Week 3 Flashcards
Welke componenten in hartslagregulatie schema hebben invloed op de bloeddruk? En waar heeft de bloeddruk zelf invloed op?
- Cardiac output & Perifere weerstand (Rperifeer) hebben invloed op bloeddruk
- Bloeddruk zelf heeft invloed op de afterload
Hoe kunnen organen lokaal hun eigen doorbloeding reguleren?
vasodilatatie of -constrictie, dilatatie geeft meer doorbloeding, constrictie geeft minder doorbloeding (O2-aanvoer)
Wat zijn de oorzaken van pompfalen?
Primair: aandoening myocard
- Myocardinfarct
- Myocarditis
Secundair: overbelasting hartspier
- drukbelasting
- volumebelasting
Wat gebeurt er met de hartslagregulatie bij een myocardinfarct?
- Contractiliteit gaat omlaag door minder werkend hartspier
- Slagvolume daalt door afname contractiliteit
- Cardiac output daalt door afname slagvolume
- Bloeddruk daalt ter gevolge van daling cardiac output
- Venoconstrictie verhoogd waardoor de preload ook verhoogd, hartfrequentie en perifere weerstand nemen ook toe ter compensatie
Hoe wordt het verhogen van de hartslag sympathisch en parasympathisch geregeld?
- Sympathicus activatie: meer noradrenaline voor β1-receptoren bij sinusknoop
- Parasympathicus onttrekking: acetylcholine wordt sneller afgebroken zodat muscarine receptoren minder getriggerd worden
Noem 4 oorzaken van zowel systolisch als diastolisch hartfalen
- Obesitas
- Diabetes
- Hypertensie
- Chronische nierschade
Noem6 oorzaken van HFrEF
- Te hoog slagvolume
- Gedilateerde cardiomyopathie
- Aorta-insufficiëntie
- Myocarditis
- Myocardinfarct
- Myocardinfectie
Noem 5 oorzaken van HFpEF
- Hypertrofe cardiomyopathie
- Aorta-stenose
- Inflammatie van hartspier
- Hoge Leeftijd
- COPD
Wat doet cGMP?
- vasodilatatie –> daling bloeddruk
- regulatie iontransport door ionkanalen
- regulatie glycogenolyse
- regulatie cellulaire apoptose
Hoe verschilt de behandeling van HFrEF van de behandeling van HfpEF?
HFrEF: zelfde behandeling werkt mij meerderheid van patiënten
HFpEF: behandeling enorm afhankelijk van patiënt, fenotype-specifieke behandeling
Wat zijn pericyten?
Cellen om endotheel van capillairen, reguleert contractie van capillairen en dus bloedflow in organen
Hoe wordt de bloedflow in een orgaan neuraal geregeld?
Sympathicus: adrenerge regulatie (α- en β-receptoren)
- Weerstand omhoog in arteriën en arteriolen
- veneuze return omhoog
Parasympathicus: NO gemedieerde dilatatie
Welke lokale factoren zorgen voor regulatie van bloedflow in een orgaan?
- O2-behoefte
- Rek
- Flow
Wordt er in vaten eerder neuraal of lokaal de bloedflow gereguleerd?
Dominante mechanisme is afhankelijk van vaatgrootte
Wat is de (coronaire) flow reserve?
De autoregulerende capaciteit tot vasodilatatie van de arteriolen ter gevolge van verhoogde O2-behoefte of toediening van farmacologische middelen
- Bijv. bij artherosclerose, arteriolen dilateren ter compensatie van vernauwing in proximaal bloedvat
- Wordt uitgedrukt als: Maximale bloedflow/bloedflow in rust
- Normaal gesproken ±4-5/1
Hoe werkt de cross-bridge cycle in het hart?
- Attached state: myosinekopje aan actinefilament
- Released state: ATP bindt aan myosine, dissociatie van A/M complex
- Cocked state: Myosine kopje rekt uit voor nieuwe bindeingsplaats, ATP hydrolyse (ATP –> ADP + P)
- Cross-bridge state: Myosine bindt weer aan actine, cross-bridge vorming
- Power stroke state: P-release zorgt voor vormverandering myosine, trekt aan actine filament, waarna ADP loslaat en weer attached state
Hoe werkt Ca2+ in een gladde spiercel voor het op gang brengen van de cross-bridge cycle?
- Ca2+ uit SR en ECM komen cel in
- Ca2+ bindt aan calmoduline (CaM)
- CaM bindt aan MLCK (myosin light chain kinase)
- MLCK/CaM wordt geactiveerd en veranderd van vorm waardoor ATP omgezet kan worden in ADP door dit complex
- Met de vrijgekomen P kan myosine gefosforyleerd worden
- Myosine komt zo in de cocked state van de cross-bridge cycle
Welke stoffen/invloeden zorgen voor de contractie van gladde spiercellen?
- Sympathische stimulatie (α-adrenerg)
- Rek (myogeen effect)
- Angiotensine II
- ADP; thromboxaan (geactiveerde trombocyten)
- endotheline
Welke stoffen/invloeden zorgen voor de relaxatie van gladde spiercellen?
Metabole effecten:
- Verlaagde pO2
- Verhoogde pCO2
- Verlaagde pH
- Verhoogd lactaat
- Verhoogd adenosine
ANP: Atria Natriuretisch Peptide
Hoe zorgt noradrenaline voor contractie van gladde spiercellen?
Noradrenaline stimuleert de opname van Ca2+ van de gladde spiercel uit de ECM en het SR
Hoe zorgt de rek van de gladde spiercel voor contractie van de spiercel?
Door de rek sluiten de K+ kanalen waardoor er depolarisatie plaatsvindt, waardoor er meer Ca2+ de cel in wordt getransporteerd
Hoe zijn cAMP en cGMP betrokken in de contractie/relaxatie van gladde spiercel?
- Verminderen gevoeligheid voor Ca2+
- Onder invloed van cAMP en cGMP: MLC-p –> MLC
- MLC-p zorgt voor contractie, MLC zorgt voor relaxatie
Hoe helpt het endotheel mee met de vasodilatatie?
- afgifte vasodilatoren: NO, EDHF, PG-I2
- NO-productie in endotheel cel gestimuleerd door verhoogde [Ca2+]i
- NO diffundeert over kleine afstand naar spiercel
- NO zorgt voor relaxatie door verhoging [cGMP]
Hoe kan endotheeldisfunctie plaatsvinden en wat zijn hier de gevolgen van?
Oorzaken:
- diabetes
- artherosclerose
- hypertensie
- hypercholesterolemie
- roken/luchtvervuiling
Gevolg: verminderde vaatreactiviteit door verminderde endotheelfunctie voor vasodilatatie
Wat is angiotensinogeen en wat gebeurt er met deze stof in het RAAS-systeem?
Angiotensinogeen is een stof afkomstig uit de lever en wordt door Renine in de nier omgezet in Angiotensine I
Hoe wordt Renine gevormd voor het RAAS-systeem?
Enzymen (lage pH) in juxtaglomerulaire cellen zetten prorenine om in renine
Juxtaglomerulaire cellen geven Renine af ter gevolge van rekking arteriole in nefron OF door [Na+] in urine