Week 3: WC Energievoorziening Flashcards
Celkern bestaat uit (4)
Nucleolus, chromosomen, chromatine, kernenvelop
Cytoplasma bestaat uit (5)
Ruw endoplasmatisch reticulum, ribosomen, glad endoplasmatisch reticulum, golgiapparaat, mitochondria
Werking ruw ER
Zorgt voor verpakken van eiwitten
Werking ribosomen
Eiwitfabriekjes
Werking glad ER
Afgifte van calcium
Werking golgiapparaat
Modificatie en opslag van eiwitten
Werking Mitochondria
Zorgen voor energielevering
We halen onze energie uit:
Koolhydraten, vetten, eiwitten
Waar worden koolhydraten opgeslagen?
Lever en spierweefsel
Waar worden vetten opgeslagen
onder de huid, om weefsels/organen en in spieren
Waar worden eiwitten opgeslagen?
Kunnen overal opgeslagen worden.
Een koolhydraatmolecuul bestaat uit …, … en …
Koolstof, waterstof en zuurstofatomen
Welke vormen van koolhydraten zijn er (3)
Monosacchariden, disacchariden, polysaccariden
Voorbeelden van monosacchariden
Glucose, fructose, galactose
Voorbeelden van disacchariden
Sucrose, fructose, lactose
Voorbeelden van polysacchariden
Glycogeen, zetmeel, cellulose
Wat gebeurt er met koolhydraten?
In rust worden koolhydraten opgeslagen als glycogeen.
Ze kunnen 55 tot 60% van de energie bij inspanning leveren.
Bij inspanning van 60 tot 90 minuten op hoge intensiteit raakt de glycogeenopslag op waardoor het lichaam overgaat op vetverbranding.
Waaruit bestaat een vetmolecuur?
Koolstof, waterstof en zuurstof.
Vetten bevatten veel meer… en minder…
Meer koolstof, minder zuurstof
Vetten kunnen in vier groepen onder worden verdeeld, welke?
Vetzuren (verzadigd en onverzadigd), triglyceriden, fosfolipiden en steroiden
Waar is een aminozuur uit opgebouwd?
Koolstof, zuurstof, stikstof en soms zwavelmoleculen.
Hoeveel aminozuren zijn er nodig om weefsels, enzymen en eiwitten te vormen en hoeveel daarvan zijn essentiele aminozuren?
22 aminozuren, 9 essentieel.