Week 1 Flashcards
Wat is het verschil tussen een rigide rondwet en een flexibele grondwet?
De wijziging van een rigide grondwet is aan specifieke waarborgen onderworpen en is veel moeilijker dan het maken en wijzigen van gewone wetgeving.
Een flexibele grondwet is juridisch juist eenvoudig te veranderen.
Waarom is de Nederlandse Grondwet zowel formeel als materieel rigide?
Door het ontbreken van het rechterlijk toetsingsrecht (art. 120 GW).
Leg de vertrouwensregel uit.
De vertrouwensregel komt erop neer dat een regering of minister het vertrouwen van de Staten-Generaal dient te hebben. Dat betekent ook dat er sprake is van vertrouwen zolang het tegendeel niet is gebleken.
Een bewindspersoon dient zijn of haar ontslag in te dienen indien het vertrouwen door een parlementaire meerderheid wordt opgezegd (motie van wantrouwen).
Wat zijn conventies? En wat is een staatkundige praktijk?
Conventies zijn informele regels die het gedrag reguleren van de instituties, zoals de regering en de Staten-Generaal. Deze regels zijn ongeschreven.
Als een staatkundige praktijk kan worden beschouwd dat partijen elkaars moties ondersteunen om zodoende mogelijk te maken dat ook kleine fracties moties kunnen indienen.
Noem drie voorbeelden van een eenheidsstaat en het kenmerk ervan.
Frankrijk, Nederland en Groot-Brittanië.
Kenmerkend voor een eenheidsstaat is dat het overheidsgezag berust bij de centrale overheid. Aan die centrale overheid komen in beginsel alle bevoegdheden toe.
*Wel kan decentralisatie plaatsvinden: gedecentraliseerde eenheidsstaat.
Noem twee voorbeelden van een federale staat en de kenmerken ervan.
Duitsland en de Verenigde Staten.
Kenmerken:
-Aan de deelstaten worden eigen bevoegdheden toegekend waar het centrale (federale) gezag geen inbreuk op mag maken.
-Er is vaak een supremacy clause: bij strijd tussen recht van de deelstaat en dat van de federale overheid gaat het federale recht voor.
-Noodzaak van een constitutionele arbiter, zoals een rechter of speciaal grondwettelijk hof dat geschillen kan beslechten over competentieverschillen tussen centrale overheden en federale overheden. In Amerika is dit de Supreme Court, de EU heeft het Hof van Justitie.
Noem de vier eisen waar een rechtsstaat aan moet voldoen, en de vijfde eis die daar soms aan wordt toegevoegd.
- Het legaliteitsbeginsel: de grondslag van de uitoefening van overheidsgezag is te vinden in algemene regels en beschermt tegen willekeur en machtsmisbruik.
- De scheiding der machten.
- Een onafhankelijke rechterlijke macht.
- Aanwezigheid van grondrechten.
- Wetgeving dient afkomstig te zijn van een democratisch gelegitimeerde wetgever.
Wat is de ‘rule of law’ en waarom is het geen volledig synoniem van het begrip ‘rechtsstaat’?
-Bij ‘rule of law’ moeten overheidsbevoegdheden hun grondslag vinden in het RECHT (bij een rechtsstaat in de WET). Dit komt door het ‘common law-systeem’, dat ook ongeschreven bevoegdheden kent.
-Bij de rule of law is niet zozeer sprake van een legaliteitseis.
-Het begrip rule of law impliceert dat het recht aan bepaalde minimumeisen van rechtvaardigheid moet voldoen. Deze eisen betreffen de afwezigheid van willekeur, toepassing van het gelijkheidsbeginsel en toegang tot een onafhankelijke rechter.
-De rule of law kent geen eis van machtenscheiding.
Op welke vier beginselen is volgens Scheltema de democratische rechtsstaat gebaseerd?
- Het rechtszekerheidsbeginsel
- Het gelijkheidsbeginsel
- Het democratiebeginsel
- Het beginsel van de dienende overheid.
Wat is checks and balances?
Checks and balances houdt in dat de drie gescheiden machten invloed kunnen uitoefenen op elkaar.
