Week 3: arrays Flashcards

1
Q

hoe kunnen we snel het laatste element vinden in een array

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat doen deze array methoden

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

leg split uit

A

het is het omgekeerde van join

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke zijn sneller, push en pop of shift en unshift

A

push en pop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
A

4, want arrays zijn objecten. shoppingCart en fuits refereren naar dezelfde array.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn iteratieve methoden

A

dit zijn methoden die kunnen gebruikt worden op de array, om alle elementen te testen op iets, te veranderen… Ze voeren een callback functie uit op elk element van de array. De iteratieve methoden returnen soms iets afhankelijk van elke return van de callback functie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

leg de volgende iteratieve methoden uit:
every()
filter()
forEach()
map()
some()

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

leg de reduce methode uit

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de ReduceRight methode

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly