Week 38 Flashcards
Welke mutatie wordt gevonden bij endometriumcarcinoom?
Mutatie in P13K / AKT -route
Welke mutatie wordt gevonden bij sereus carcinoom van het endometrium?
Mutatie in TP53
Wat is een belangrijk risicofactor voor endometriumcarcinoom?
Lynch-syndroom
Wat verkleint het risico op eierstokkanker?
Orale anticonceptiva
Waar komen cervix maligniteiten meestal voor?
In de transformatiezone
Welke mutatie is aanwezig in het lynch-syndroom?
Mutatie in MMR-genen
Wat is een “type 1” endometriumcarcinoom?
Endometroïd graad 1 en 2
oestrogeen afhankelijk
hyperplasie
Wat is een “type 2” endometriumcarcinoom
Endometroïd graad 3 + overig
NIET oestrogeenafhankelijk
atrofie
Op welke vijf kenmerken is het Risk Malignancy index (RMI) gebaseerd?
- multiloculair
- vaste gebieden
- metastasen
- ascites
- bilaterale laesies
Wanneer treden folliculaire cysten op?
Wanneer er follikel anovulatie is
Wat is de meest voorkomende benigne kiemcel ovariumtumor?
Volwassen teratoom
Waardoor wordt condyloma acuminatum veroorzaakt?
HPV type 6 en 11
Wat is kenmerkend voor endometriale hyperplasie?
Grotere klier-stroma-ratio
Wat is het verschil tussen niet-atypische en atypische hyperplasie van het endometrium?
Niet-atypisch: toename van klier-stroma-ratio
atypisch: samengesteld uit complexe patronen van proliferende klieren die atypie vertonen
Wat zegt de PAP-score bij het bevolkingsonderzoek voor baarmoederhalskanker?
Hoe hoger de PAP-score hoe meer kans op een (pre-)maligniteit
- In Anne’s familie komt baarmoederhalskanker voor. Om de vijf jaar gaat Anne naar de huisarts voor een uitstrijkje (Paptest).
Onder welke vorm van preventie valt deze screening voor baarmoederhalskanker?
(a) Primaire preventie
(b) Secundaire preventie
(c) Tertiaire preventie
Secundaire preventie
HPV heeft causaal verband met verschillende gynaecologische tumoren; met welke?
(a) Cervix- en endometriumcarcinoom
(b) Cervix- en vulvacarcinoom
(c) Endometrium- en ovariumcarcinoom
(d) Endometrium- en vulvacarcinoom
Cervix- en vulvacarcinoom
Het krijgen van een ovarium carcinoom kan door een erfelijke mutatie veroorzaakt zijn.
In hoeveel procent van de patiënten is de oorzaak erfelijk? Dat percentage ligt het dichtst bij:
(a) 10%
(b) 25%
(c) 50%
10%
Wat is de meest voorkomende oorzaak van postmenopauzaal bloedverlies? Dat is:
(a) Atrofie van het endometrium
(b) Endometriumcarcinoom
(c) Endometriumhyperplasie
(d) Hormonale therapie
Àtrofie van het endometrium
Wat is kenmerkend voor vulvacarcinoom? Vulvacarcinoom:
(a) heeft een piekincidentie rond de menopauze
(b) is meestal een basaalcelcarcinoom
(c) komt vaker voor bij vrouwen met lichen sclerosus
Komt vaker voor vrouwen lichen sclerosus
In Nederland is in 2017 een nieuwe vorm van screening voor baarmoederhalskanker ingevoerd.
(volgende 2 vragen)
Wat is een kenmerkend verschil t.o.v. de oude vorm van screening?
(a) Er wordt sowieso getest op afwijkende cellen
(b) Er wordt getest op afwijkende cellen, wanneer vrouwen HPV positief zijn
(c) Er wordt getest op het HPV, wanneer vrouwen afwijkende cellen hebben
Er wordt getest op afwijkende cellen wanneer vrouwen HPV positief zijn
Wat is het grote voordeel van de nieuwe vorm van bevolkingsonderzoek voor baarmoederhalskanker? Bij deze nieuwe vorm is
(a) de sensitiviteit hoger dan bij het uitstrijkje
(b) de sensitiviteit lager dan bij het uitstrijkje
(c) de specificiteit hoger dan bij het uitstrijkje
(d) de specificiteit lager dan bij het uitstrijkje
Sensitiviteit is hoger
Een patiënte is gediagnosticeerd met een cervixcarcinoom van 7 cm en 3 pathologische
lymfeklieren.
Wat is de voorkeursbehandeling? De voorkeursbehandeling is:
(a) alleen radiotherapie
(b) alleen chirurgie
(c) chemotherapie, gevolgd door chirurgie
(d) radiotherapie, gecombineerd met chemotherapie
radiotherapie, gecombineerd met chemotherapie
- Welk type maligniteit van het ovarium komt bij jongere vrouwen (adolescenten) meer voor dan op oudere leeftijd
(a) Epitheliale tumor
(b) Kiemceltumor
(c) Granulosaceltumor
Kiemceltumor