Week 3 privaatrecht

Question 1

Welke 4 dingen kan A doen wanneer B zijn verplichting uit de overeenkomst niet nakomt?

Answer 1

1. Hij kan nakoming vorderen (art. 3:296 BW).
2. Hij kan een schadevergoeding vorderen (6:74 BW).
3. Hij kan de overeenkomst ontbinden: de verplichting tot nakoming vervalt voor beide partijen (art. 6:265 BW).
4. Hij is bevoegd de betaling van de koopprijs op te schorten (art. 6:262 BW) = exceptio non adimpleti contractus.

Question 2

Wat moet aanwezig zijn voordat een schadevergoeding gevorderd kan worden?

Answer 2

Een toerekenbare tekortkoming (wanprestatie).

Question 3

Wat is het verschil tussen resultaatsverbintenis en inspanningsverbintenis?

Answer 3

-Betreft het een resultaatsverbintenis, dan kan de schuldeiser bij uitblijven van het beoogde resultaat volstaan met het stellen van de verbintenis en het uitblijven van het resultaat.

*Voorbeeld: A dient een huis vóór 1 oktober af te hebben gebouwd.

-Betreft het een inspanningsverplichting en is de schuldeiser niet tevreden over het resultaat, dan moet hij stellen en zo nodig bewijzen dat de schuldenaar zich onvoldoende heeft ingespannen.

*Voorbeeld: A zal ijstaarten maken voor B.

Question 4

Wat is een vereiste voor het intreden van verzuim?

Answer 4

De schuldenaar moet in gebreke zijn gesteld bij een schriftelijke aanmaning waarbij een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld en nakoming binnen deze termijn uitblijft.

Question 5

In welke gevallen is een ingebrekestelling niet nodig?

Answer 5

1. De overeengekomen termijn verstrijkt zonder dat de verplichting is nagekomen.
2. De verbintenis vloeit voort uit een onrechte daad.
3. De schuldeiser moet uit een mededeling van de schuldenaar afleiden dat deze in de nakoming van de verbintenis zal tekortschieten.

Question 6

Of een ingebrekestelling vereist is, is ook afhankelijk van de soort schade die de schuldeiser vergoed wil zien. Tussen welke drie soorten schade wordt onderscheid gemaakt?

Answer 6

1. Vertragingsschade: schade die ontstaat doordat de schuldenaar te laat presteert.
2. Vervangingsschade: vervangende schadevergoeding die ten eerste kan dienen ter vervanging van een onmogelijk geworden prestatie.
3. Gevolgschade: de vermogensschade die de schuldeiser lijdt in zijn overige vermogen ten gevolge van het feit dat de prestatie ondeugdelijk is.

Question 7

Wat is het verschil tussen positief en negatief belang bij ‘schade’?

Answer 7

-Positief belang is de toestand waarin de schuldeiser zou verkeren als de overeenkomst goed zou zijn nagekomen (gederfde winst).

-Negatief belang is de toestand waarin de schuldeiser zou verkeren als de overeenkomst niet zou zijn gesloten (eventuele gemaakte kosten).