week 4 Flashcards
1
Q
groeifactoren voor proliferatie van stamcellen
A
- G-CSF: neutrofiele granulocyten
- EPO: rode-bloedcellen
- TPO: trombocyten
2
Q
myeloproliferatieve neoplasieën
A
- polycythemia vera (PV): teveel rbc
- Essentiële trombocytose (ET): teveel bloedplaatjes
- Primaire myelofibrose (PMF): overvloedige fibrose in het beenmerg
3
Q
overeenkomsten tussen MPN’s
A
- beenmerg hypercellulariteit
- Megakaryocyten hyperplasie en dysplasie
- in vitro groeifactor-onafhankelijke koloniegroei
- Spontane transformatie tot acute leukemie of beenmergfibrose
4
Q
complicaties MPN
A
- arteriële of veneuze trombose
- bloedingen
- rood gelaat
- jeukklachten
- sterk vergrote milt
5
Q
mutaties bij MPNs
A
- JAK2
- CALR (niet bij PV)
- MPL
6
Q
erfelijke coloncarcinomen
A
- FAP (familier adenomateuze polyposis, APC mutaties)
- HNPCC (hereditaire non-polypsis colorectaal carcinoom, MLH1, MSH2, MSH6, PMS2)
- Familaire colorectale kanker
7
Q
WNT-targetgenen
A
- Cycline D/ CDK4
- C-MYC
- LGR5
8
Q
IPSS-R criteria
A
beenmerg blasten, cytogenetica, Hb, trombocyten, ANC (neutrofielen)
9
Q
twee vormen van methylering
A
- De novo methylering
- Maintenance methylering
10
Q
histonmodificatie
A
- Open chromatine: DNA goed toegankelijk, histoneiwitten niet dicht bij elkaar
- Gesloten chromatine: histonewitten dicht bij elkaar, RNA kan niet goed worden afgeschreven
11
Q
achtergrond van apoptose, stappen
A
- cel krimpt
- eosinofiel cytoplasma
- verlies celmembraan stabiliteit en celcontract
- chromatine condensatie
- apoptotische lichaampjes: fragmentatie van cellen, maar wel omgeven door celmembraan
- fagocytose
12
Q
Senescence eigenschappen
A
- onomkeerbaar in de G0 fase
- cel maakt celcyclus remmende eiwitten (p53, p21, p16) en produceert SASP
- Veroorzaakt ontstekingen door SASP
- Speelt een rol bij weefselveroudering en tumorprogressie
13
Q
manieren waarop p53 wordt gedeactiveerd
A
- missense mutatie
- Verlies van beide allelen
- MDM2 amplificatie
14
Q
kanker immuuncyclus
A
- vrijkomen tumorantigenen
- vrijgekomen antigenen worden opgenomen en verwerkt door cellen in de omgeving
- presenteren van het antigeen in de lymfeklier
- T-cel gaat via het bloed richting de tumor
- T-cel infiltreert door het endotheel naar de tumor
- T-cel herkent tumorcel
- tumorcel wordt gedood
15
Q
klinische immuuncheckpoint remmers
A
- anti-CTLA4
- anti-PD-1
- anti-PD-L1