Vooral in de VS geldt dit, denk aan het feit dat de rechterlijke macht de grondwettigheid van wetgeving (van het congres) beoordeelt.
Hoe wordt binnen de Europese Unie machtsmisbruik tegengegaan?
Doordat organen en instellingen samenwerken. Zo wordt wetgeving gemaakt door samenwerking tussen de Commissie, de Raad van Ministers en het Europees Parlement. EU-beleid wordt uitgevoerd door de Commissie en door de administraties van lidstaten.
Op welke twee manieren wordt het gevaar van machtconcentratie voorkomen?
- Door bevoegdheden zo veel mogelijk te spreiden over - ten opzichte van elkaar - onafhankelijke organen.
- Door bevoegdheden toe te delen aan lagere lichamen (decentralisatie).
Wat is het verschil tussen territoriale decentralisatie en functionele decentralisatie?
-Territoriale decentralisatie: gebeurt met het oog op de behartiging van belangen gerelateerd aan een bepaald territoir. Territoriale decentrale lichamen (zoals provincies en gemeenten) worden ook wel gebiedscorporaties genoemd.
-Functionele decentralisatie: gebeurt met het oog op de behartiging van de belangen gerelateerd aan een bepaalde functie (zoals de lichamen voor beroep en bedrijf). Functionele decentrale lichamen worden ook wel doelcorporaties genoemd.
Wat is naast het voorkomen van machtsconcentratie een ander voordeel van decentralisatie?
Door centralisatie kan beter worden ingespeeld op de specifieke omstandigheden ter plekke en de wensen van de burgers.
Wat is attributie?
Bij attributie kent de (grond)wetgever een nieuwe eigen bevoegdheid toe aan een orgaan van een lichaam die het op eigen gezag en daarmee onder eigen verantwoordelijkheid gaat uitoefenen.
Wat is delegatie?
Bij delegatie wordt een bevoegdheid overgedragen aan een ander orgaan die deze bevoegdheid onder eigen verantwoordelijkheid gaat uitoefenen.
*Het orgaan dat de bevoegdheid heeft gedelegeerd (delegans) blijft wel verantwoordelijk voor de delegatie en voor de algemene regels, maar de verantwoordelijkheid voor de uitoefening van deze bevoegdheid ligt bij de delegataris.
*De delegataris kan de gedelegeerde bevoegdheid op zijn beurt weer, ten dele, overdragen aan een ander orgaan (subdelegatie).
Wat is deconcentratie?
Deconcentratie is het overdragen (delegeren) van macht en competenties vanuit een centrale administratie door een hoger rechtspersoon (in het bijzonder een overheid) naar lagere instanties die zelf geen rechtspersoon zijn maar een intern deel vormen van dezelfde hogere rechtspersoon die de macht op deze manier spreidt.
Wat is functioneel bestuur (ZBO’S)?
Toebedeling van bevoegdheden kan ook plaatsvinden op centraal niveau aan instellingen die niet in een directe hiërarchische relatie staan ten opzichte van de minister. Vaak gaat dit om organisaties die wel deel hebben uitgemaakt van het Ministerie, maar werden verzelfstandigd. Denk aan Autoriteit Persoonsgegevens.
Wie zijn bevoegd Algemeen Verbindende Voorschriften te maken? En is een AVV een wet in formele of materiële zin?
-De formele wetgever
-De regering alleen (AMvB’s)
-Ministers (ministeriële regelingen)
-Provinciale staten (provinciale verordeningen
-Gemeenteraden (gemeenteverordeningen)
Bij welke woorden mag er gedelegeerd worden? En bij welke woorden juist niet?
Er mag gedelegeerd worden als er staat:
-Bij of krachtens wet
-Regelt
-Regels
-Stelt regels
-Geregeld
Niet als het er staat:
-Bij wet
-De wet stelt vast
Welke drie soorten wetgeving kent de Europese Unie?
- Verordeningen (regulations):
-Algemene strekking
-Wetgeving in materiële zin
-Verbindend in al hun onderdelen voor en binnen de lidstaten
-Rechtstreek toepasselijk - Richtlijnen (directives):
-Eveneens verbindend voor lidstaten
-Schrijft een lidstaat voor met welk doel men de nationale wetgeving moet aanpassen.
