Week 3 - Quality of Care Flashcards

1
Q

Wat kan je zeggen over chronische ziektes? (trends)

A

De prevalentie van chronische ziektes stijgt:

  • Mensen worden steeds ouder
  • Mensen met chronische aandoeningen leven langer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het grootste probleem van de huidige zorgsystemen?

A

Deze zijn gericht op acute gezondheidsproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat kan je zeggen over de rol van een professional bij zowel acute als chronische zorg?

A

Acute zorg: De professional is een expert. Hij selecteert en wijst de weg in welke therapie gevolgd moet worden

Chronische zorg: Hij is meer een leraar/coach en partner/consultant die de patiënten ondersteund

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat kan je zeggen over de rol van een patiënt bij zowel acute als chronische zorg?

A

Acute zorg: Hij volgt de bevelen op van de arts en is passief.

Chronische zorg: Hij is meer een partner, een dagelijkse manager. Regelt zijn eigen zorg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat hebben patiënten met chronische aandoeningen nodig?

A

Een ‘doorlopende genezingsrelatie’ met een zorgteam en een systeem dat georganiseerd is om tegemoet te komen aan hun wensen in:

  • Effectieve behandeling
  • Informatie en ondersteuning voor zelfmanagement
  • Meer intensieve zelfmanagement
  • Coordinatie van zorg tussen settings en professionals
  • Systematische follow-up en beoordeling die op maat gemaakt is naar klinische ernst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het Chronic Care Model?

A

Model dat is gemaakt om de kwaliteit te verbeteren van mensen met chronische aandoeningen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen het Chronic Care Model en de voorgaande gezondheidzorgsysteem (HCS) modellen?

A

Vorige Health Care System model was voornamelijk gemaakt voor mensen met een acute problemen. Chronische aandoeningen hebben een proactieve benadering nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaruit bestaat het Chronic Care Model?

A

Health system maakt zowel deel uit van de community als van het health system zelf. *Uitbreiden en plaatje model toevoegen*

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uit welke domeinen bestaat het health system in het Chronic Care Model en wat kan je globaal over die domeinen zeggen?

A
  • Self Management Support
  • Delivery System Design
  • Decision Support
  • Clinical Information Systems

In deze vier domeinen moet een gezondheidsorganisatie investeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het doel van het Chronic Care Model?

A

Het verbeteren van de kwaliteit in primary healthcare setting

=> Reorganiseren van reactieve naar een meer proactief / integrated zorgsysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de toegevoegde waarde van het Chronic Care Model?

A
  • Verbetert de kwaliteit van het leveren van chronische zorg
  • Verbetert de relationele coördinatie en functioneren onder professionals van verschillende disciplines binnen het programma.
  • Programma administratie, management en relationele coördinatie van de professionele staff van ‘the program’ voorspelt de kwaliteit van het leveren van chronische zorg over een bepaalde tijd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk kritiek is er op het Chronic Care Model?

A

Het CCM zou zich meer moeten focussen op bredere zelfmanagement vaardigheden en algemene kwaliteit van leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke elementen zijn essentieel voor goede chronische zorg?

A

Patient: geïnformeerd en actieve patiënt

Zorgbehandelaars: Voorbereid proactief behandelteam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat karakteriseert een geïnformeerde en actieve patiënt?

A

Patient heeft de motivatie, informatie vaardigheden en het vertrouwen dat nodig is om goede beslissingen te maken over hun gezondheid en het te managen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat karakteriseert een voorbereid proactief behandelteam?

A

Team met professionals die de beschikking hebben over:

  • Informatie vd patiënt
  • Steun om beslissingen te maken
  • Tijd en middelen hebben die nodig zijn om hoge Kwaliteit van Zorg te leveren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kan je productieve interacties herkennen?

A
  • Men kan naast de klinische status ook de zelfmanagementvaardigheden en het zelfvertrouwen van de patiënt beoordelen
  • Men kan klinisch management op maat maken
  • Er worden samenwerkingsdoelstellingen en er wordt probleemoplossend samengewerkt wat resulteert in een gedeeld zorgplan
  • Er is sprake van actieve aanhoudende follow-up afspraken
17
Q

Wat is het doel van self-management support?

A

In staat stellen van patiënten om hun eigen gezondheid en gezondheidzorgs te managen.

18
Q

Wat is het doel van Delivery System Design?

A

Hoe zorg geleverd wordt: Het leveren van geplande, effectieve en efficiënte zorg en zelf-management ondersteuning.

