Week 4 - Niet-nakoming van overeenkomsten en remedies Flashcards
Wat houdt niet-nakoming in?
Ieder geval waarin de schuldeiser de hem toekomende prestatie niet ontvangt, zowel wanneer dit wél aan de schuldenaar kan worden toegerekend als wanneer dit niet het geval is.
Wat houdt een tekortkoming in?
Alle gevallen waarin de prestatie achterblijft van hetgeen de verbintenis vergt.
Wanneer is een verbintenis opeisbaar?
Art 6:38 en art. 6:39: als er geen tijd voor nakoming is overeengekomen is de verbintenis.
Blijvende onmogelijkheid is op te splitsen in twee vormen. Welke vormen zijn dit en wat houden deze in?
Relatieve en absolute onmogelijkheid
Bij absolute onmogelijkheid is het uitgesloten dat ooit nog zal kunnen worden nagekomen. Voorbeeld: een te leveren schilderij is kapot gegaan.
Bij relatieve onmogelijkheid is de prestatie is niet in absolute zin onmogelijk, maar het verrichten ervan stuit op overwegende bezwaren omdat er sprake is van een praktische, dan wel een morele of wettelijke belemmering. Voorbeeld: een te leveren schilderij is overboord gevallen in de zee.
Wat zijn de rechtsgevolgen van blijvende onmogelijkheid?
De schadevergoeding kan meteen gevorderd worden aangezien het sturen van een ingebrekestelling zinloos is. Ook kan de schuldeiser zijn eigen prestatie niet meer opschorten (art. 6:54 sub b BW)
Wat zijn de rechtsgevolgen van tijdelijke onmogelijkheid?
Tijdelijke onmogelijkheid levert een vertraging in de nakoming op. Het gevolg hiervan is dat de schuldeiser de nakoming kan vorderen op grond van art. 3:296 BW. Ook kan op grond van art. 6:74 lid 2 BW een schadevergoeding geclaimd worden, indien aan de vereisten van art. 6:86 lid 2 BW voldaan is. Tot slot kan de schuldeiser ontbinden op grond van art. 6: 265 lid 2 BW en kan hij zijn eigen prestatie ook opschorten.
Wat houdt opschorting in en waar is dit terug te vinden?
Art. 6:52 BW
Men kan zijn eigen prestatie opschorten wanneer hij en de schuldenaar over een weer elkaars schuldenaar zijn. Door op te schorten houdt de schuldeiser zijn eigen prestatie achter.
Aan welke vereisten moet voldaan worden wanneer de schuldeiser wil opschorten?
- De persoon moet een opeisbare vordering hebben.
- Toerekenbaarheid of verzuim is niet vereist.
- De opschorting moet de tekortkoming rechtvaardigen.
- Connexiteit. Tussen de verbintenissen moet nauwe tegenover elkaar staan.
Wat is het proportionaliteitsvereiste ex art. 2:262 lid 2 BW?
In geval van gedeeltelijke of niet behoorlijke nakoming is opschorting slechts toegestaan indien de tekortkoming haar rechtvaardigd.
Wat is schuldeisersverzuim en wanneer is hier sprake van?
Art. 6:58 BW
Wanneer nakoming van de prestatie verhinderd wordt doordat de schuldeiser de noodzakelijke medewerking niet verleent, of doordat een ander beletsel van zijn zijde komt, tenzij de oorzaak van de verhindering hem niet kan worden toegerekend.
1. De schuldenaar moet tot de prestatie in staat en gereed zijn.
2. De schuldenaar moet de schuldeiser laten weten dat zijn medewerking verlangd wordt.
3. Medewerking van de schuldeiser blijft achterwege.
4. De oorzaak van de verhindering kan de schuldeiser worden toegerekend.
Wanneer is sprake van schuldeisersovermacht en waar is dit geregeld?
Dit is niet in de wet geregeld. Hier is sprake van wanneer de verhindering in de medewerking niet aan de schuldeiser kan worden toegerekend.
Wat zijn de gevolgen van het schuldeisersverzuim aan de kant van de schuldeiser?
De schuldeiser kan, wanneer hij is schuldeisersverzuim is, geen vordering tot nakoming instellen, geen schadevergoeding vorderen van de schuldenaar en kan de overeenkomst niet ontbinden.
Wat houdt inbewaringstelling in en waar is dit te vinden?
Art. 6:66 BW
Inbewaringstelling houdt in dat geld of een zaak gehouden wordt door een derde voor de schuldenaar ten behoeve van de schuldeiser.
Wanneer is er sprake van overmacht en waar is dit geregeld?
Art. 6:75 BW
Wanneer een tekortkoming niet aan de schuldenaar kan worden toegerekend op basis van schuld of krachtens de wet (hulpzaken en hulppersonen), rechtshandeling (garantiebedingen en vrijtekenen) of in het verkeer geldende opvattingen (onervarenheid, ziekte, overheidsmaatregelen etc.). Kan enkel indien de prestatie onmogelijk is.
Wat is een garantie?
Garantiebedingen beperken het beroep van overmacht door de schuldenaar voor een gedeelte of geheel. De schuldenaar garandeert een bepaalde kwaliteit (kwaliteitsgarantie) of zegt toe in te staan voor het treden van een bepaald resultaat (zekerheidsgarantie). Het gevolg is de toerekenbaarheid uitgebreid wordt.