
Wat is een sarcomeer?
Het gebied tussen 2 Z-lijnen. Contractieve eenheid
Welke gebieden zijn er in een myofibril te onderscheiden?
A-band, I-band, H-band, Z-lijn en M-lijn. Te onderscheiden met een elektronenmicroscoop
Wat is de A-band?
Myosine met deels overlappende actine
Wat is de I-band?
Gebied met alleen actine
Wat is de H-band?
Gebied met alleen myosine
Wat is een Z-lijn?
Lijn middenin de I-band waar de actinefilamenten zijn gebonden aan een eiwit
Wat is een M-lijn?
Middenin H-band, waar myosinefilamenten aan vastzitten
Welke gebieden in een spiercel zijn te onderscheiden met een lichtmicroscoop?
A-band, I-band, Z-lijn
Welke 3 lagen bindweefsel zitten in een spier?
-Epimysium (vezelig onregelmatig BW) om een spier
-Perimysium (dun vezelig BW) om een fascikel
-Endomysium (dunne laag reticulair BW) om een spiervezel
Hoe bereiken neuronen de spiervezels?
Neuronen gaan door de perimysium en vertakken via endomysium naar individuele spiervezels tot een mot. eindplaaat/neuromusculaire junctie
Wat gebeurt er als een signaal is aangekomen bij het motorische eindplaat?
Vesikels met acetylcholine worden vrijgemaakt, bindt aan ACh-receptoren op het sarcolemma
Wat is een T-tubuli?
Insnoering sarcolemma om elke myofibril, op grens A en I-band. Het is aan beide kanten omgeven door terminale cisternae van het SR. Zorgt voor synchrone verspreiding depolarisatie over hele spiervezel
Wat gebeurt er in een spiercel na een depolarisatie?
Ca wordt vrijgemaakt uit het sarcoplasmatisch reticulum
Waaruit is een actinefilament opgebouwd?
2 kettingen F-actine (bestand uit G-actine moleculen) met daaromheen een dunne eiwitketen (tropomyosine) met daarop troponine waaraan Ca kan binden
Wat gebeurt er als Ca bindt aan troponine?
Tropomyosine verschuift waardoor de bindingsplaatsen voor myosine vrijkomen
Wat is de taak van het sarcoplasmatisch reticulum?
Snelle calciumrealease en opname uit het cytosol
Wat zijn de functies van spierbindweefsel?
-Samenbundelen mechanischekracht van de contraherende spiervezels. Individuele spiervezels lopen zelden van ene naar andere kant spier.
-Bevestiging aan bot en andere weefsels
-Begeleiding zenuwen, bloed- en lymfevaten
Wat is een intercalairlijn?
Bindingsplaats tussen 2 hartspiercellen
Wat voor BW zit er in hartspierweefsel?
Veel, goed doorbloes endomysium
Wat voor verbindingen zitten er in intercalairlijnen?
Desmosomen (interm. fil. desmine), fascia/zonula adherens (actine) en gap junctions (multinucleaire contractie eenheid)
Wat zijn de verschillen tussen hart- en skeletspierweefsel?
Hartspierweefsel heeft veel meer mitochondria (40% tov 2%), meer en grotere T-tubuli (in gebied Z-lijn), minder ontwikkeld SR (Ca ook uit T-tubuli)
Wat zijn de kenmerken van glad spierweefsel?
-Langzame contractie niet door wil
-Spoelvormige cellen
-Diagonaal geordend
-Mononucleair met centraal gelegen kern
-Geen dwarsstreping
-Omgeeft holle structuren
-Vaak in lagen aanwezig
-Bundels myofilamenten kriskras
Hoe zit het met SR en T-tubuli bij gladspierweefsel?
Rudimentair SR, geen T-tubuli, Ca uit buitenomgeving