week 3: meerweg ANOVA Flashcards
1
Q
ANOVA
A
analyse voor vergelijken van 2/meer gemiddelden
2
Q
F-toetsingsgrootheid
A
hoe groter hoe waarschijnlijker dat er verschil is
3
Q
MS
A
mean square
4
Q
cohen’s d
A
absolute grootte effect uitgedrukt in standaarddeviaties
5
Q
type I fout
A
onderzoeker wel verschil terwijl in werkelijkheid geen, significatieniveau
6
Q
Type II fout
A
onderzoeker geen verschil terwijl werkelijk wel verschil, power
7
Q
power
A
steekproefgrootte - hoe groter, hoe hoger de power
grootte verschil - hoe groter, hoe hoger de power
significatieniveau - hoe groter, hoe hoger de power
spreiding - hoe kleiner, hoe hoger de power
8
Q
hoofdeffecten
A
verschil tussen gemiddelden
9
Q
interactie effect
A
parallel = geen interactie
10
Q
assumpties ANOVA
A
- onafhankelijkheid
- meetniveau variabele (OV categorisch/dummie, AV continu)
- afwezigheid uitschieters
- normaal verdeelde residuen
- homogeniteit –> levene’s test