Week 3 Flashcards
1
Q
Wat bepaald de gasprijs?
A
Toekomstige verwachtingen
2
Q
Wat gebeurd met de investeringen als de euro stijgt?
A
Meer beleggers dus er wordt meer geinvesteerd
3
Q
Wat is het verschil tussen concurrentie kracht en concurrentie intensiteit?
A
Concurrentiekracht: mate waarin een bedrijf de concurrentie aankan
Concurrentie intensiteit: mate van concurrentie
4
Q
Waar staat Purchasing, Power and Parity voor?
A
Koopkracht en gelijkheid
5
Q
Wat is de oorzaak van inflatie?
A
Herverdelingsvraagstuk: verdeling van de winst is niet duidelijk, daarom gooien bedrijven hun prijzen omhoog.