De rol van teamleden in de gezondheidzog definiëren en zorgen voor EBM zorg die patiënten begrijpen. => Wie zit er in het zorgteam en op welke manier gaan we om met de patiënten?

Definiëren van rollen en distribueren van taken onder teamleden.

  • Gebruik maken van geplande interacties om evidence-based care te steunen
  • Bieden van case management diensten voor complexe patiënten
  • Vaststellen van reguliere follow-ups bij het zorgteam
  • Zorg leveren die patiënten snappen en aansluiten op hun culturele achtergrond
19
Q

Wat is het doel van decision support?

A

Promoten van klinische zorg dat consistent is met wetenschappelijk bewijs en de patient preferences

  • ingebedde evidence-based richtlijnen in dagelijkse praktijk
  • Geïntegreerde specialist expertise en primaire zorg
  • Gebruik van bewezen educatiemethoden
  • Delen van richtlijnen en informatie met patiënten
20
Q

Wat is het doel van clinical information systems?

A

Organiseren van patient en populatie data om efficiënte en effectieve zorg te leveren.

  • Provide timely reminders for providers and patients
  • Identify relevant subpopulations for proactive care
  • Facilitate individual patient care planning
  • Share information to coordinate care
  • Monitor performance of practice team and care system
21
Q

Wat is het doel van health systems - health care organization?

A

Om ervoor te zorgen dat de praktijken binnen de organisatie de motivatie, ondersteuning en middelen hebben die nodig zijn om hun zorgsystemen te herontwerpen.

22
Q

Wat kan je zeggen over het veranderen van het systeem tov de artsen apart veranderen.

A

Het is onmogelijk om de professionals binnen het systeem te veranderen. Je moet het systeem zelf veranderen.

23
Q

Hoe moet je het zorgsysteem veranderen?

A

Je hebt geïntegreerde veranderingen nodig met componenten die gericht zijn op:

  • Beïnvloeden van het gedrag van de arts
  • Beter gebruik van non-physician teamleden
  • Verbeteringen op het gebied van informatiesystemen
  • Geplande ontmoetingen
  • Self-management ondersteuning

-Zorgmanagement voor patiënten met een hoog risico

24
Q

Wat is de relational coordination theory?

A

Het werk coördineren door relaties met gedeelde doelen, gedeelde kennis en wederzijds respect.

25
Q

Waar wordt de relational coordination theory voor gebruikt?

A

Voor het verbeteren van de kwaliteit en efficiëntie van zorg.

26
Q

Wat doet de Relational Coordination Theory?

A

Maakt het sociale proces zichtbaar, de menselijke interacties die ten grondslag liggen aan het technische proces van het coördineren van complex werk. Het beschrijft het management van de onderlinge afhankelijkheid tussen taken, maar ook van mensen die deze taken uitvoeren.

27
Q

Hoe kan je Relational Coordination Theory het best omschrijven?

A

Een wederzijds versterkend proces van communiceren en relateren ten behoeve van taakintegratie

28
Q

Door middel van welke structures kan je Relational Coordination bereiken?

A

Selecteer en train op teamwork

  • Gedeelde verantwoordelijkheid en beloningen
  • Gedeeld conflictoplossing
  • Leider en supervisie rollen
  • Relational job design
  • Team meetings
  • Gedeeelde protcollen
  • Gedeelde informatiesystemen
29
Q

Welke perfomance outcomes kent relational coordination?

A
  • Kwaliteit en veiligheid
  • Efficiëntie en financiën
  • Betrokkenheid van werknemers
  • Betrokkenheid van clienten
  • Innovatie en leren
30
Q

Welke levels van Relationele coordinatie zijn er?

A

Professionals => Patienten: Relational coproduction

Professionals => Professionals: Relational coordination

Professionals => Managers: Relational leadership

31
Q

Wat is de FFF benadering?

A
  • Proactieve case finding
  • Case management
  • Medication Review
  • Self-management support
  • Multidisciplinary teams
32
Q

Wat kunnen we leren van het onderzoek van Cramm & Nieboer (2012) - Disease Managment Programs?

A

De baten kwamen voornamelijk door een verbeterde relationele coordinatie: Verbeterde kwaliteit van communicatie en taakintegratie tussen professionals van verschillende disciplines met gedeelde doelen. Dit is cruciaal voor het verbeteren van kwaliteit van chronische zorg.

33
Q

Welke aspecten zijn belangrijk voor het slagen van Disease Management Programs?

A

Leiderschap

Bestuur & Management

Bronnen & efficiëntie