-In beginsel niet rechtstreeks toepasselijk - Besluiten (decisions):
-Verbindend in al haar onderdelen
-Indien de adressaten worden vermeld, alleen voor hen verbindend.
Waarom is de relatie tussen het kabinet en de Staten-Generaal dualistisch aan te merken?
Omdat ministers en staatssecretarissen geen lid mogen zijn van de Staten-Generaal. De Staten-Generaal kan niet de bevoegdheden van de regering uitoefenen of leden van het kabinet tot bepaalde handelingen dwingen.
Welke spanning speelt er bij de rechterlijke bevoegdheid ten opzichte van de Grondwet en internationaal recht?
Enerzijds mag de rechter formele wetten niet toetsen aan de Grondwet, maar anderzijds wel aan internationale verdragen.
Waarom is de Nederlandse rechter een civil law-rechter?
Omdat de regelende rechtsvorming aan de wetgever is, die ook bij het aanpakken van vraagstukken het initiatief dient te nemen. De rechter past het recht slechts toe.
*Toch zijn er veel situaties waarbij de rechter een beslissing moet nemen, terwijl de wet vaag is geformuleerd.
Wat houdt het evenredigheids- of proportionaliteitsbeginsel waar het EHRM vaak aan refereert in?
Het houdt in dat wetgeving waarmee een grondrecht wordt ingeperkt moet worden beoordeeld op de vraag of deze inperking en het belang dat ermee gediend wordt, in verhouding staat met de mate van inperking.
Wat is het verschil tussen een indirecte en een directe democratie?
Een indirecte democratie is een staatsvorm waarbij er door verkiezingen te organiseren vertegenwoordigende organen worden verkozen (parlement, president en/of regeringsleider) die het volk representeren en vertegenwoordigen. Hun macht is op die manier democratisch gelegitimeerd.
Bij een directe democratie kan het volk rechtstreeks invloed uitoefenen op overheidsbesluitvorming, bijvoorbeeld door referenda.
Wat zijn obligatoire referenda?
Dat zijn referenda die verplicht zijn ten aanzien van een bepaalde materie.
*Zo is in Zwitserland een referendum nodig voor wijziging van de Grondwet.
Wat zijn facultatieve referenda?
Dat houdt in dat een referendum KAN worden gehouden op aanvraag van de regering/wetgever (raadplegend referendum) of van de bevolking (raadgevend referendum).
Kan het Congres in de VS de president ontslaan bij een vertrouwensbreuk?
Nee.
Wat is de formele democratieopvatting?
Hierin staan open verkiezingen centraal: regelmatige verkiezingen, een open democratisch stelsel waarin vele politieke partijen en opvattingen kunnen opbloeien en het primair aan het democratisch proces wordt overgelaten om totalitaire en ondemocratische groepen en opvattingen te weren.
Wat is de materiële democratieopvatting?
Hier is het uitgangspunt dat een democratisch systeem zichzelf actief moet verdedigen tegen ondemocratische groepen. Aan dergelijke groepen komt dan niet de vrijheid toe om de afschaffing van de democratie te bepleiten. In dit model is men bevreesd dat de democratie van binnenuit kan worden aangevallen doordat een partij gebruik maakt van de democratische spelregels.
Wat wordt bedoeld met het kiesstelsel? Noem de twee mogelijke stelsels en welke Nederland heeft.
Met kiesstelsel wordt bedoeld: de wijze waarop de voorkeuren van het electoraat wordt vertaald in de samenstelling van het parlement.
Je hebt de stelsels van evenredige vertegenwoordiging en meerderheidsstelsels.
Nederland heeft een stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Dit betekent dat de Tweede Kamer de voorkeuren van het electoraat nauwkeurig weerspiegelt en ook kleine partijen (die net boven de kiesdrempel zitten) in het parlement terecht kunnen komen.
Welke vormen van openbaarheid zijn te onderscheiden?
- Actieve openbaarheid: een overheidsorgaan zorgt voor openbaarheid en toegankelijkheid van documenten.
- Burgers kunnen documenten opvragen voor inzage. In Nederland kennen we de WOB.