Week 37 - MDL Flashcards
welk orgaan vormt zich in dorsaal mesogastrium?
milt
welk orgaan vormt zich in ventraal mesogastrium
lever
lesser omentum
tussen lever en maag
stopt na foregut -> epiploïc foramen
greater omentum
vanaf maag naar onder -> vast aan colon mesenchym
epiploïc foramen = opening naar
lesser sac/ omenta bursa
rotatie darmen
eerst naar voren en dan rechts over links -> dan kwartslag draaien waardoor dikke darm over duodenum heenligt
muscularis externe
- circulair = binnen
- longditundinaal = buiten
verschil adventitia en serosa
adventitia zit vast en serosa niet
Histologie oesofagus
mucosa = plaveiselepitheel
Maag gebieden
fundus -> corpus -> antrum -> pylorus
Histologie maag
mucosa = kolomepitheel met rugae
3e spierlaag = oblique -> contractie in alle richtingen
HCL-productie
H2O-> OH⁻ + H⁺
OH⁻ + CO2 -> HCO3⁻
HCO3⁻ naar buiten in ruil voor Cl⁻
Cl⁻ + K⁺ naarbuiten + H⁺ naarbuiten via protonpomp
H⁺ + Cl⁻ -> HCl
Regulatie HCl productie
- ACh -> direct + (nervus vagus)
- histamine -> direct + (ECL-cel)
- gastrine -> direct + en + ECL-cel (G-cel)
- Somastotatine -> direct - en - ECL en G-cel (D-cel)
Duodenum histologie
Klieren van Brunner
Pancreassap en gal toevoegen
ducten -> duodenale ampulla -> regulatie door duodenale papilla